Российская Федерация Rossijskaja Federatsija |
||||||
|
||||||
Basisgegevens | ||||||
Officiële landstaal | Russisch en andere | |||||
Hoofdstad | Moskou | |||||
Regeringsvorm | Federale republiek | |||||
Staatshoofd | Dmitri Medvedev | |||||
Regeringsleider | Vladimir Poetin | |||||
Religie | Russisch-orthodox (58%) Islam (5%) Boeddhisme (5%) Jodendom (0,2%) Sjamanisme/Animisme |
|||||
Oppervlakte | 17.098.242 km² [1] (0,5% water) | |||||
Inwoners | 145.537.200 (2002)[2] 140.041.247 (2009)[3] (8,2/km² (2009)) |
|||||
Overige | ||||||
Volkslied | Gimn Rossijskoj Federatsii | |||||
Munteenheid | Roebel (RUB ) |
|||||
UTC | +2 tot +12 (details) | |||||
Nationale feestdag | 12 juni Onafhankelijkheidsdag | |||||
Web | Code | Tel. | .ru | RUS | 7 | |||||
Voorgaande staten | ||||||
|
||||||
Topografie | ||||||
|
Rusland (Russisch: Россия, Rossija), officieel Russische Federatie (Russisch: Российская Федерация, Rossijskaja Federatsija), is een land, gedeeltelijk gelegen in Europa (Europees Rusland) en gedeeltelijk in Azië. Het land ligt echter vanuit een politiek perspectief in Europa, omdat de belangrijkste delen ervan in het Europese deel liggen en ruim 70% van de bevolking hier woont. Moskou is de grootste stad, de hoofdstad en het economisch hart van Rusland. Ook zetelt de regering in Moskou.
Met zijn oppervlakte van 17.098.242 km² is Rusland het grootste land ter wereld, bijna twee maal zo groot als het daaropvolgende land, Canada. Qua inwonertal is Rusland het negende land ter wereld. Rusland deelt zijn grenzen met de volgende landen (tegen de klok in van NW naar ZO): Noorwegen, Finland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Wit-Rusland, Oekraïne, Georgië, Azerbeidzjan, Kazachstan, China, Mongolië en Noord-Korea. Verder is het door een smalle zeestraat gescheiden van de Verenigde Staten (Alaska) en Japan.
Het land vormde van 1917 tot 1991 als Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR) de kern van de Sovjet-Unie. Rusland is nu een onafhankelijk land en een invloedrijk lid van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). In diplomatieke zaken wordt Rusland gezien als de opvolgerstaat van de Sovjet-Unie.
De munteenheid van Rusland is de Russische roebel.
Zie Geschiedenis van Rusland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Zie Deelgebieden van Rusland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De Russische Federatie omvatte sinds 1992 89 gebieden met een uiteenlopende status, dit zijn er momenteel nog 83:
Autonome republieken beschouwen zich soms als soeverein (onder meer Tatarije) of zelfs als onafhankelijk (opstandelingen in Tsjetsjenië). De grondgebieden van autonome districten liggen meestal op het grondgebied van een oblast of kraj. Sinds 2005 vindt een bestuurlijke hervorming plaats om het aantal deelgebieden terug te dringen. De autonome districten worden hierbij als eerste bestuurlijk samengevoegd met het deelgebied waarin deze liggen.
Sinds 2000 bestaat er tussen al deze regio's en het nationale niveau een tussenlaag van zeven federale districten (federalnyj okroeg). De federale regering in Moskou heeft zich ten doel gesteld het aantal deelgebieden terug te brengen tot ongeveer 50. Op 23 oktober 2005 stemde de bevolking van de deelgebieden Kamtsjatka en Korjakië voor het samensmelten van beide gebieden. Eerder besloten Evenkië en Tajmyr al samen te gaan met kraj Krasnojarsk. De eerste reeds verwezenlijkte fusie is die van Permjakië en oblast Perm tot kraj Perm op 1 december 2005.
