|
|
Puerto Montt en de tsunami.
We zitten een paar dagen vast in Puerto Montt omwille van onderhoudswerkzaamheden aan de FJ. Puerto Montt ligt aan zee en in de verte zijn besneeuwde bergtoppen van de vulkanen te zien maar veel is hier verder niet te beleven.
Onze cabaña, op een paar honderd meer van de Plaza de Armas, ligt in een steile straat een paar honderd meter van de kustlijn verwijderd. Aan de overkant van de straat staat een modern torengebouw van ING, dat uitkijkt over de baai. Puerto Montt is gebouwd op enkele heuvelruggen en nauwe dalen die meestal evenwijdig lopen met de zeelijn. De straten zijn soms zeer steil en het is puffen als we ze snel oplopen.
Vandaag, 11 maart, is er president wissel in Chili maar verder is er niet veel te verwachten. We zullen onze dag moeten vullen met wandelen en wat internetten.
Zopas meldt de TV dat zich opnieuw een grote aardschok heeft voorgedaan, 7,8. Nu in de regio van Valparaiso, dit is ten Noorden van Santiago. Het was vlak voor de ceremonie van de eedaflegging van de nieuwe president. Twintig minuten later weer een schok met ongeveer dezelfde intensiteit, nu 100 km zuid west van Santiago.
Het is 14 uur de zon schijnt en we wandelen naar de zee toe. Het valt ons op dat de winkels zijn gesloten en dat de straten leeg zijn. Misschien omwille van de eedaflegging van de nieuwe president? |
Terug in onze cabaña, vernemen we dat er in de stad rond 13 uur een tsunami alarm was afgekondigd. We zien op TV de mensen en kinderen uit de scholen in paniek de hogere gelegen delen van de stad oprennen…De tsunami hebben wij niet gezien! |
|
|
|
Naar het Chileense merengebied.
Het is zaterdag 13 maart, ik heb zojuist de FJ uit de Toyota garage gaan ophalen we kunnen eindelijk vertrekken. We rijden op de ‘5’ richting Noord. De snelweg met de naam ‘5’ is de langste snelweg ter wereld. Hij loopt van Chiloë (de archipel ten Zuiden van Puerto Montt) over Santiago tot helemaal in het Noorden aan de grens met Peru,3.500 km.
Wij hebben al na 32 km de snelweg verlaten en rijden Puerto Varras binnen. |
Het stadje ligt aan het meer Llanquihue en ware het niet van de vulkaan aan de andere zijde van het meer, we zouden zweren ergens in Duitsland te vertoeven. De kerken, de huizen, zelfs de namen van de hotels en de restaurants zijn in het Duits. We kunnen hier zelfs “Kuchen” eten. We hebben navraag gedaan in de toeristische dienst en hebben een paar adressen gekregen van cabañas en hotels. |
|
Het hotel “Weisser Haus” in het centrum op een 100 meter van het meer gelegen, heeft nog volop kamers vrij, we reserveren voor twee nachten.
De zon verdwijnt nu en achter de wolken en de met sneeuw bedekte Osorno vulkaan laat zich maar af en toe zien. Hopelijk is de hemel morgen wolkenvrij.
|
|
|
De Osorno vulkaan
Vandaag zondag rijden we rond het meer. De vulkaan is nu wel zichtbaar vanaf de promenade aan het meer. Het is een perfecte kegel met witte top en hij domineert het landschap op overdonderende wijze. In de streek hier “ Het meren gebied” en ook het land van de oorspronkelijke bewoners de “Mapuche” zijn er tientallen vulkanen en sommige zijn nog actief. Sinds 1850 hebben Duitsers zich in het merengebied gevestigd en hebben een grote impact op de omgeving en de lokale cultuur nagelaten.
De weg rond het meer doen we in klokwijzerzin. Wij zijn op asfalt begonnen, maar rijden nu al een tijdje op stoffige ripio en zoals altijd waar de hellingen steil zijn, is de ripio in zeer slechte toestand met ‘wasbord’ en veel putten. Soms is de weg smal dan weer wat breder, hij slingert langs de grillige oevers van het meer en gaat op en af.
Aan de voet van de vulkaan is men bezig – het is zondag - met een nieuwe weg aan te leggen. Er moeten nog veel bruggen gebouwd worden en grote rotspartijen door middel van dynamiet verwijderd worden, zo te zien. Wij hebben de afslag naar het nationaal park van de vulkaan ‘Osorno’ genomen en rijden op een smalle asfaltweg tussen de bomen richting top. |
Op 1.200 meter kunnen we niet verder, boven ons torent de machtige witte conus van de vulkaan, onder ons zien we het blauwe meer en wat verder nog een vulkaan. Er is een zetellift die ons nog tot 1.600 meter kan brengen, maar er zijn wolken komen opzetten en het is hier behoorlijk fris ook. We kiezen voor een koffie en taart in de refugio.
|
|
|
|
Duits?
