Cộng hòa Xã hội chủ nghĩa Việt Nam | ||||||
|
||||||
Basisgegevens | ||||||
Officiële landstaal | Vietnamees | |||||
Hoofdstad | Hanoi | |||||
Regeringsvorm | Volksrepubliek | |||||
Staatshoofd | Nguyễn Minh Triết | |||||
Regeringsleider | Nguyen Tan Dung | |||||
Religie | boeddhisme 93%, rooms-katholicisme 6,7% | |||||
Oppervlakte | 331.689 km² [1] (1,3% water) | |||||
Inwoners | 76.323.173 (1999)[2] 86.967.524 (2009)[3] (262,2/km² (2009)) |
|||||
Overige | ||||||
Volkslied | Tiến Quân Ca | |||||
Munteenheid | dong (VND ) |
|||||
UTC | +7 | |||||
Nationale feestdag | 2 september (Quốc khánh) | |||||
Web | Code | Tel. | .vn | VNM | 84 | |||||
Voorgaande staten | ||||||
|
||||||
Topografie | ||||||
|
||||||
|
Naam (taal-varianten) | ||||
quốc ngữ | Cộng Hòa Xã Hội Chủ Nghĩa Việt Nam | |||
IPA | [koŋ˨ hʊa˨˩ sa˧˨˧ hoi˨ tɕu˧˩˧ ŋiə˧˨˧ vɪət˨ nam] | |||
hán tự | 共和社會主義越南 | |||
|
Vietnam (Vietnamees: Việt Nam), officieel de Socialistische Republiek Vietnam, is een volksrepubliek met 86.967.524 (2009) inwoners in Zuidoost-Azië. De oostelijke kustlijn van het Zuidoost-Aziatische schiereiland maakt deel uit van het land.
Vietnam wordt in het noorden begrensd door China, door de Golf van Tonkin en het daarin gelegen Chinese eiland Hainan in het noordoosten, door de Zuid-Chinese Zee in het zuidoosten, door Cambodja in het zuidwesten en door Laos in het noordwesten.
De hoofdstad is het noordelijke Hanoi (Hà Nội) en de grootste stad is de zuidelijke Ho Chi Minhstad (Thành Phố Hồ Chí Minh), het vroegere Saigon.
Inhoud |
Zie Geschiedenis van Vietnam voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Vietnam werd door westerlingen ingedeeld in de historische gebieden Tonkin, Annam en Cochin China. In het noordelijk deel van deze gebieden was een Vietnamese staat gevestigd die afwisselend onder Chinese controle stond en onafhankelijk was. Het zuiden van hedendaags Vietnam stond onder invloed van diverse rijken, achtereenvolgens; Funan, het Khmer-rijk en Champa. Portugese handelaren bereikten het land in 1535 en stichten een handelspost bij Faifo.
In 1772 begon de Tay Son-rebellie tegen de heerschappij van de Le-dynastie. Door slim handelen van onder andere de Franse priester Pierre Pigneau de Behaine kwam Gia Long aan de macht. Mede door deze priester werd de Franse interesse in Vietnam aangewakkerd.
Vanaf de negentiende eeuw kwam het gebied onder invloed van Frankrijk en op 17 oktober 1887 werd de Unie van Indochina gevormd. Na de val van het Franse garnizoen in Dien Bien Phu in 1954 werd Vietnam verdeeld in Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam. De Vietnamoorlog (1957-1975) kwam voort uit de poging om communistische Vietcong-guerrilla's, actief in Zuid-Vietnam, te verslaan. Over het algemeen wordt aangenomen dat de Vietcong werden gesteund door de communistische Noord-Vietnamese regering, maar men is het er niet over eens hoe groot de invloed van Noord-Vietnam was gedurende de oorlog. De door de VS gesteunde overheid van Zuid-Vietnam kwam ten val in 1975 en het land werd herenigd in 1976.
Zie Provincies van Vietnam voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Naast de vijf steden, is het land verdeeld in zestig provincies (tỉnh).
De noordelijke en westelijke gebieden van Vietnam worden overheerst door de bergen van de Annamese bergketen, een voortzetting van de bergen van de Chinese provincies Yunnan en Guangxi in het noorden. Hierin ligt op de grens van de provincies Quảng Nam en Kon Tum de hoogste berg van Vietnam de Ngọc Linh, van 2598 m. Het smalste stuk tussen kustlijn en de grens is 50 km breed, het grootste 600 km.