Voor informatie over de politieke en bestuurlijke situatie gedurende de communistische periode, zie
Rusland heeft een grote bevolking, maar een lage bevolkingsdichtheid. In de 20e eeuw is de Russische bevolking relatief traag gegroeid, van 70 miljoen in 1900 naar 'slechts' het dubbele nu [5]. De bevolking van de Russische Federatie wordt door de CIA geschat op 140.041.247 (2009) (per 1 juli 2008, zie Lijst van landen naar inwonertal). Het Russische bureau voor statistiek gaf 141.912.800 op per 1 mei 2008.[6]. Met schattingen van de VN voor Nigeria zou Rusland dan na Nigeria op de negende plaats komen te staan qua inwonertal. Het grootste deel van de bevolking woont in Europees Rusland, het Oeralgebied en in het zuidwesten van Siberië. Het Russische Verre Oosten en het grootste deel van het noorden van Rusland zijn zeer dun bevolkt.
Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie daalt de bevolking door emigratie en verslechterde levensomstandigheden. De vruchtbaarheid is gedaald, terwijl de sterfte vooral onder mannen enorm is gestegen als gevolg van verslechterde werkomstandigheden en alcoholisme. Hierdoor is de levensverwachting van mannen en vrouwen sterk verschillend. Na de jaren 90, die rampzalig waren als gevolg van verslechterde economische omstandigheden, is de vruchtbaarheid onder met name de Russen weer wat gestegen (van 8,7 geboorten per 1000 inwoners in 2000 naar 10,4 in 2004) en de overheid probeert door programma's het vruchtbaarheidsniveau verder omhoog te brengen. Onder de inwonende Turkse volkeren is de vruchtbaarheid hoger dan onder de Russen.
Andere trends zijn een verhoging van de leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen (met name in de steden) en de doorbraak van de seksuele revolutie in de jaren 90. Door de verslechterde omstandigheden zijn echter ook het nationalisme en racisme toegenomen. Mensen van Joodse afkomst en Kaukasische oorsprong worden vooral in grotere Europese steden als Moskou en Sint-Petersburg gediscrimineerd en de rassenhaat is toegenomen, onder invloed van radicale groepen als de RNE, Pamjat en de DPNI.
In Rusland wonen ongeveer 160 verschillende etnische groepen en inheemse volken. De belangrijkste etnische groepen bij de volkstelling van 2002 waren Russen (79,8%), Tataren (3,8%), Oekraïners (1,2%), Basjkieren (1,1%), Tsjoevasjen (0,9%), Tsjetsjenen (0,9%) en Armeniërs (0,8%). De overige 10,3% omvatte (naast degenen die hun etniciteit niet specificeerden) onder andere Avaren, Abchazen, Azeri's, Boerjaten, Chanten, Chinezen, Duitsers (inclusief Wolga-Duitsers), Eskimo's, Evenken, Georgiërs, Grieken, Ingoesjen, Jakoeten, Joden, Kareliërs, Kazachen, Koreanen, Korjaken, Mansi's, Mari's, Mordvienen, Nenetsen, Oedmoerten, Oezbeken, Kalmukken, Osseten, Polen, Tsjoektsjen, Tuvienen en Wit-Russen. Voor een volledige lijst zie hier.
Bijna al deze volken wonen binnen een beperkt gebied, dat bij wat grotere bevolkingsgroepen vaak ook hun naam draagt. De Russen, Oekraïners en Wit-Russen behoren tot de volken die zich in het hele land bevinden.
Rusland is overwegend christelijk en werd in de 10e eeuw gekerstend[7]. Volgens de US Department of State beschouwden in 2007 ongeveer 100 miljoen inwoners zich als Russisch-orthodoxe christenen[8] Daarnaast komen ook voornamelijk de islam, het boeddhisme en het jodendom voor. Ten tijde van het communistisch regime werd elke vorm van religie onderdrukt en werden vele inwoners atheïstisch. Schattingen over het aantal gelovigen variëren sterk. De Russisch-orthodoxe Kerk is ook na 1991 de belangrijkste christelijke religie gebleven in Rusland. Veel etnische Russen zijn weinig praktiserend, maar staan wel sympathiek tegenover de Kerk, die ook een grote culturele betekenis heeft voor de Russische geschiedenis. Uit opiniepeilingen[bron?] blijkt dat meer dan 80% positief staat tegenover de Russische orthodoxie, maar dat minder dan 5% regelmatig naar de kerk gaat.