Maandagmorgen 16 maart. “Von wo sind Sie?” Ah, aus Belgien! Nein, Belgier haben wir hier noch nicht gehabt, Schweizer, Sweden, Deutscher, ja aber…“ . Het is Francisco de hotelbaas die naar ons informeert als we onze rekening willen betalen. Wij vernemen nu waarom wij gisteren in het donker hebben moeten eten, in een "Parilla " restaurant aan de rand van het meer. Vanaf Santiago tot 2.000 km verder naar het Zuiden was er geen stroom. Een verder gevolg van de aardschokken die het land teisteren. Deze morgen is de panne nog niet helemaal hersteld, nog 10 % van het land zit zonder stroom.
Hij spreekt nog een weinig Duits hoewel hier geboren. Van zijn grootmoeder heeft hij “die Muttersprache” geleerd. “Sind Sie Flamen oder…”.Hij kent ook België en het ‘cultuurprobleem’, hij heeft zelfs een nicht die in Hasselt woont. |
|
Het merengebied wordt volgens de gidsen, althans, vergeleken met Zwitserland. Ja, er zijn de diepblauwe meren en de bergen maar we hebben nog geen kegelvormige met sneeuw bedekte vulkanen gezien in Zwitserland. Die vulkanen domineren de landschappen en van de oevers van ‘Lago Ranco’, ‘Lago Rinhinue’ en ‘Lago Panguipuli’ de meren, die we vandaag voorbij zijn gereden zijn ze te zien, tenminste als ze niet in de wolken zitten. In het stadje Frutono aan ‘Lago Ranco’ krijgen we van de toeristische dienst alweer te horen dat hier geen Belgen komen, de camping adressen die we er kregen waren waardeloos vanwege “gesloten”. In het toeristisch seizoen moet hier een grote drukte heersen maar, nu, buiten het seizoen –vanaf begin maart – zijn de meeste hotels, restaurants toe en dat geldt ook voor de vele kampeerplaatsen die in groten getale langs de oevers van het meer liggen. We besluiten door te rijden naar Panguipulie aan het meer met dezelfde naam. Het is wel nog 100 kilometer maar de weg is geasfalteerd en het is nog maar 17 uur en de zon is nu volop van de partij.
|
|
|
Nog vulkanen en diepblauwe meren
We gaan bergaf! Neen, niet wij natuurlijk maar de weg bij het binnenkomen van de stad. Tussen de bomen krijgen we zicht op de besneeuwde top van de vulkaan….! En na enig zoeken ontdekken we een camping op de hellende oevers van het meer met uitzicht op twee vulkanen! |
|
Een mooiere plaats om te verblijven is niet te bedenken.
Onze buren uit de naburige cabaña zijn al om 5 uur uit de veren. En dat is ons opgevallen. In Chili hebben autorijders de slechte gewoonte om vooraleer ’s morgens weg te rijden met de auto, de motor te laten warmdraaien gedurende wel 10 minuten! De twee 4X4 diesels staan op een paar meter van onze tent, warm te draaien! We moeten terug ingeslapen zijn want het is nu bijna negen uur. Maar de rit van vandaag naar het volgende meer Calafquen is slechts 75 kilometer.
|
De ripio weg langs het ‘laguna pullingue’ is smal. Zoals overal in deze streek zijn de wegranden begroeid met braambessen. Hier zien de bessen er grijs uit van het stof, maar gisteren waren we op een verlaten weg. Daar waren de bessen vrij van stof. Trossen rijpe zwarte braambessen, nog nooit zo ’n overvloedige groei gezien. |
|
We rijden het dorpje Villarica binnen, waarvan enkel de hoofdstraat is geplaveid. Omwille van het eruptiegevaar van de vulkaan Villarica en de lavastroom in 2007 zijn hier de laatste tijd geen investeringen meer gedaan. De huisjes zijn piepklein en dat is eveneens het kerkje. De 2.800 meter hoge vulkaan, Villarica, behoort tot een van de meest actieve vulkanen van Chili. |
|
|
Ongeval.
We rijden een gele Toyota tegemoet met in de laadbak vieruitpuilende reservewielen. De chauffeur steekt zijn hand in de lucht en we zien hem in onze spiegels halt houden. We stoppen ook en zien de Toyota rechtsomkeer maken.
In de gelagzaal van het hotel Elisabeth vertelt Parijzennaar Francis ons van zijn avontuur dat hem gisteren is overkomen. Ervaren als hij is, deed in 1991 nog een Parijs Dakar en in 2007 Parijs Peking, is hij gisteren met de Toyota over kop gegaan in het Nationaal park. Zijn vriendin en hij zelf, zijn nog zichtbaar onder de indruk van het avontuur waar ze nog behoorlijk goed zijn vanaf gekomen. De Toyota heeft wel op zijn dak gelegen, en dat is te zien aan het ingedeukte bagagerek maar de deuren openen nog en hij rijdt! |
|
|
Pucon
Van Villamarca rijden we naar Pucon langs de boorden van het meer. Een ritje van een goede dertig kilometer. Het meer links van ons zien we maar af en toe want de oevers zijn bebouwd met villa’s en chalets. Naar we vernemen zijn het vooral welgestelde lui uit Santiago die hier terreinen opkopen, om er een riant huis op te bouwen. De Mapuche worden daardoor steeds verder in het binnenland gedreven. De Mapuche zijn de oorspronkelijke bewoners van Zuid Chili. Ze hebben de invallen van de Inca’s kunnen tegenhouden. De Spanjaarden zijn daar pas midden de 19de eeuw, na 300 jaar, in geslaagd de Mapuche te overmeesteren. De strijdlustige stammen konden gebruik maken van de Bio Bio stroom die ze gebruikten als natuurlijke barrière. Om de Mapuche gebieden te bezetten werden dan Europeanen, vooral lieden uit Duitsland, gerekruteerd.