De bergen bereiken een hoogte van meer dan 2440 m, en er zijn opmerkelijke plateaus die bekend staan als de Centrale Hooglanden (80 - 490 m). In dit gebied worden allerlei gewassen gekweekt, zoals rubber, koffie en thee, hoewel het gebied dun bevolkt is.
Het oosten van de Annamese bergketen in het noorden is een alluviale vlakte die door de Rode Rivier en een aantal kleinere rivieren wordt doorstroomd. Deze rivieren monden uit in de Golf van Tonkin. Ten zuiden van de delta van de Rode Rivier liggen de Centrale Laaglanden, een smalle kuststrook waar de korte, vaak snelstromende rivieren doorheen stromen.
De riviertjes stromen van het westen naar het oosten en vormen vruchtbare delta's. Het zuiden van het Centrale Laagland is de alluviale vlakte van de delta van de rivier de Mekong, die door het zuidelijke gedeelte van het land stroomt.
Vietnam maakt aanspraak op de grotendeels onbewoonde Spratly-eilanden en de onbewoonde Paraceleilanden, midden in de strategisch belangrijke Zuid-Chinese Zee. China bezette de Paraceleilanden in 1974 en kwam mede daardoor in conflict met Vietnam. De Spratly's worden eveneens geclaimd door China, maar ook door Brunei, Maleisië en de Filipijnen. Beide archipels, bestaande uit eilanden en riffen, hebben naast hun strategische ligging ook belang voor de visserij en olie- en gaswinning.
In de Golf van Thailand, onder de kust van Cambodja, ligt Phu Quoc, een bosrijk eiland met mooie stranden. Langs de duizenden kilometers lange Vietnamese kust worden dergelijke eilanden en eilandjes groeipolen voor het belangrijk wordende toerisme.
Vietnam heeft drie klimaten. Het zuiden van Vietnam heeft een tropisch klimaat. Het is daar gemiddeld 32 °C. Vanaf juni tot en met september is het regenseizoen. Meestal valt er in de namiddag zware regenbuien. De rest van de dag is het daar droog. In het midden van het land begint het regenseizoen in september en eindigt eind november. Vietnam wordt in één jaar een keer of acht getroffen door een tyfoon. Een tyfoon duurt meestal twee tot vier dagen. Ze komen meestal voor in juni tot oktober. In het noorden is het koeler. In de berggebieden vriest het zelfs in de herfst. In de zomer maanden is het warm en vallen er zware regenbuien.
De hoofdstad van Vietnam is Hanoi.
Er zijn ook vier andere zelfstandige steden op provinciaal niveau:
De bevolking is geconcentreerd in de twee belangrijke rivierdelta's. De etnische Vietnamezen vertegenwoordigen meer dan 85% van de bevolking. Zij spreken een Annamese Muong taal. Er zijn ongeveer 50 minderheidsgroepen in de hooglanden, waaronder de Muong, Tai, Hmong, Dao, Sedong, Jarai, Bahnar, Rhade, Cham en een groot aantal kleinere groepen. Er is een significante groep Cambodjanen, Khmer Krom genaamd, dichtbij de Cambodjaanse grens en bij de monding van de Mekong. Er zijn grote aantallen Chinezen in de stedelijke centra, in het bijzonder in het gebied genaamd Chợ Lớn (Grote Markt) van Ho Chi Minhstad, hoewel velen gevlucht zijn nadat Zuid-Vietnam door het Noorden werd verslagen en na een grensconflict met China in 1979 (zie Geschiedenis van Vietnam).
In Vietnam wordt Vietnamees gesproken. Tussen het noorden en het zuiden zitten duidelijke verschillen, niet alleen in de uitspraak, maar ook in de gebruikte woorden.
Totdat de Franse Jezuïet Alexandre de Rhodes in de 17e eeuw het Latijnse alfabet introduceerde werd nog steeds een op het Chinees gelijkend schrift gebruikt. Ook tegenwoordig treft men, met name bij religieuze gelegenheden, nog steeds Chinese tekens aan. Het huidige schrift is evenwel gebaseerd op Latijnse letters en wordt "Quoc ngu" genoemd.
Het Vietnamees heeft meer klinkers dan Alexandre met het Franse alfabet kon beschrijven. Zijn oplossing was het gebruik van extra tekens, zoals de accent circonflexe (het ^) dat we ook al kennen vanuit het Frans. Maar hiernaast wordt er ook gebruik gemaakt van een boogje boven de a, of een haakje aan de rechterkant van een o en u, een punt onder de klinkers, of soms zelfs een combinatie van tekens.