De islam volgt op de tweede plaats. Het boeddhisme komt traditioneel voor in drie regio's van de Russische Federatie: Boerjatië, Tuva en Kalmukkië. Andere religies omvatten verschillende protestantse kerken en de oudgelovigen, jodendom, katholicisme (zie Katholieke Kerk in Rusland), sjamanisme en Mormonen. Overerving van geloven vindt over het algemeen plaats langs etnische lijnen: etnische Russen zijn vaak Russisch-orthodox en Turkse en Kaukasische volken zijn vaak moslim. Neopaganisme krijgt vooral de laatste tijd aanhangers onder mensen van Slavische oorsprong[bron?].
Zie ook: Talen in Rusland |
Het Russisch is de enige officiële staatstaal, maar de autonome republieken en autonome districten hebben hiernaast een of meerdere talen als officiële taal. Zie Talen in Rusland. Deze talen worden allemaal met het cyrillisch alfabet geschreven, al bestaan voor sommige talen, als het Tataars en Tsjetsjeens hiernaast ook andere alfabetten, die geen officiële status hebben. Officiële teksten dienen altijd met het cyrillisch alfabet te worden geschreven. In de autonome republieken zijn de belangrijkste lokale talen voertaal naast het Russisch.
Rusland telde bij de laatste volkstelling in 2002 ruim 1000 steden, variërend in grootte van 10 miljoen (Moskou) tot 1.500 (Verchojansk). Er waren toen dertien steden met meer dan een miljoen inwoners. Op volgorde van grootte waren dit Moskou, Sint-Petersburg, Novosibirsk, Nizjni Novgorod, Jekaterinenburg, Samara, Omsk, Kazan, Tsjeljabinsk, Rostov aan de Don, Oefa, Wolgograd en Perm. Rusland telde toen 166 steden met meer dan 100.000 inwoners. Veelal vormen deze steden het bestuurlijk centrum van een van de meer dan 80 deelgebieden van Rusland. De grootste steden waarbij dit niet het geval was, waren Toljatti, Novokoeznetsk, Naberezjnye Tsjelny en Magnitogorsk.
Zie ook: Lijst van steden in Rusland |
De belangrijkste rivieren in het Europese deel van Rusland zijn de Wolga, Don, Kama, de Oka, Noordelijke Dvina, de Dnjepr en de Westelijke Dvina. In het Aziatische deel van Rusland zijn de belangrijkste rivieren de Ob, Irtysj, Jenisej, Angara, Lena, Amoer, Jana, Indigirka en de Kolyma.
Zie ook: Lijst van rivieren in Rusland |
Monumenten op de Werelderfgoedlijst |
Zie ook de lijst van musea in Rusland, de Russische literatuur en de Russische muziek. |
De relatief late intrede van de secularisering in de Russische cultuur wordt veelal als het voornaamste verschil tussen de West-Europese en de Russische cultuur aangemerkt. In de Westerse cultuur deed de profane cultuur haar invloed al gelden sinds de Renaissance in de 14e eeuw, maar in Rusland pas in de 17e eeuw. Tot die tijd stonden architectuur, literatuur en schilderkunst veelal in het teken van het christendom, c.q. de Russische orthodoxie. In de 18e eeuw begon een grote inhaalslag, die in de 19e eeuw vrucht zou dragen: Aleksandr Poesjkin, Nikolaj Gogol, Ivan Toergenjev, Fjodor Dostojevski, Leo Tolstoj en Anton Tsjechov in de literatuur, Ilja Repin, Isaak Levitan, Savrasov, Serov en Vroebel in de schilderkunst, Michail Glinka, Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, Modest Moessorgski, Aleksander Borodin en Nikolaj Rimski-Korsakov in de muziek. Ook het Russische ballet werd in de 19e eeuw wereldberoemd. Namen als Diaghilev en Nijinski spreken nog steeds voor zich. In het begin van de 20e eeuw kwam het symbolisme op, met onder andere de schrijver Aleksandr Blok en de dichter en schilder Maksimilian Volosjin als belangrijkste vertegenwoordigers. Met betrekking tot de Russische poëzie mogen namen als Anna Achmatova en Marina Tsvetajeva niet onvermeld blijven. Rusland leverde in de 20e eeuw vele bekende componisten als bijvoorbeeld Igor Stravinski, Sergej Prokofjev, Dmitri Sjostakovitsj en Sofia Goebaidoelina.
