|
|
Terug naar Argentinië.
Vandaag rijden wij naar El Calafate in Argentinië een rit van 285 km noordwaarts. Van Puerto Natales Chili naar Noordelijker Chili kan, over de weg, enkel over grondgebied Argentinië. Tot aan de grens loopt een nieuwe betonweg, dezelfde die we namen om naar het Nationaal Park Torres del Paine te gaan. In Cerro Castillo is de Chileense grenspost. De grensformaliteiten in Chili duren wat omdat net voor ons een bus met Franse toeristen is aangekomen. Aan de grens met Argentinië zijn we ze voor, maar, daar staat een andere rij aan te schuiven, nu Amerikaanse toeristen.
|
|
De zon schijnt in een blauwe hemel, we rijden op ripio, de RN 40 tegemoet. We moeten dringend tanken, een 20 tal kilometer verder zou een benzine station moeten zijn heeft de douane agent mij gezegd. |
Het Patagonisch landschap hier is ook een grote leegte, hoewel wat meer golvend dan de oostkant van Argentinië, maar verder is er niets. Geen bomen geen struiken. De grond is bedekt met alleenstaande grasstruikjes waarvan de sprieten alle in dezelfde richting wijzen, vanwege de hier altijd aanwezige sterke winden. Aan de afslag waar de RN40 overgaat van asfalt naar grindweg is er inderdaad een tankstation. Het is nu 12u30. Er is geen mens te bespeuren achter de gesloten glazen deur waarop een mededeling hangt dat het nu middagpauze is tot 13 uur. Het volgende tankstation is 120 kilometer verder. Gelukkig hebben we reserve in de jerrycans op het dak van de FJ. |
|
De kwaliteit van de ripio op de RN40 hier varieert van goed naar slecht met losliggende grind met grote stenen, maar de FJ meestert de verschillende ondergronden zonder morren en bovendien is er weinig tot geen stof. Op deze verlaten weg komen we alleen schapen, guanaco’s en rheas (struisvogel) tegen en boven ons cirkelen drie majestueuze condors en vele arenden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
EL Calafate.
Wij zijn bijna in El Calafate en we rijden op een geplaveide weg. Aan de grens van de stad is er een politiepost die dienst doet als ontvangstcomité. We worden welkom geheten en krijgen een afvalzakje toegestoken. In het YPF tankstation aan de kop van de hoofdstraat, Liberdad, vullen we de tank en de jerrycans. Wij en de FJ worden bemonsterd en een wagen die uit Texas is gekomen hebben ze hier nog niet meegemaakt. We worden zelfs gefeliciteerd!
|
|
Empanada’s en goede Malbec wijn en een stralende zon. Een perfecte combinatie om op het terras in Libertad straat te genieten van onze kennismaking met EL Calafate. Toeristen flaneren op en neer de Libertad, El Calafate is duidelijk een toeristische hoogvlieger. |
Dinsdagochtend 16 februari is de zon opnieuw van de partij maar we hebben gisteren de FJ geparkeerd in de schaduw van de bomen aan de oostzijde van de camping Amsa, en nu zit de zon verscholen achter de hoge populieren. Ontbijten bij een temperatuur van slechts 8° uit de zon is niet het meest comfortabele.
Het is al half tien als onze Argentijnse buren kampeerders wakker worden en wij aanstalten maken om op te doeken. We gaan vandaag naar El Chaltèn een klein dorpje aan de voet van de befaamde Fitz Roy, naar het schijnt de moeilijkste berg, op wereldschaal, om te beklimmen. Niet dat we daar aan alpinisme willen doen, maar het kan nogal eens voorvallen dat de berg niet te zien is omwille van laag hangende wolken of slecht weer. Dan is een simpele wandeling ook al niet meer mogelijk. |
|
|
|
|
|
|
|
|
El Chaltèn?
220 kilometer geplaveide weg in stralende zon en nu eens in een afwisselende golvend woestijnlandschap. Geen wind! We hebben nog 130 km te gaan en we zien al de besneeuwde toppen van de bergketen rond de Fitz Roy. Op 100 kilometer van El Chaltèn gaat de weg ten noorden van Lago Viedma richting west, recht naar de besneeuwde bergtoppen. Onze ogen laten ons in de steek. Wij zien 100 kilometer ver de bergen alsof het maar een twintigtal kilometer zou zijn! De lucht moet hier van een andere kwaliteit zijn!
|
|
De vergezichten worden alsmaar adembenemender naarmate we El Chaltèn naderen er lijkt maar geen einde te komen aan al dat moois !
Het dorpje El Chaltèn lijkt wel ingenomen door rugzaktoeristen en alpinisten. We hebben ons laten vertellen dat bergbeklimmers hier soms weken vertoeven wachtend op de geschikte dag om de Fitz Roy te beklimmen. Er zijn een paar campings maar die zijn alle ‘basic’. Wij vinden een stek tussen twee gebouwtjes beshut van de wind, moest die komen opzetten. |
|
Het Fitz Roy gebergte |
Maar de zon is nog steeds van de partij en er is geen wolkje aan de lucht te bespeuren. De besneeuwde bergtoppen schitteren in de zon.