Het Vietnamees is een toontaal, net als het Chinees. In het Vietnamees zijn er 6 tonen. Hierdoor kan elke lettergreep of elk woord op 6 manieren worden uitgesproken. Ook deze tonen worden door extra tekens aangegeven.
De Vietnamese bevolking is een mengeling van aanhangers van het boeddhisme, confucianisme, traditionele lokale geloven en katholicisme (zie Katholieke Kerk in Vietnam). Hoewel de communistische overheid godsdienstige praktijken heeft afgeraden, wordt het getolereerd binnen de context van onder overheidstoezicht staande boeddhistische en katholieke groepen, en sinds de jaren 1990 is de traditionele verering bij boeddhistische tempels toegestaan. De protestantse evangelische kerken (die hoofdzakelijk onder etnische minderheden worden gevonden) en andere niet-geregistreerde groepen worden actief onderdrukt.
De religie in Vietnam is van oudsher beïnvloed door de Chinezen. De meeste Vietnamezen hangen een religie aan die een mengsel is van boeddhisme, taoïsme en voorouderverering.
Tijdens de kolonisatie van Vietnam is het katholicisme onder de Vietnamezen verspreid. De Zuid-Vietnamese regering na de Tweede Wereldoorlog bestond hoofdzakelijk uit deze katholieken. De katholieken waren meestal hoog opgeleid en vormden de elite van het land. Doordat het bestuur in handen was van deze elite en terwijl de meerderheid van de bevolking niet katholiek was, zorgde dit voor veel religieuze spanningen tussen katholieken en boeddhisten. Het boeddhisme werd door Ngo Dinh Diem hardhandig onderdrukt. Zo veroorzaakte hij een bloedbad in Hue, toen hij militair in greep tegen de boeddhistische processie op Vesak. De boeddhisten gingen tegen de wens van Diem in toch met boeddhistische vlaggen lopen. Later staken een aantal boeddhistische moniken zichzelf in brand als protest tegen Diems onderdrukking.
In zijn vroege geschiedenis gebruikte Vietnam het Chinees schrift. In de 16e eeuw ontwikkelden de Vietnamezen hun eigen reeks karakters genaamd Chữ Nôm. Het gevierde epos Kim Van Kieu door Nguyễn Du werd geschreven in dit schrift. Tijdens de Franse koloniale periode werd Quốc Ngữ, het geromaniseerde Vietnamese alfabet, populair en het alfabetisme nam snel toe. Dit had een belangrijk effect op de politieke macht in het land.
Vanwege de langdurige vereniging van Vietnam met China is de Vietnamese cultuur nog steeds sterk confuciaans, met zijn nadruk op familieplicht en harmonie. Onderwijs wordt hoog gewaardeerd. Historisch was een goede opleiding het enige middel voor ambitieuze Vietnamezen om sociaal vooruit te komen. In de moderne tijd proberen Vietnamezen om de traditionele cultuur met de Westerse ideeën van individuele vrijheid, wantrouwen van gezag en de consumentencultuur in overeenstemming te brengen.
De meerderheid van Vietnamezen is boeddhist, met een sterke nadruk op voorouderverering. Sommige critici zeggen[bron?] dat de tweede godsdienst Vietnamese bijgelovigheid en fatalisme is als gevolg van de vele decennia van koloniale onderdrukking en oorlog.
Binnen een stereotiepe Vietnamese katholieke familie zou men vinden: een intense toewijding aan Maagd Maria (de Heilige Moeder staat hoger dan de Zoon in de confuciaanse gedachte), beelden van overleden voorvaderen op het familiealtaar en geloofspraktijken in de Feng Shui (Phong Thủy) en communicatie met geesten en de doden.
De keuken en de muziek van Vietnam hebben drie verschillende thema's, overeenkomstig met de drie gebieden van Vietnam: Bắc of het noorden, Trung of Centraal, en Nam of zuiden. De noordelijke klassieke muziek is de oudste van Vietnam en is traditioneel. Deze muziekstroming stamt uit de tijd van de Mongoolse invasies, toen de Vietnamezen een Chinese opera hoogtij vierden. De centrale klassieke muziek vertoont invloeden van de Champacultuur dankzij zijn melancholische melodieën. De zuidelijke muziek heeft een levendig karakter. De Vietnamese keuken is gebaseerd op rijst, sojasaus en vissaus (nước mắm). Zijn kenmerkend aroma is zoet (suiker), kruidig (serranopeper), en op smaak gebracht door een verscheidenheid aan munt.