De 19e eeuw wordt vaak gezien als het hoogtepunt van de Russische cultuur. Maar in deze periode waren de meeste Russische cultuurdragers door hun opvoeding paradoxaal genoeg op West-Europa georiënteerd. In het begin van de 20e eeuw maakten nieuwe restauratietechnieken het mogelijk de Oudrussische iconen in al hun oorspronkelijke luister te herstellen. Deze iconen veroorzaakten destijds een wereldwijde sensatie. De Oudrussische cultuur werd zo herontdekt en deed haar intrede in de kunsten, maar het bleef hierbij beperkt tot haar uiterlijke vormen die veelal vermengd werden met de toen in zwang zijnde Jugendstil.
De werken van Russische componisten en schrijvers worden tot de hoogtepunten van de wereldcultuur gerekend. De Duitse schrijver Thomas Mann sprak zelfs van "die heilige russische Literatur."
De Russische architectuur werd tot de Val van Constantinopel vooral beïnvloed door de Byzantijnse architectuur. Tegen het einde van de 15e, begin 16e eeuw werden trends uit de Renaissance door Aristotle Fioravanti en andere Italiaanse architecten geïntroduceerd in Rusland. Tijdens de regeringen van Ivan de Verschrikkelijke en Boris Godoenov ontstonden de karakteristieke tentdakkerken, met als hoogtepunt de Pokrovkathedraal. In de 17e eeuw bloeide de "fleurige stijl" van ornamentatie op in Moskou en Jaroslavl, waardoor langzamerhand de weg vrijgemaakt werd voor de Narysjkin-barok van de jaren 90 van de 17e eeuw.
De 18e-eeuwse smaak voor rococoarchitectuur leidde tot de zeer rijk versierde werken van Bartolomeo Rastrelli en zijn navolgers. Tijdens de regering van Catharina de Grote en haar kleinzoon Alexander I werd de stad Sint-Petersburg omgetoverd in een openluchtmuseum van Neoklassieke architectuur. De 19e eeuw werd gedomineerd door een heropleving van Byzantijnse en Russische invloeden. De belangrijkste stijlen van de 20e eeuw waren het Art Nouveau (Fjodor Sjechtel), Constructivisme (Aleksej Sjtsjoesev en Konstantin Melnikov) en de Stalinistische Keizerstijl (Boris Iofan).
Karakteristiek voor het platteland is het bouwen in hout dat voor een groot deel het gezicht van de Russische architectuur bepaalt. Het prototype van deze bouwstijl is het boerenhuis, een izba.
De Russische icoon heeft zijn oorsprong eveneens in de Byzantijnse traditie, maar al vroeg is de iconenschilderkunst in Rusland zich op haar eigen manier gaan ontwikkelen en maakte ze zich los van de Byzantijns-Griekse stijl. Er ontstonden verscheidene scholen in Rusland met hun eigen stijlkenmerken. De beroemdste scholen zijn die van Novgorod, van Vladimir-Soezdal en van Moskou. Voorts moeten de school van Jaroslavl, de Stroganovschool en de school van Palech genoemd worden, al worden iconen van deze scholen niet als het hoogtepunt van de Russische iconenkunst beschouwd. De bloeitijd van de Russische icoon wordt doorgaans in de 13e tot en met de 16e eeuw gesitueerd. Het is ook in deze tijd dat de grote iconenschilders actief waren: Andrej Roebljov, Daniil Tsjornyj, Feofan Grek en Dionisij.