De toeristische dienst heeft een chalet aan de invalsweg van het stadje. Het is 14u30 en we lezen: “Open vanaf 9 tot 13 uur”! We zullen dus zelf maar op zoek gaan. Van Francis – de onfortuinlijke Parijzennaar met de Toyota - hebben we een hoteladres gekregen. Hotel Geronimo ligt op twee blokken van de hoofdstraat en we kiezen een kamer mat balkon en zicht op de vulkaan -con vista al volcan-.
Pucon staat bekend als de “place to be” voor tal van sporten. Trekking, rafting, skiën ( in de winter), off road, watersporten en nog meer uitdagends …
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De actieve vulkaan ‘Villarrica’
We worden wakker zonder zicht op de vulkaan. Hij zit in de wolken we kunnen slechts vermoeden waar hij zou te zien kunnen zijn. Internet in het hotel werkt niet. Terramoto is de oorzaak zegt de bazin maar als we de man spreken geeft hij toe dat er een probleem met de apparatuur is. “Este tarde todo sera en orden”!
De vulkaan Villarrica -2.847 meter hoog - zit nog steeds volledig verborgen achter een dik pak grijze wolken, als we de asfaltweg die naar het skistation op de flank van de vulkaan links opdraaien. Aan dit kruispunt valt ons een groene signalering op. |
Groene lijnen en pijlen wijzen de richting aan die we moeten nemen in geval van een eruptie van de actieve vulkaan. Goed om weten, een gewaarschuwd man is er twee waard! |
|
|
Aan de ingang van het park waar we de gebruikelijke inkom tickets hebben betaald, zit de gevarenzone wijzer bijna in het rood, gevaarlijk dus! Een tweede bord, een paar meter verder, zegt dat trekking naar de krater niet is toegelaten. Dat zijn we ook niet van plan, we willen zover mogelijk rijden met de hoop boven de wolken uit te komen.
Het asfalt is gestopt aan de ingang van het park, nu rijden we op ripio in een holle weg. De wanden van de weg zijn uitgeschuurd door het water dat hier af en toe naar beneden stroomt. We rijden houtkappers voorbij, de temperatuur zakt alsmaar lager en ook de begroeiing wordt dunner. Waar aan de ingang van het park nog een dicht bos met bomen was, die soms over de 2.000 jaar oud zijn, komen we meer en meer in open terrein. We zijn aan de voet van de skiliften. Een wat triestig beeld, de hoge betonsokkels, die anders onder de sneeuw verdoken zitten, van de skiliftportalen midden lava as in een donkere lucht. |
Volgens de parkwachters zouden we de specht met de felrode kop moeten kunnen spotten maar blijkbaar is hij vandaag op verplaatsing, hij was zelfs niet te horen laat staan zien. |
|
|
Donderdag 18 maart. Vanuit ons bed zien we dan eindelijk de besneeuwde en witte rook blazende Villarrica, tegen een blauwe hemel. Onze dag kan niet meer stuk. Zelfs al werkt internet nog steeds niet in het hotel. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Temuco
Zondag 21 maart. De straten van Temuco zijn verlaten. Temuco wordt beschreven als de snelst groeiende stad van Chili. Der stad is bekend bij toeristen omdat ze als vertrekpunt dient naar de vele recreatiegebieden in het Meren district. Maar de anderhalve dag verblijf hier zullen we ons niet lang herinneren. We zochten het hotel “Austria” uit Lonely Planet maar dat was er niet meer en ook het Peruaanse restaurant – waar we Ceviche zouden degusteren - bleek geschiedenis.
Het regent! We zetten koers naar het Noorden op de ‘5’. We zijn hier op een 275 kilometer van Concepcion en we twijfelen of we over de ‘5’ – er zijn geruchten dat er beschadigingen zouden zijn door de grote aardbeving - richting wijnvalleien ten Zuiden van Santiago rijden, ofwel terug over de Andes trekken richting Argentinië. We hebben de ‘5’ in Victoria verlaten en rijden nu richting Argentinië op de R89. Het landbouwgebied verandert langzaam in heuvelachtig bos. Het regent niet meer maar de lucht ziet zwart. We zijn net door een 4 kilometer lange en vooral smalle tunnel gereden. De asfaltweg schijnt nieuw, want hij staat op geen enkele kaart en ook de GPS kent hem niet. We stijgen steeds meer, nog 60 kilometer zijn we van de Chileense grenspost.
De grens met Chili zijn we voorbij en de grenspost van Argentinië is 22 kilometer verder. We blijven stijgen en rijden terug op ripio in de regen, 1.850 meter hoog.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|