De tent op de FJ is nog maar opengevouwen of we hebben weeral bewonderaars die een foto willen nemen.
Woensdag 17 februari en het is al ruim over 8 uur en weg liggen nog in de tent. We wachten eigenlijk op de zon om uit onze knusse tent te dalen. Maar k vrees dat het tevergeefs wachten zal zijn. Als we uiteindelijk toch in de buitenlucht staan belet een dik wolkenpak elk zicht op de omringende bergen. Wat gisteren een paradijs leek is nu een troosteloze plek geworden. Nu vallen de vele half afgewerkte gebouwtjes en kleine huisjes op want er zijn geen vergezichten meer om ons te verbazen. Wij ontbijten in mineur en praten ondertussen met een Zuid Afrikaanse stel op reis met ongekende einddatum in een in Brazilië gekochte kleine Fiat bestelwagen waarin ze op een plank boven de bagage een bed hebben gemaakt.
Op het nippertje kunnen we de toptent dichtvouwen vooraleer het goed begint te regenen. |
|
De wandeling naar de Fitz Roy kunnen we nu wel definitief vergeten. Het alternatief is een 40 kilometer ripio tocht met de FJ naar het Lago Desierto vlakbij de Chileense grens. En ook dat meer heeft zijn charmes verloren. Het is koud en het regent nog steeds |
Terug in El Chaltèn besluiten we naar El Calafate terug te keren in de hoop dat het weer daar toch wat beter is. Eens buiten El Chaltèn begint de woestijn en het regent nog steeds. Hoe verder we landinwaarts trekken hoe minder het regent en 100 kilometer verder rijden we droog. Daar steken we het fietsend koppel, hij uit Nieuw Zeeland en zij uit Schotland, voorbij. Zij komen al van Santiago en willen nog naar Ushuaia. Nog 800 kilometer!
We zijn opnieuw in EL Calafate, het regent niet, de temperatuur is 15°C, niet bepaald om vrolijk van te worden maar het is toch iets beter dan het weer in El Chaltèn en gezien het klimaat hier is 15 graden zelfs goed weer. Normaal regent het niet in de zomer, beweren ze hier. De neerslag is ten oosten van de Andes trouwens zeer laag, vandaar de woestijnvorming. De gemiddelde jaartemperatuur is slechts 9,6 graden, 0,6 graden in de winter en 13,6 graden in de zomer gemiddeld.
Tot 22 februari moeten we wachten om in te schepen op de Spirit of the Glaciers voor een twee daagse cruise op het meer Lago Argentina met de Perito Moreno als hoogtepunt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
We bezochten de Perito Moreno terwijl we aan het wachten waren op onze boottrip.
Prachtig gewoon!! |
|
|
De grote gletsjers.
Met vijf koppels zijn we ingescheept in Punta Banderas op de ‘Spirit of the Glaciers’. Deze cruise is een Kerstgeschenk van Koen en Véronique. Het is 10u30 en we zijn een uur aan het varen op het gletsjermeer Lago Argentino richting Upsala gletsjer. De zon schijnt maar er waait een forse en kille westenwind vanuit de Andes. Het water is woelig en de boot bonkt tegen de golven aan. We varen de eerste ijsberg voorbij en dat wekt wat opschudding bij de passagiers om de beste foto’s te schieten. Er komen er nog enkele voorbij tot we voor een muur van ijsbergen komen. Het meer heeft hier een onderwaterdam die maar 14 meter onder de wateroppervlakte zit. De grote ijsblokken afkomstig van de gletsjers hebben een veel grotere diepgang en blijven haperen aan de onderwaterrichel. Grote en kleine, diepblauwe en witte ijsbergen kris kras door elkaar, honderden ijsbergen die liggen te wachten tot ze voldoende gesmolten zijn om over de dam te kunnen schuiven. Een fascinerend schouwspel. En dat is ook de 130 meter hoge muur van ijs van de Spegazinni gletsjer waar we nu op veilige afstand voor liggen. Door de felle wind kunnen we het krakend geluid niet waarnemen als een stuk ijs van de gletsjer afbreekt, we zien het alleen in het water storten.
|
|
De Spegazzini gletsjer. |
23 februari. We hebben pas ontbeten op de boot die nu richting gletsjer Perito Moreno vaart. We hebben de nacht doorgebracht in het rustig water van een baai onder een wolkenloze sterrenhemel. De Perito Moreno gletsjer hebben we twee dagen geleden al bezocht toen we vanuit El Calafate naar het Nationaal park “Los Glaciares” zijn gereden en overnacht hebben in het park bij het “Lago Roca”. Daar hebben we de ijsmassa die van de bergen afglijdt vanuit de hoogte kunnen zien en hadden we een vogelperspectief op de muur van ijs aan het einde van de gletsjer. |
|
De Perito Moreno gletsjer |
Nu varen we heen en weer langs die grote blauwe ijsmuur van 2 kilometer breed. Het linkse deel van de gletsjer ook 2 km breed kunnen we niet bereiken. De hoogte is nu veel impressionanter, tot 130 meter hoog gaan de ijspieken! Onze gids, Milthon, informeert ons dat de ijsmassa met 2 meter per 24 uur naar beneden komt en dan in stukken uit elkaar valt en zo de ijsbergen doet ontstaan. (?)