Vanaf de 17e eeuw nam de westerse invloed in de iconenkunst toe, wat leidde tot een steeds realistischer schilderstijl.
Zie Economie van Rusland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Tot de veranderingen in 1990 - in gang gezet door de laatste president van de Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov - was Rusland binnen de Sovjet-Unie een communistisch land. Daarna is onder leiding van Boris Jeltsin in sneltreinvaart een beweging in de richting van het altijd zo verguisde westers 'kapitalisme' op gang gekomen. Deze ontwikkeling heeft het hele sociaaleconomische systeem van Rusland omgewoeld, waardoor aanvankelijk geen grotere welvaart werd bereikt, behalve voor de nieuwe elite en zakenwereld. Tussen 1991 en 1997 kromp het BBP (bruto binnenlands product) met 42% (ter vergelijking: tijdens The Great Depression kromp het Amerikaanse BNP met 30%). De industriële productie van Rusland nam af met 53%, de landbouwproductie met 37%. Door de enorme inflatie volstond het gemiddelde loon alleen om twee overlevingsminimumpakketten (een door het Russische statistiekencomité gehanteerde armoedegrens) te kopen. Tijdens de Sovjettijd bedroeg het gemiddelde loon 5 à 6 keer zo'n overlevingsminimumpakket.
In 1997 kende Rusland voor het eerst sinds het begin van de hervormingen een geringe economische groei (ca. 2%), maar door de financiële crisis die begon op 17 augustus 1998 (ongecontroleerde depreciatie van de roebel) werd deze positieve tendens doorbroken.
Sinds 1999 kent Rusland echter een sterke economische groei, gemiddeld 6% per jaar. Die is vooral te danken aan de devaluatie van de roebel en de hoge olieprijzen. Met de geleidelijke groei van de investeringen en het inkomen van de bevolking wordt de binnenlandse consumptie een steeds grotere factor van deze groei.
Voor de toekomst is de grote uitdaging hoe de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven te bevorderen. Deze ontwikkeling is momenteel namelijk nog erg moeilijk, daar het economische klimaat wordt gedomineerd door oligarchen en een onvoldoende functionerend banksysteem. Veel van de banken worden beheerst door ondernemers en oligarchen die banktegoeden gebruiken voor leningen aan bedrijven, die aan hen zijn gelieerd. Dit is een van de speerpunten van de Wereldhandelsorganisatie en de EBRD, die proberen om het deze processen eerlijker te laten verlopen. Inmiddels heeft Vladimir Poetin in de economie ingegrepen en nationalisaties uitgevoerd.
Voor informatie over de Russische economie ten tijde van de USSR, zie: Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, Sovjet-Unie.
De belangrijkste handelspartners zijn: Nederland, Duitsland, Oekraïne en Japan.
Zie ook:
Het moderne Rusland is, net als een aantal andere onafhankelijke geworden ex-Sovjetstaten, bezig met het vinden van een voor haar geschikte vorm van democratie. Dit gaat met vallen en opstaan, en oude sovjetreflexen spelen nog wel eens op.
Rusland kent nu een gekozen president, vrije parlementsverkiezingen en een meerpartijenstelsel. Rusland kent algemeen kiesrecht sinds 1918. De kiesleeftijd is 18 jaar. Er is een tweedelig parlement. Het lagerhuis heet Staatsdoema (Государственная дума) en bestaat uit vertegenwoordigers van alle partijen die de drempel van 5% halen. Het hogerhuis heet Federatieraad (Совет Федерации); daarin zetelen vertegenwoordigers van alle 83 gebieden, waarbij elk gebied twee vertegenwoordigers heeft.