Het grootste deel van de bevolking leeft van de landbouw en rijst is veruit het belangrijkste gewas. De Mekong en Rode rivierdelta's behoren tot de grootste rijstplantagegebieden van de wereld. In deze gebieden wordt dankbaar geprofiteerd van de zware regenval en rijke alluviale grond. Op de rijstplantages is een 4350 km lang gedetailleerd netwerk van dijken, dammen, kanalen, en sloten aangelegd dat irrigatie en overstromingsbeheer verstrekt. Pinda's, graan, bataten en bonen zijn secundaire voedselgewassen, en katoen, jute, koffie, thee en suikerriet zijn belangrijke geproduceerde marktgewassen. De visserij en de aquacultuur zijn ook belangrijke industrieën. De mariene producten zijn een belangrijke uitvoer van het land, vooral garnalen. Rubber is ook een belangrijk uitvoerproduct. Hout is er genoeg, in het bijzonder in het noorden, maar ontbossing als gevolg van nieuwe vestigingen op het hoogland, cultuurverplaatsing en de commerciële bosbouw worden een steeds ernstiger probleem.
De meeste delfstoffen van het land worden gevonden in het noorden. Vietnam wint grote hoeveelheden steenkool, evenals fosfaten, mangaan, bauxiet, chromaat en andere metaalertsen. Er zijn grote onderzeese aardoliebronnen (olie en gas) ontdekt in de zuidelijke wateren. De middelen om deze grondstoffen te winnen worden nog ontwikkeld. Vroeger werd de industriële ontwikkeling van Vietnam ernstig belemmerd door langdurige oorlogen, maar in het kader van het nieuwe economische hervormingsprogramma (Doi Moi), is er een aanzienlijke industriële ontwikkeling geweest. De belangrijke industrieën zijn de landbouwverwerking, de machinebouw, autoassemblage en de vervaardiging van textiel en kleding, cement, chemische meststoffen, glas en banden. Veel van de grote en kapitaalintensieve projecten zijn gezamenlijke ondernemingen tussen buitenlandse en Vietnamese lokale regeringen. De toeristenindustrie is ook significant voor de economie van het land; bezochten in 1994 net meer dan één miljoen buitenlandse toeristen het land, in 2007 was dat aantal verviervoudigd tot ruim vier miljoen toeristen.[4]
De belangrijkste handelspartners van Vietnam zijn Singapore, Zuid-Korea en Japan.
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft in Vietnam 28,9% van de bevolking onder de armoedegrens. [5]
De Socialistische Republiek Vietnam wordt door een hoogst gecentraliseerd systeem geregeerd dat door de Communistische Partij van Vietnam (Đảng Cộng Sản Việt Nam) wordt overheerst, een partij die vroeger de Vietnamese Partij van de Arbeid genoemd werd. De overheid is in theorie onafhankelijk van de partij, maar in de praktijk ontvangt het het grootste deel van zijn richtlijnen van de partij. Hoewel er enige inspanning is geweest om lidmaatschap in overlappende partij- en staatsfuncties te ontmoedigen, gaat deze praktijk tot op de dag van vandaag verder. Tran Duc Luong, Phan Van Khai, Nguyen Van An, Tan Nguyen Mest, Le Hong Anh en Pham Van Tra nemen hoge posities in de overheid in.
Er zijn geen wettige oppositiepartijen in Vietnam, hoewel een aantal onwettige groepen overzee verspreid onder ballingschapgemeenschappen in landen zoals Frankrijk en de Verenigde Staten bestaan. Deze gemeenschappen hebben demonstraties en opstanden tegen de overheid georganiseerd. Het prominentst zijn de Vietnamese Constitutionele Monarchistische Liga, de Volksactiepartij van Vietnam, Montagnard Foundation en de Regering van Vrij Vietnam. De Regering van Vrij Vietnam heeft de verantwoordelijkheid voor een aantal guerrillainvallen in Vietnam opgeëist. Deze invallen werden door de overheid als terrorisme gezien.
Vietnam is in een aantal Amerikaanse films prominent aanwezig vanwege de eigen traumatische ervaringen tijdens de Vietnamoorlog. De bekendste Amerikaanse films die daarover gaan en zich dus (geheel of gedeeltelijk) in Vietnam afspelen zijn: