|
|
Punta del diabolo.
15 mei. Wij zijn Chui en Chuy voorbij en de Uruguese grenspost 4 km over de grens in Uruguay. De grensformaliteiten verliepen vlekkeloos en relatief snel. We rijden naar Punta del Diabolo een kleine 50 km verder.
Punta del Diabolo is een klein dorp aan de Atlantische oceaan. In de reisgidsen staat deze plek beschreven als de tegenpool van het mondaine Punta del Este 200 km verder. We moeten de RN10 verlaten en slaan linksaf richting zee. We zijn 6 km verder en dalen af naar de zee. Een bocht naar links en we belanden op een zandweg. De straten zijn niet geplaveid en zijn zandpistes. De wind blaast en het zand stuift. De gelijkvloerse huisjes zien eruit alsof ze met aangespoelde planken zijn opgetrokken. We rijden voorzichtig verder, want er zijn soms diepe greppels in de weg. We zijn op zoek naar een hotel dat Henri uit Marseille – gezien in Bonito – ons heeft aanbevolen: Posada Nativo. |
|
Overal staan vrijstaande bouwseltjes, sommige bouwvallig andere zijn nieuw. De overgrote meerderheid ervan zijn cabañas voor verhuur. Maar ze zijn leeg want er zijn weinig of geen toeristen gezien de winter hier voor de deur staat. We rijden het dorp door op zoek naar de Posada. Uiteindelijk en met de hulp van een bewoner vinden we Posada Nativo maar het is gesloten. |
|
In het donker zoeken naar een geschikte overnachtingplaats wordt moeilijk en het is ondertussen behoorlijk fris geworden. Het hostel Casa de las Boyas vlak aan zee heeft een kamer met terras en zicht op zee en daar zijn we nu ingetrokken. |
Als tegenpool van Punta del Este verwachten we dat de prijzen dat ook zijn. Het restaurant recht tegenover Las Boyas, El diabolo tranquillo, heeft ons geroosterde tonijn geserveerd en daarna als dessert pannenkoek met banaan en dulce de leche. Voortreffelijk maar dat was eveneens de prijs. |
Met het winderig, regenachtige en koele weer valt er niet te zwemmen in de zee en valt er eigenlijk niet veel te beleven in het dorp. Er zijn een aantal, dat al vroeg in de voormiddag, gestoken in een wetsuit, proberen te surfen op de golven maar dat is niet aan ons besteed.
|
|
18 mei, wij hebben 3 nachten vertoefd in deze in de winter verlaten plek en we hebben besloten naar Punta del Este, meer naar het zuiden te trekken. We vermoeden dat het weer daar niet veel beter is maar misschien is er toch wat meer keuze in restaurants en is wat meer te beleven dan hier. |
|
|
|
|
Punta del Este.
Een rit van 200 km langs een bijna verlaten weg hebben we achter de rug. We zijn op de punt van het schiereiland en ook hier is er weinig activiteit. |
|
Punta del Este en omgeving is het meest mondaine en luxueuze oord van Zuid Amerika en word bezocht door een schare van sterren en mindere bekenden. Kilometer lange lanen met weelderige en immens grote villa’s en honderden torengebouwen met even luxueuze flats en vele bouwwerven …. |
Het weer valt tegen. Eens is er mist, dan wat regen en wind. De stad is dood en er is slechts een klein deel van de winkels en restaurants actief. Maar toegegeven de restaurants zijn goed. |
Het symbool van de stad is de hand die net boven het zand uitsteekt, op een van de stranden van de stad. De hand staat symbool voor het laatste lichaamsdeel dat van een drenkeling wordt waargenomen als hij aan het verdrinken is. Het symbool is een eerbetoon voor alle mensen die voor de kust van de stad zijn omgekomen op zee. |
|
Vandaag 21 mei – wij zijn drie nachten in Punta del Este verbleven- rijden we richting Argentinië. In Villaguay zijn in 1880 een grote groep Vlamingen uit Oost Vlaanderen zich komen vestigen. Vooraleer naar Buenos Aires te rijden willen we daar goedendag gaan zeggen.
|
|
|
|
|