We namen in de namiddag afscheid van iedereen met een glas Champagne. Het was een schitterende ervaring.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verder naar het noorden.
We hebben El Calafate verlaten, opnieuw is de zon van de partij. Vandaag 24 februari moeten we in Baja Caracoles zien te geraken 500 kilometer ver. Een behoorlijke afstand rekening houdend met de kwaliteit van de wegen hier. We weten niet hoeveel ripio we onder de wielen zullen krijgen en hoeveel asfalt? De overheid is druk bezig de befaamde ‘40’ te moderniseren.
We hebben 150 kilometer rustige geplaveide ‘ruta 40’ achter de rug en we zien voor ons de R40 veranderen in grintweg. ‘Tres Lagos’ zijn we al een eind voorbij en er staan geen aanduidingen meer langs de weg. We rijden Oost tot Noord Oost en dat is volgens onze kaart niet de juiste richting. De ripio is in redelijk goede staat hoewel het elektronisch stabiliseringsysteem van de FJ al een paar keer heeft moeten ingrijpen om de auto op de baan te houden. We rijden door centraal Patagonië en er staat niet de minste wind. De temperatuur is zelfs tot 20 ° opgelopen.
We hebben al een tijd door dat onze navigatie verkeerd moet zijn. De GPS geeft plots nog 450 km aan terwijl een half uur geleden wij nog maar een 320 km tot het doel hadden af te leggen. We zullen 90 km verder de RP70 noordwaarts kunnen nemen en dan later terug op de R40 komen. De ripio is op deze provinciale RP288 niet al te slecht, we vorderen goed. Bij het binnenrijden van het stadje Gobernador Gregores krijgen we een folder met de instructies hoe je op ripio moet rijden! We kunnen hier tanken maar er is verder niets te beleven.
We rijden nu op een voorlopige weg die werd aangelegd omdat men de RP70 aan het heraanleggen is. Eens rijden we links van de weg in aanleg, dan eens rechts, het is soms zoeken waar we moeten rijden want signalisatie ontbreekt totaal. De (platte) Patagonische steppen zijn nu heuvelachtig geworden.
Als we de R40, “la cuaranta” oprijden is deze op sommige plaatsen in heraanleg. De ripio van de’ 40’ is bij wijlen niets anders dan ‘diep wasbord’. Soms gaat hij op en neer zoals een roller coaster. We vermoeden dat er geen onderhoud op de oude weg wordt gedaan omdat de nieuwe in aanleg is.
Het is ondertussen 20 uur en we rijden Bajo Caracoles binnen. Een benzinestation, twee hospedajes en twintig huizen groot. Bij een van de hospedajes kunnen we kamperen. Nogal primitief, maar er is een douche en er is warm water. We hebben de tent nog maar pas opengeplooid of de kamper van het Duitse koppel dat we in El Calafate ook al tegenkwamen rijdt de binnenkoer op. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Cueva de las manos.
Dat we hier in die godverlaten plek zitten heeft te maken met het geplande bezoek aan de meer dan 9.000 jaar oude grotten met duizenden negatieve handafdrukken. 50 km ripio langs heuvelend en soms steile stroken brengen ons tot aan de cayon ‘Rio Pinturas. Diep tussen granieten vertikale, 100 meter hoge rotsen, is een 100 meter brede kloof waarin een beek loopt die ervoor zorgt dat de vallei begroeid is met bomen. Zeer vergelijkbaar met de ‘Canyon de Chelly’ in de staat Utah.
Het is middag maar we moeten wachten tot 1 uur om een geleidend bezoek te krijgen. We hebben dus tijd om wat bij te praten met het Nederlandse koppel, uit Maastricht, dat we ontmoetten op de camping ‘Amsa’ in El Calafate.
|
|
De grotten bevatten een bijzondere collectie van grotkunst uit de periode van 9.000 tot 7.000 jaar geleden. Het zijn vermoedelijk de Tehuelches indianen die door middel van minerale verf, geblazen door pijpen gemaakt uit beenderen, een negatieve handafdruk op de rotswanden hebben gemaakt. Er zijn ook Guanaco’s te zien en afbeeldingen van de jacht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Terug naar Chili.(26 februari)
Deze morgen heb ik de camper van het jonge Duitse koppel weer rijklaar kunnen maken. Ze waren gisteren ook op dezelfde camping (zeer laat) aangekomen met hun – in Ushuaia - gehuurde 4X4 camper. Het voertuig had zodanig te lijden gehad van de ripio wegen dat binnenin de kasten en douche deur op het punt stonden uit elkaar te vallen of al gevallen waren. Het ergste was echter dat de hele woonbak los van het chassis was gekomen!
|