|
|
Terug in Chili.(26 februari)
De rit gisteren (325 km) naar en van de ‘Ceuvas’ en dan naar Los Antiguos over de ‘40’ was stoffering en hobbelig, vanaf het meer van Buenos Aires was de weg geplaveid en werd het landschap gedomineerd door het azuurblauwe water van het tweede grootste meer van Argentinië.
We zijn zonder problemen de grens met Chili overgereden, hoewel de ijverige douane beambte in Chili grondig (?) heeft gecontroleerd of we geen verboden fruit of melkproducten bij hadden. Zelfs een veegborstel, nog van Mexico, werd bestast en gesnoven. De koelkast heeft hij niet opgemerkt!
Wij rijden door Chile Chico een onooglijk klein grensplaatsje, we hebben even de boorden van het meer verlaten dat trouwens hier in Chili een andere naam heeft gekregen. Hier is het ‘General Carrera’. |
|
De weg gaat steil omhoog en dan weer steil naar beneden en slingert tussen rotspartijen. We gaan op en neer langs een weg uitgehouwen in de kliffen. Onder ons het diepblauwe water van het meer aan de andere zijde van het meer de besneeuwde bergtoppen! Geweldig en een drie sterren quotering waard.
Het is slechts sinds het begin van voorgaande eeuw dat mensen hier wonen. De oevers van het meer hebben een soort microklimaat de streek zelf heeft een koud en vochtig klimaat. Tweemaal is er schade geweest door de uitbarsting van de Hudson vulkaan in 1971 en 1991. |
|
Tot in Pto Rio Trenquillo blijft de weg ons prachtige en spectaculaire zichten leveren! Een paar kilometer voor het dorpje staat een bord met reclame voor de ‘Kathedralen van marmer’. Beneden is een camping. We dalen langs een smalle en zeer steile weg af naar de oever van het meer. |
|
We parkeren de FJ boven op een 20 meter hoge rots aan de rand van het meer en zullen hier onze tent uitvouwen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Op het meer van General Carerra.
Met een prachtig uitzicht op het Lago General Carrera worden we wakker, het is zaterdag 27 februari. Wat verder staat de Iveco van een koppel Duitse wereldreizigers. Straks, om half tien, gaan we samen in een klein bootje de ‘Marmeren Kathedralen ‘ bezoeken. Die bevinden zich op een goede boogscheut van onze slaapplaats.
De kliffen aan de rand van het meer zijn daar uit marmersteen. Het eeuwenlange spel van het water van het meer heeft die rotsen uitgehold, gesculpteerd en geslepen. De kleuren van het marmer in de tunnels variëren van wit, zwart tot blauw en donkerblauw. Onze bootsman vaart behendig met het kleine bootje tot diep in de tunnels - we moeten onze hoofden bukken - zodat we van zeer dichtbij de gladde precies geschubde gewelven en wanden kunnen zien en betasten. |
Het water is kristalhelder en het kabbellende water weerkaatst het klaterend zonlicht op de gewelven. We varen de ene grot na de andere in en uit, en telkens heeft het meerwater andere spelonken uitgevreten. Soms is het marmer tot net enkele centimeters boven het wateroppervlak weggeschuurd en hangt als een stalactiet aan de hogere rotsformatie. Een wonderbaarlijk nooit gezien natuurschoon! |
|
Terug op het vasteland nemen we afscheid van Ingrid en Bernd. Wij willen nog naar Coyhaique, zij gaan op het noordelijk ijsplateau een gletsjer opzoeken.
|
|
De ‘carretera Austral’ ofte de’ 7’ hebben we gisteren al meegemaakt. Voorheen was de naam van deze spectaculaire weg ‘de carretera General Augusto Pinochet’. Hij is 1.240 km lang en loopt van Puerto Montt naar het zuiden tot Villa O’Higgins waar hij dood loopt. In 1976 zijn de werken begonnen en de laatste stukken zijn pas beëindigd in 2003. In de jaren vijftig en de zeventig had men al geprobeerd een weg naar het Zuiden aan te leggen maar die pogingen zijn alle mislukt. |
Wij zijn even van de ‘7’ afgereden naar het laatste dorpje aan de rand van het meer. Daar zou een kleine supermarkt moeten zijn. Zonder veel moeite vinden we de ‘Gato Negro’, een verbeterde schuur. Maar we kunnen er eieren, aardappelen en zelfs bananen kopen. De bazin is wat opgewonden, ze heeft juist het nieuws vernomen over de verschrikkelijke aardbeving. Ze vertelt over ingestorte bruggen en een aardschok van 8,8 op de Richter schaal. We worden er even heel stil van en zetten onze weg verder? Als we niet meer in Coyhaique geraken hebben we vanavond toch iets te eten. |
|
We kunnen ons geen geschikter weer voorstellen om de ‘Austral’ te berijden. Blauwe hemel en 25 a 26°C! De ripio heeft alle gradaties van kwaliteit. Vooral in de bochten en op hellingen is er diep tot zeer diep wasbord en dat is opletten geblazen of we donderen met de FJ de dieperik in. Doordat er geen wind is blijft het stof minuten lang hangen en een tragere voorligger inhalen is enkele tijd blind rijden. Maar eigenlijk zijn we dat al gewoon. |
Het is bijna 18 uur en we rijden Coihaique, een stad van 44.000 inwoners, binnen. Aan de drie benzinestations die we tegenkomen aan de rand van het stadje staan lange rijen auto’s aan te schuiven. Wat is er aan de hand? In de voortuin van Hospedaje ….,ons aangeduid door de toeristische dienst van de stad, kunnen we kamperen maar er is geen internet hier en de installaties zijn basic. We hebben wel al contact kunnen nemen met het thuisfront met het gratis WiFi op de Plaza de Armas, toen we geld uit de muur zijn gaan halen. Vlak bij onze kampeerplaats is een ‘echte’ supermarkt en die is overvloedig voorzien van vlees, groenten en wijn. Omwille van telecommunicatie storingen, als gevolg van de aardbeving, moeten we met effectivo ( cash) betalen.
Zondagmorgen 28 februari. We hebben goed geslapen maar we besluiten vandaag toch de tent te verwisselen voor een hotel met internet. Daar zullen we onze website wat kunnen bijwerken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
De “Carretera Austral” verderop.
En ja het internet in hotel Reloy werkte behoorlijk. Het was weekend en de enige gasten buiten ons waren Amerikanen. Die hadden een ernstig probleem want door de aardbeving van eergisteren, zaterdag 27 februari, was het hun niet mogelijk om terug te vliegen langs Santiago, zoals dat was voorzien.
De weg (RN7) naar - Puerto Aisen en Puerto Chacabuco, aan een fjord gelegen is nieuw en dus geplaveid. We rijden in een groene vallei - een paar kilometer breed – tussen graniet en basalt rotsformaties begroeid met bomen. De zon straalt en opnieuw is er geen wind. Het is aangenaam cruisen want er is geen stof en de omgeving straalt rust en kalmte uit.
Wij hebben ondertussen kunnen tanken. De communicatielijnen met Santiago moeten terug in orde zijn, veronderstellen wij, We hebben kunnen betalen met een creditkaart.
De GPS ingesteld op Puerto Puyuguapi een klein dorpje op 260 km afstand, dat ligt aan de Stille Oceaan, aan het uiteinde van een langgerekt en grillig fjord.
|
|
Het rustig cruisen is al een tijdje voorbij want we zijn ondertussen al weer op een stofferige ripio beland. Daarstraks was hij nog breed maar nu rijden wij tussen het groen op een smalle weg en die gaat met haarspeldbochten snel hoog. Het uitzicht is belemmerd door de weelderige plantengroei, alsof we in de tropen waren. |
We zijn nu terug in wat meer open landschap, de RN7 is nog altijd smal. Voor ons zien we weer de besneeuwde toppen van de ons omringende bergen. De woeste ongerepte natuur blijft verbazen en boeien. Zopas hebben we twee eenzame fietsers voorbijgereden. Ze waren zwaar bepakt en zwart als duivels van het stof. De ‘Carretera Austral’ staat wereldwijd op nummer 1 van de lijst ‘avontuurlijke uitdagingen’. 1280 km RN7, eenzame weg door woeste natuur en doorgaans vijandig klimaat. De dorpjes langs de Austral zijn dun bezaaid, om de 100 a 200 km. In het totaal wonen in deze regio’s slechts 100.000 mensen! En in de 2 maand dat het hier zomer is regent het dan nog meestal!
Het dorpje – 500 mensen- Puyuguapi is in 1935 gesticht door twee Duitse koppels. Het leeft vandaag hoofdzakelijk van de visvangst en zalmkwekerijen in het fjord. De verse vis, die hier gevangen wordt, gaat iedere week per vliegtuig naar Spanje zo vertelt ons de huisbaas van de Camping La Sirena, aan zee, waar onze FJ nu staat voor de nacht. |
|
|
|
|
|
Het einde van de RN7?
12 uur en we staan voor het Toeristen bureau vanwaar we de WiFi signalen kunnen capeteren om nog gauw een paar berichtjes naar bekenden te sturen. 206 kilometer naar Chaltén, over de RN7, staat op de routelijst voor vandaag. Het weer is omgeslagen. Was het gisteren nog overdag 27°, vandaag moeten we ons, bij een zeer laag wolkendek, tevreden stellen met slechts 14°C. Het is niet zozeer de lage temperatuur die de sfeer wat bederft maar het feit dat het zicht zeer beperkt is door het lage wolkendek. We zullen de gletsjers en de vulkanen niet kunnen zien. Het gebied is vulkanisch en er zijn regelmatig aardschokken variërend van 4,1 tot 5,7 op de Richterschaal (sinds 2007 meerdere). Wij hebben inmiddels wat lichte schokken kunnen waarnemen. Het regent lichtjes als we Chaltén binnenrijden, het is 16 uur. De wolken hangen ook hier laag en we zien dus niets van de omringende bergen, ook niet een van de twee vulkanen die hier na enkele duizenden jaren inactiviteit in 2008 is losgebarsten en het dorp heeft bedolven onder een dikke laag vulkaanas. |
Het is een troosteloos en deprimerend aanzicht! De meeste straten zijn maar half opgeruimd en de huizen zijn verlaten. We rijden langzaam door wat voorheen het centrum moet zijn geweest. Alle huizen die niet verwoest zijn onbewoond, de brede lanen zitten nog onder de vulkaanas.
Aan zee is de laan grotendeels vrijgemaakt van as in de richting van de aanlegsteiger van de veerboot. De hotels zijn alle gesloten, er zijn geen restaurants. Wat vroeger mooi moet zijn geweest laat nu een mistroostige indruk na. |
|
|
Het restaurant ‘Brisas del Mar’ is dicht. Dit was volgens de gidsen vroeger het beste restaurant van de stad. Nu kunnen we er een‘cabana’ huren. Die kost wel veel - naar Chileense normen - maar kamperen is uitgesloten. We hebben ondertussen onze intrek genomen in “Brisas del Mar”, we zijn op één na, de enige gasten. De receptiedame deelt ons onder andere mee tot wanneer de dieselgroep, die stroom levert, zal draaien. Er is geen stroomverdeling meer in het dorp.
Vóór de uitbarsting van de vulkaan … woonden hier ruim 4.500 mensen nu nog amper 500. Het wordt avond en de dieselgroep van het hotel verstoort de stilte. Het is eb en waar het zeewater is teruggetrokken, is het strand bedekt met dezelfde witte vulkaanas tot wel 500 meter ver. De aanlegsteiger voor de ferry staat droog!
We hebben ondertussen inlichtingen genomen bij het bureau van de veerdienst, dat naast ons hotel is.. De eerste boot naar Puerto Montt, vaart eerst aanstaande vrijdag - dus pas over drie dagen -. De volgende naar Quellón is pas over een week! We kunnen nog verder naar het noorden over de ‘7’ maar twee schiereilanden en evenveel ferry’s verder is er geen weg meer! |
|
|
|
|
|
|
|
|
De harde (vijandelijke) natuur in de Andes.
Ochtend 3 maart in Chaltén. Er hangt een dichte mist, we zien zelfs de zee niet meer vanop de kustlaan. Het is koud. De stad, of wat er nog van is overgebleven, is nu noch mistroostiger. De rit door de straten vol met wit vulkaanas is hallucinant. We moeten de eerste 80 kilometer dezelfde weg terug als waarmee we gisteren zijn gekomen. Over de kronkelende asfaltweg rijden wij de kleine stad uit. Overal ligt nog vulkaanas, ook in de rivier die rechts van ons loopt. Maar tot onze verbazing zijn er ook een paar straten waar er niets schijnt aan de hand te zijn. Op de weg ligt aan de randen,vulkaanas. Het lijkt wit zand en als ik er de FJ instuur stuift het als bloem.
|
|
De mist trekt op, of beter we rijden uit de laaghangende wolken en zien plots blauwe lucht en zon! Achter ons een grijze muur die elk zicht op Chaltén en de omgeving afsluit. Een eenzame cowboy gaat links op de weg dezelfde richting uit als wij, zijn hond loopt enkele tientallen meter voorop. Wij wuiven “ hola, buen dia”. |
Wat we gisteren maar half zagen door het minder goede weer zien we nu des te duidelijker. De bergtoppen zijn wit van de verse sneeuw. De sneeuw schittert in de felle zon. De 4 dappere fietsers die we gisteren hebben ingehaald, wuiven ons fel gesticulerend ‘hola’ zij willen nog naar Chaltén. Meer dan een half uur hebben we gereden, ondertussen zijn we op de stoffige ripio beland, en sinds de fietsers, zijn we niemand meer tegengekomen. Wij zijn alleen met de woeste natuur!
Af en toe merken we dat zelfs te midden van het weelderige groen er ook hier en daar naakte boomstammen staan, op de heuvels en bergen waar we voorbij rijden. In gans Patagonië zowel in Argentinië en Chili hebben we moeten vaststellen dat de meeste oude bomen dood zijn. Sommige staan nog – grijze knoestige masten -als stille getuigen van een af andere ramp, andere liggen verspreid over de terreinen, weiden en berghellingen of zijn weggespoeld met de bergrivieren. Hier en daar zijn ze op stapels gelegd en enkele malen hebben we houtvesters gezien die ze tot brandhout hadden verwerkt en ermee naar Coyhaique reden.
In Terra del Fuego zijn het de bevers – destijds ingevoerd vanuit Canada – die enorme schade aanrichten maar ook zwammen (of wormen?) decimeren het bosbestand. En te weten dat een boom met een diameter van 15 cm meer dan 50 jaar nodig heeft om die staat te bereiken. Intussen zijn projecten lopend om de beverpopulatie te verminderen. |
De oorzaak van de boomsterfte hier in Chili zou te wijten zijn aan een grote bosbrand in 1946 veroorzaakt door settlers en door branden veroorzaakt door vulkaan uitbarstingen. We zullen dus nog wat moeten rondvragen om de redenen te kennen van deze boomslag. Maar over de bijna 900 kilometer die we hier op de Austral hebben gereden, hebben we hetzelfde droevige beeld van dode bomen gezien. |
|
Terug naar Argentinië.
In Villa Santa Lucia verlaten we definitief de “ Carretera Austral” en nemen oost de RP265 richting grens met Argentinië. Woeste rivieren, blauwe meren, besneeuwde bergtoppen, ook deze weg verwent ons met betoverende natuurscènes. Het is hier het paradijs voor de avontuurlijke ruwwater rafters. We hebben andere doelen en met spijt rijden we voorbij de verschillende startplaatsen. In Futaleafu, een klein dorpje met enkele betonstraten rond de Plaza, houden we halt op zoek naar een gelegenheid waar we iets kunnen drinken. Maar het is nog siësta! Winkels en restaurantjes gaan eerst open om 16 uur. Er is wel Internet (WiFi)op de Plaza. Omwille van de problemen in Chili tengevolge van de vele aardschokken en de Tsunami, hebben we onze reisroute moeten aanpassen. We willen zo snel mogelijk proberen de boeking in het resort ‘Correntosa’ aan het gelijknamige meer gelegen, te herplannen. Deze tweedaagse verwenbeurt, in dit luxe resort, is een geschenk van onze Bart uit Zürich. Hij zal dan moeten herboeken, zo zegt ons de receptie van het hotel.
De camping 500 meter buiten het centrum, aan de rand van een brede bergrivier is de plek waar we onze tent opslaan. We hebben voor vanavond gereserveerd in het restaurant in het centrum met ‘Salmon con crema’!
Morgen rijden we de grens van Argentinië terug over |
|
|
|
|
|
|
|
|