Van 2000 tot 2008 was Vladimir Poetin de president van de Russische Federatie. Tijdens zijn regering werden sommige democratische vrijheden echter geleidelijk aan weer wat ingeperkt. Zo bepaalde hij dat vanaf 2004 de federale president de gouverneurs van de deelgebieden kiest, in plaats van door middel van regionale verkiezingen. Ook politieke opponenten bij presidentsverkiezingen hebben vaak geen eerlijke kans. Voorbeelden zijn de vermeende ontvoering van presidentskandidaat Ivan Ribkin en de plotselinge belastingfraude van Yukos die naar boven kwam toen eigenaar oligarch Michail Chodorkovski politieke aspiraties kreeg. Eerder vluchtte mede-eigenaar van oliebedrijf Sibneft oligarch Boris Berezovski al het land uit. Een ander interessant verschijnsel is de poging van Poetin om oligarchen aan te stellen als gouverneurs over arme gebieden, met als doel deze oligarchen geld te laten investeren in deze gebieden.
Op 23 november 2005 nam de federale Doema tijdens de eerste lezing een wet aan, die het verplicht stelt aan NGO's om zich opnieuw te registreren en op 23 december 2005 werd deze wet met 357 tegen 20 stemmen tijdens de derde lezing definitief aangenomen. Hiermee wordt het voor de federale overheid mogelijk om financieel inzicht te krijgen in de activiteiten van deze NGO's. Een aantal maanden eerder gaf president Poetin aan dat hij niet zal tolereren dat buitenlands geld wordt ingezet voor de steun aan politieke activiteiten in Rusland. In Oekraïne werden dergelijke gelden (zoals door George Soros) gebruikt voor de Oranjerevolutie. Op 10 januari 2006 ondertekende Poetin de wet. Tot 2006 gold een opkomstdrempel voor de opkomst voor parlementsverkiezingen van 25% en voor presidentsverkiezingen van 50%, maar op 17 november 2006 werden deze opkomstdrempels afgeschaft, mogelijk om ook bij een zeer lage opkomst zonder oponthoud door te kunnen regeren.[10]
Voorzitter van het Presidium van de Opperste Sovjet van de USSR:
Het presidentschap vloeide in deze periode voort uit het voorzitterschap van het Presidium van de Opperste Soviet van de Communistische Partij van de USSR en RSFSR. De RSFSR had geen eigen regering en partijbestuur en werd bestuurd door de organen van de USSR. Het huidige Rusland is meer de voortzetting van de RSFSR dan van de USSR.
De grootst politieke partijen zijn momenteel Verenigd Rusland en de Communistische Partij. Daarnaast zijn er meerdere Kremlingezinde partijen, waarvan Rechtvaardig Rusland en de ultra-nationalistische Liberaal-Democratische Partij van Rusland ook zetel hebben in de Staatsdoema. De belangrijkste oppositiepartijen zijn Jabloko en de Unie van Rechtse Krachten, die mede door veel tegenwerking van Kremlinzijde echter nauwelijks meer aanhangers hebben. Beide partijen verkeerden eind 2007 in zware financiële problemen.
Rusland kent een netwerk van M-wegen (M staat voor magistral, "hoofdweg"), die vooral in Europees Rusland te vinden zijn. Daarbuiten zijn nog secundaire wegen, de zogenaamde A-wegen.
Hoewel weinig M-wegen de autosnelwegstatus hebben (alleen delen van de M2 en de M4 zijn officieel autosnelweg), bestaan veel van de grote Russische wegen wel uit 2 rijstroken per richting, meestal niet afgescheiden door middel van een middenberm, en zijn er ook vaak geen ongelijkvloerse kruisingen. De meeste wegen gaan langs de grote steden, door middel van rondwegen, zodat doorgaand verkeer niet dwars door de stadscentra hoeft. Rond de hoofdstad Moskou ligt de ringweg MKAD, (voluit: Moskovskaja Koltsevaja Avtomobilnaja Doroga), een 2x5-strooks autosnelweg.
De belangrijkste wegen zijn:
De Russische spoorwegen zijn met een totale lengte van 87.157 km (2002) de nummer twee in de wereld.
Russische kranten zijn onder andere: