|
|
aan de grens krijgen we centraal amerikaanse toestanden |
Weer een grens!
We hebben nog wat inkopen gedaan vooraleer we de grens met Mozambique oversteken want met die grens komen we in het echte Afrika en zal het moeilijk zijn om onze vertrouwde spullen te kopen. De grensovergang lijkt er een zoals we die in centraal Amerika meemaakten. Gammele stalletjes langs de kant van de weg en mannen die ons alle mogelijke zaken proberen op te solferen.
Bij de douane van Zuid Afrika doen ze wat moeilijk omdat onze CDP, waarin de 'Entry' stempel staat, vervallen is. Dank zij een mail van ADAC op onze telefoon en onze nieuwe CDP, vermijden we vooralsnog een boete van 20.000 ZAR (1.500€)!
|
|
verkoopsters met hun waren op het hoofd zie je overal |
Maputo de hoofdstad van Mozambique is een ritje van ongeveer 100km vanaf de grens. We mogen door, zonder stoppen, aan drie op de vier politiecontroles onderweg. Dat is tot nog toe beter dan we verwacht hebben. Zou dat komen door onze nummerplaat die hier aanzien wordt voor een diplomaten plaat van Zuid Afrika?
|
|
en dit een beeld in het centrum van de hoofdstad van Mozambique |
Maputu hoofdstad van Mozambique
Toen het land in 1975 onafhankelijk werd van Portugal ontstond een burgeroorlog die tot 1992 duurde. Na de onafhankelijkheid kreeg het land een communistisch regime en kreeg steun van Rusland die ondermeer infrastructuurwerken organiseerde. Zelfs na de 1992 akkoorden bleef het onrustig in het land. Het noorden bleef zich verzetten tegen het heersende Frelimo regime en ageerde met gewapende overvallen. Om die reden was het onmogelijk om door het noorden van het land te reizen op gevaar af van beschoten of gekidnapt te worden. Daarom werden reizigers onder militaire of politie begeleiding geëscorteerd naar het buurland Malawi. We hoorden dat er sinds drie weken een nieuw wapenbestand werd ondertekend en dat het meeste gevaar zou geweken zijn!
Mozambique behoort tot de armste landen van Afrika en dat merken we meteen als we aan de rand van de hoofdstad komen. Iedereen schijnt wat te willen verkopen. Leurders en bedelaars omsingelen ons telkens wanneer we door het verkeer worden gestopt. In het centrum van de stad liggen de voetpaden vol met de te verkopen spullen. Schoenen , groenten en fruit ....Iemand probeert ons een IPhone 7s en een Samsung Galaxie te versjacheren. Op mijn vraag waar hij die dure spullen vandaan haalt verwijst hij naar zijn broer die bij Vodacom werkt!
|
we zijn in een Portugees sprekend land - de kustlijn in de stad
|
Het chaotische verkeer doet ons terugdenken aan Indische toestanden, maar Indië blijft met voorsprong onklopbaar op dat vlak.
We hebben ingecheckt bij een Airbnb en die ligt in een veilige wijk niet ver van de ambassades. Toch waarschuwt onze Filipijnse gastvrouw dat alleen lopen in het donker niet aangewezen is. De eerste avond vergezelt haar zoon ons naar een Italiaans restaurant in de buurt. De tweede avond hebben we een visrestaurant uitgekozen op 100 meter van onze verblijfplaats. Dit was een uitstekende keuze - al lang hadden we niet meer zo fijne vis gegeten - maar de medaille had ook een andere kant. Een gepeperde rekening met als toemaatje dat ons aperitief, gin tonic, drie maal werd aangerekend. Plus het duurde wel even voor we ons gelijk kregen.
|
|
km lang kwamen we mensen tegen met houtbundels op het hoofd |
Richting Xai Xai
Het is zaterdagmorgen 11 maart. We moeten nog even langs bij Vodacom want de registratie van onze simkaarten schijnt niet in orde te zijn. Langs de oceaan rijden we noordwaarts over de N1 naar het 230 km verder gelegen Xai Xai.
Gisteren, vooraleer we ongekende noordelijker streken verkennen, zijn we bij Toyota langs geweest voor een check up en smeren van de cardanas, die interventie was gratis! Dank u Toyota.
Dank ook aan de politie op de N1. We hebben de verschillende controleposten niet opgeteld maar het waren er tientallen die snelheid- en andere controles deden en geen van hen deed ons stoppen.
|
|
aangekomen in de regen - we moesten de lucht verminderen uit de banden om aan onze cottage te komen |
In Xai Xai regent het maar we moeten nog iets verder naar een resort aan de oceaan gelegen. Het resort is alleen te bereiken met een 4x4 en noemt 'View of Paradise'.
Weer politiecontroles op komst. We worden verwittigd door tegenliggers met flitsende koplampen. Nu hebben we pech. Een van de agenten heeft al snel gezien dat we buitenlanders zijn want hij komt direct naar mijn raam terwijl anderen steevast het raam van Lieve kiezen omdat ze ervan uitgaan dat daar de bestuurder zit. "How are you, sir, how fast did you go, sir?" Zonder aarzelen zeg ik hem dat ik 92 km/u reed. "In town you may not drive fast, but here you must drive 100 km." Ik vermoed dat hij bedoelde dat we hier maximaal 100 mogen rijden. "Where are you going?" " To paradise, sir - repliceer ik - 19 km further " voegt Lieve eraan toe. "Ah, paradise view, happy stay there. " en we mogen verder!
De acht km zandweg naar Paradise view ligt er zompig bij. Het regent nog steeds. Lieve vindt het eng, maar de FJ heeft niet de minste moeite om de modderpoelen te doorwaden..We checken in voor twee nachten...
|
|
mooie locatie |
|
|
klik hier voor meer foto's van onze eerste dagen in Mozambique |
Barra beach of Tofo beach?
Het was er rustig en mooi in Paradise view of de nieuwe naam East Africa. Maar langer dan drie dagen kunnen we er niet blijven willen we toch nog een deel van ons reisplan afwerken. Het is nu al zeker dat we Kenia niet zullen halen. Of we Dar Es Salam en Zanzibar nog aandoen is ook al niet meer zeker. We hebben een deel van ons nomadenleven geruild voor het Dolce far Niente!
|
|
verkopers onderweg - van zodra je stopt zijn ze daar |
Onze volgende etappeplaats zou Barra moeten zijn. We hebben daar een huis gehuurd voor drie dagen. Maar helaas kregen we zopas een telefoontje van de eigenares dat er de volgende dagen geen stroom zal zijn en dat het niet mogelijk zal zijn, het gehuurde huis te betrekken, we moeten dus op zoek naar iets anders.
In Tofo beach, dat is aan de oost kant van het schiereiland, hebben we na wat rondrijden een resort gevonden en we hebben er een grote bungalow op de top van een duin aan de rand van de oceaan. Tofo beach is een backpackersbestemming. Het dorp ligt rond een kleine idyllische baai met wit zand en turquoise zeewater. Geen enkele straat is er geplaveid. Overal wit zand! Rond de baai zijn er de begroeide duinen en op die duinen zijn de luxueuze resorts gebouwd. Zonder 4x4 geraak je niet aan die resorts!
We beginnen nu pas de gevolgen te zien van de verwoestende tyfoon die hier twee weken geleden het land is binnengevlogen. Ook het resort waar we nu verblijven is grotendeels verwoest.
|
|
op het terras van de slaapkamer van ons resort in Tofo |
|
ons resort lag midden in het groen |
|
een groot deel vn de resorts zijn gesloten na de tyfoon - er zijn overal herstellingswerken bezig |
|
dit zijn hele lekkere krabbroodjes of Casquinhas |
Voor meer foto's van onze rit en berblijf in Barra en Tofo
klik hier |
Verder naar het noorden
Langs de N1 op weg naar Vilanculos zijn de sporen van tyfoon verwoesting duidelijk zichtbaar. Omvergeblazen rieten hutten weggewaaide daken en zelfs vernielde stenen gebouwen. De takken van de cocospalmen die hier weelderig groeien, staan allemaal in dezelfde richting geknakt door de wind. Vele bomen hebben de storm niet overleefd.
Vilanculos is ons nieuw doel. De N1 heeft hier en daar dringend reparatie nodig. De gaten in het wegdek zijn bij wijlen kraters waar je best niet in terecht komt.
Er is weer veel snelheidscontrole maar ik respecteer de verkeersborden. Voor een dorp staat het eerste bord 80 en nog geen 200 m verder is het 60. Bij het verlaten van het dorp staat soms een grijs bord dat aangeeft dat de 60 km/u ten einde is of er staat een rood verkeersbord met 100. Niettegenstaande al die snelheidsborden en controles worden we af en toe voorbij gestoken door auto's die ruim boven die limiet rijden, zelfs een bus ging ons met zeker 120 voorbij.
Of we hier nu 60 pf 100 mogen rijden is niet duidelijk, er staan al een lange tijd geen borden meer. En ja, weer een politiecontrolepost rechts van de weg. Een vrouwelijke politieagent loopt naar het midden van de straat en ik moet opzij. "Drivers licence, sir?" Ik wordt uitgenodigd om hun camera te gaan verifiëren en daar staat 70 op. Ik probeer nog te informeren of de radar wel geijkt is, maar dat is hij, wordt mij geantwoord. Wij gaan u een boete moeten uitschrijven, zegt een van de vijf politiemensen die rond de auto met de camera staan. Ik kan moeilijk nog verder argumenteren en zeg dan gelaten en laconiek: "Ok". Waarop een andere politieman mij vraagt van welk land ik ben. België en de auto is Amerikaans. De man die mij de boete wou uitschrijven zegt nu dat ik voorzichtig moet rijden en wenst me een goede reis. Ik mag verder!
|
|
de ravage na de tyfoon |
Pomene, het vroegere paradijs
We hebben onze plannen gewijzigd. 60 km naar Pomene lodge en 55 km naar het nationaal park Pomene. We hebben de N1 verlaten en rijden de rode zandweg richting Pomene. We hadden vernomen dat de stranden daar mooi zijn en dat we kunnen kamperen in de lodge. De lodge wordt wel gerestaureerd maar we vermoeden dat kamperen geen probleem zal zijn. De zandweg of wat er van overblijft na de storm is de eerste 20 km maar langzaam te berijden. Eenmaal het laatste dorp voorbij wordt de weg wel smaller en rijden we in mul wit zand. Ik heb de bandendruk nog niet afgelaten en hoop dat ik momentum kan behouden om niet in het zand te blijven steken. Vooral de voet van de duinhellingen en de bochten zijn moeilijke plaatsen om door te komen.
Pomene is beschermd omwille van de mangroves. We hebben geluk, het is laag tij en we moeten niet door het brakke water. We rijden rakelings naast de zwarte poelen waar het water is weggetrokken. De geur die uit die poelen komt valt niet mee. Tot onze verbazing komen we in een kleine nederzetting terecht. De verzamelde rieten hutten hebben de naam van "The City"!
|
|
echte off road |
|
in "de city" leven de mensen nog in rieten hutjes |
|
Dirk moest de manchette uithalen om de auto niet te krassen |
|
de weg ligt er soms toch heel slecht bij |
Wat vroeger een dure en chique resort was is nu vervallen. Twee maand geleden gesloten voor renovatie en een storm hebben hun sporen nagelaten. De vroegere eigenaars - twee broers - wonen daar nog en moeten voor de nieuwe eigenaars het resort verbouwen en aanpassen aan de nieuwe bestemming: een aanleg en rustplaats voor cruiseschepen!
Er is geen andere weg zegt ons Koenraad, een van de broers. Het is best die weg terug te nemen waarlangs jullie gekomen zijn. Voor alle zekerheid heb ik nu de bandendruk verlaagd.
We zijn op minder dan twee uur terug op de N1 en worden getrakteerd op een fiks onweer. Gelukkig voor ons hebben we dat tropisch onweer niet meegemaakt op de rode uitgeregende zandweg. Tijdens de recente storm is hier 500 mm water gevallen in 24 uur!
|
|
vergane glorie - deze lodge moet prachtig zijn geweest |
|
de banden moesetn opnieuw onder de juiste druk worden gezet |
Voor meer foto's van onze off road rit en de lodge klik hier |
Vilanculo
Vilanculo is, zoals gebruikelijk in Mozambique,de naam van een vroegere lokale chef. Tijdens de koloniale periode werd die veranderd in Vilanculos maar de plaats is nu terug genoemd naar zijn oorspronkelijke naam. Het dorp is uitvalsbasis naar de Bazaruto archipel. Een groep van vijf eilandjes die ooit eens verbonden waren (10.000 jaar ) met de top van het schiereiland. Op die eilanden komen nog Nijl krokodillen voor.
|
|
de azuurblauwe wateren van Vilanculo |
|
onze chalet bij Baobab in Vilanculo |
|
een drankje en een hapje bij Frutos do Mar |
Voor meer foto's van ons verblijf in Vilanculo klik hier |
Spanning onderweg
Drie dagen in Vianculo volstaat voor nomaden als wij. Onze volgende stop is Gorongoza ingang nationaal park. Het nationaal park is nu wel gesloten omwille van het regenseizoen maar dit etappepunt lijkt ons bereikbaar, zonder overdreven lange ritten te moeten afwerken - in een dag. Afstand iets minder dan 500 km.
Het is weeral (te) laat als we afscheid nemen van onze gastheren in Baobab resort. Wij rijden nu al een eindje op de N1 en gaandeweg wordt de kwaliteit van de weg steeds slechter. Op sommige stroken is het laveren tussen diepe gaten in het asfalt.
|
dit is de N1 - de hoofdweg |
We worden al een tijdje gevolgd door een kleine vrachtwagen en hoe sneller ik rijd, hij blijft aanklampen. Plotseling zien we voor ons eenzelfde vrachtwagen die dwars over de weg staat en langzaam maneuvreert. We moeten halt houden. Achter ons begint de ons volgende vrachtwagen eenzelfde maneuver als die voor ons. Een ogenblik denken we dat we gevangen zitten tussen de twee vrachtwagens. Maar dan merken we dat de twee chauffeurs de vrachtwagens keren om terug te rijden.
Die vrees is wat gegrond want we rijden nu in het gebied dat tot voor twee maand enkel kon bereisd worden met militaire escorte begeleiding. Die escorte bracht de reizigers tot aan de grens met Zimbabwe. Sinds enige tijd waren de oude vijandelijkheden tussen Frelimo en Remano - noord en zuid - weer opgeflakkerd. Maar ongeveer twee maand geleden is er een bestand van kracht en reizen in het noorden van Mozambique zou veilig moeten zijn. De sporen van de onlusten zijn nog duidelijk zichtbaar. Uitgebrande bussen en vrachtwagens langs de kanten van de weg!
|
|
zo zagen we er verschillende op hun zijkant liggen |
Wij zijn juist weer zo'n helse portie gaten en kraters voorbij en ik hoor een steeds luider uitlaat lawaai dat plots overgaat in een diepe luide grom. Een visuele controle bevestigt mijn vermoeden. De uitlaat is stuk. De achterste pijp is juist achter de knaldemper aan de lasnaad afgebroken. Gelukkig kan die losse achterste pijp niet weg, omdat ze nog voldoende vast zit en met de kromming op het hulpchassis rust van de achtertrein. Maar zo kunnen we helaas ook niet al te lang rijden. Een Toyota Hilux is ons net voorbijgereden terwijl ik onder de FJ inspectie deed. Hij rijdt achteruit terug en informeert wat het probleem is.
We rijden weer. Volgens de behulpzame Hilux rijder hebben we twee opties. Toyota Beira of Toyota Chimoio. Beira kunnen we niet meer halen voor donker, we kiezen voor Chimoio de hoofdstad van de provincie. De stad ligt op de weg naar Zimbabwe en is 70 km uit onze reisroute. Maar hopelijk kunnen ze daar roestvrij staal lassen.
|
na negen jaar heeft de uitleet het begeven |
Gorongoza nationaal park
De uitlaat zoemt als voorheen! Niet Toyota deed de reparatie maar een garage waar we naartoe zijn gebracht door een vriend van een man die ik aangesproken had in het hotel. We hebben Chimoio na twee nachten verlaten en rijden de weg terug naar Inchope om daar de N1 te vervoegen die noordwaarts langs het Gorongoza nationaal park loopt. Dat park is sinds 1994 - twee jaar na het einde van de burgeroorlog - en dank zij Amerikaanse steun en een rehabilitatie project, terug aan het bevolken. Tijdens de oorlog was 95% van het wild verdwenen. Olifanten werden gedood om met de verkoop van ivoor wapens te kopen - door beide partijen - en ander wild werd gebruikt als voedsel. Nog altijd wordt de strijd tegen de stropers voorgezet. Naar we hebben vernomen heeft dit park de triestige eer van twee leeuwen te hebben met slechts drie poten. De poot zijn ze kwijtgespeeld in de vele vallen die werden/worden gezet.
|
|
het centrum van Chimoio |
Voor meer foto's van Vilanculo naar Chimoio klik hier |
Een risicovolle onderneming
De weg naar Inchope is nieuw maar nog niet helemaal voltooid. Zoals bijna overal in Afrika, zijn het de Chinezen die nu de wegen aanleggen. In het hotel hadden ze ons verzekerd dat we zonder problemen vandaag 600 km zouden kunnen afmalen. Maar eens Inchope voorbij komen we op de N1 die meer kapot is dan goed. Hoe verder we rijden hoe moeilijker het wordt. Het heeft weer al eens geregend en de kapotte wegpassages zijn rood door de modder en de gaten in het wegdek staan vol water zodat ik de diepte van het gat niet kan inschatten. Af en toe kunnen we met een wiel links of rechts naast de weg rijden en dan helt de FJ soms vervaarlijk over. Naast de uitgebrande wrakken zien we nu ook nog gekantelde vrachtwagens. De meeste transporten zijn zwaar beladen oude Amerikaanse vrachtwagens beladen met boomstammen. Hoe het zware tropische hout op de opleggers vastgesjord is, is schrikbarend. Sommige stammen hangen gewoon half buiten de laadruimte klaar om er af te donderen. Dat moet wel af en toe gebeuren want her en der liggen van die boomstammen langs de kant.
We hebben ondertussen ons reisdoel voor vandaag aangepast. Als we voor donker aan de Zambezi zijn, mogen we al van geluk spreken, dat is net geen 500 km in plaats van de 600 km die we verondersteld te doen hadden, in zeven uur. Dat we in vroeger oorlogsgebied rijden is ook te merken aan de militaire roadblocks hier en daar. Telkens worden wij aan de kant gezet. Telkens opnieuw wordt ons naar geld gevraagd en tot nog toe is het ons gelukt te kunnen doorrijden zonder iets te moeten geven.
|
|
van zodra je stopt wordt er koopwaar aangeboden |
Wat zalig, we rijden al drie kilometer op nieuwe asfalt. Uitgerekend hier staat een politieman. " Sir where do you go?" "Where do you come from?" " Sir, you drove 85 km per hour." Ik zou niet weten waar een bord 60 heeft gestaan en waarom hier maar 60 km/u zou toegelaten zijn. Ik feliciteer de man met zijn goed Engels. "I do my best" is zijn antwoord. Dan klaag ik nog wat over de erbarmelijke staat van de weg en informeer naar de verdere situatie. Dan doet de man zijn verhaal, dat de weg is kapot gemaakt door de lokale bevolking ten tijde van de opstanden, om de transporten te boycotten...Ik mag verder.
De goede asfalt duurt niet lang. Wij rijden weer in kratervelden! In vele dorpjes proberen kinderen geld te krijgen van voorbij rijdende vrachtwagens en auto's, door te tonen dat ze de gaten aan het opvullen zijn met aarde. We betalen niet en worden soms achterna gelopen door schreeuwende kinderen met grimmige gezichten. Gewone auto's hebben we vandaag nog niet gezien vandaag, die zouden ook niet door vele van die kratervelden kunnen rijden.
In de dorpen staan mannen die allerlei fruit in de lucht steken, maar ook kippen, soms nog levend, worden in de lucht gestoken om verkocht te worden.
We zijn de soms zeer grote kraters meer dan beu. Het is remmen en langzaam door de putten kruipen en dan weer optrekken om wat verder weer bruusk te moeten afremmen om onze drie ton zware FJ door de hindernissen te loodsen. Tussen de dorpen is de weg minder beschadigd, in de dorpen des te meer. Ver van de dorpen, in de jungle is er zelfs een strook van bijna 30 km goede weg! Lieve wil absoluut een foto van zulke grote kraters, maar op het ogenblik dat we er door of naast rijden is alle aandacht nodig om geen brokken te maken. Uiteindelijk stop ik dan toch voor een paar kraters. Een witte vrachtwagen, tegenligger, komt tot voor de neus van de FJ gereden. We kunnen niet meer verder. Een aantal mannen springen uit de cabine en lopen schreeuwend naar ons toe. Een spreekt wat Engels en probeert ons te vertellen dat wij geen foto's mogen maken van de weg. De man gaat woest tekeer. Gelukkig passeert er nog een vrachtwagen, de gefrustreerde lawaaimakers druipen af. Ik zet de FJ in achteruit en rij de vrachtwagen rechts voorbij. Oef! Dat was een stress moment!
|
|
enkele seconden later stonden we geblokkeerd door deze vrachtwagen en liepen woeste mannen naar ons toe |
Nog twintig kilometer en we zijn in Caia en daar is een 3,5 km lange brug - gebouwd in 2007 - over de Zambezi rivier. En juist over die machtige stroom is er een resort!
|
|
we zijn aan de brug over de Zambezi rivier |
Voor meer foto's van onze rit van Chimoio naar Caia klik hier |
|
zwaar beladen stappen vrouwen de 3 km lange Zambezi brug over |
Het gaat steeds beter
Het is een groot resort aan de oevers van de Zambezi. Samen met een paar Chinezen zijn we de enige gasten. Al zeven maand hebben we geen klanten meer, vertelt ons de gerant. Allemaal omwille van die slechte weg!
Wij krijgen een stenen bungalow en die heeft gelukkig airco want de vochtigheidsgraad grenst aan de 100% bij 33°C. Dat er al lang geen klanten meer geweest zijn kunnen we ervaren aan de veelheid van kevers, groot en klein, motten, sprinkhanen, spinnen, meerpotige zwarte ondingen die overal te voorschijn kwamen. De muggen kunnen we wel buiten ons muskietennet houden maar de andere beesten komen van onder het bed!
Niettegenstaande hebben we redelijk goed geslapen. Vooraleer we vertrekken vragen we de gerant hoe de weg verder noordwaarts eraan toe is. De eerste 195 km, tot in Namacura, zouden nog slecht zijn maar daarna is alles goed en ook verder naar het noorden zijn er geen problemen meer, krijgen we te horen. Dat is positief nieuws want rijden zoals gisteren is vermoeiend en niet goed voor de mechaniek.
|
|
het merendeel van de bevolking leeft nog in hutten met rieten daken |
|
het hout ligt klaar om opgehaald te worden - nadien wordt de houtskool
geleverd in zakken
de lokale mensen kunnen dan de houtskool afhalen om in de keuken te gebruiken |
Nog meer naweeën van de voorbije strijd
Wat een verademing. We zijn nu al een half uur onderweg en de kwaliteit van de weg valt best mee. Er zijn nog wel gaten hier en daar, maar dit is slijtage en geen sabotage! We zijn ondertussen ook al een ploeg wegenwerkers voorbij gereden die de gaten deskundig aan het repareren waren. We vorderen goed zo goed zelfs dat het nog maar middag is als we ons reisdoel voor vandaag bereiken. Met de ervaring van gisteren hadden we een kleine etappe van slechts 350 km voorzien. Mocuba is in feest en het enige hotel met een redelijke standaard heeft geen kamers meer. We hebben geen andere optie dan door te rijden. We hebben in Alto Molocuè, 195 km verder, een bruikbaar hotel gevonden dank zij internet. Als de weg even goed is als deze morgen zijn we er over een kleine drie uur. We tanken hier de duurste benzine tot nog toe in Mozambique en rijden de stad uit. Het is kwart over twee.
De weg is goed, maar tijdens een afdaling worden we opeens afgeleid op een aardeweg. Venijnige snelheidsremmers en grote hopen rode aarde midden op de weg signaleren dat er iets aan de hand moet zijn hier. De oude aardeweg moet de vroegere hoofdweg geweest zijn voordat de Zuid Afrikanen hier tien jaar geleden de N1 hebben aangelegd. En ja als we de helling helemaal tot beneden zijn afgereden zien we dat de brug van de N1 er niet meer is. Een paar kilometer verder zijn we weer op de goede geasfalteerde N1, maar opnieuw moeten we eraf na enkele kilometer. Weer een brug die beneden ligt!
Drie gesaboteerde bruggen hebben we ondertussen al gehad. We verliezen tijd. Halen we nog Alto Molocuè voor donker? De enige hindernis van betekenis die we verder tegengekomen is ons dagelijks tropisch onweer. Het is pas 17 uur en we hebben onze hotelkamer betrokken.
|
|
door de voorbije burgeroorlog waren er op verschillende plaatsen bruggen opgeblazen....dus een omweg op secundaire weg |
Vindingrijke entrepreneurs in noord Mozambique.
Het is ondertussen weeral zaterdag, 25 maart. Vandaag rijden we de laatste 375 km die ons nog scheidt van het eiland Ilha de Mozambique. Gisteren hadden we al gemerkt dat het platteland leven anders is dan dat van centraal Mozambique toen we Vilanculo hebben verlaten. Hutten zijn meestal nu met stenen muren en hier en daar zijn gemetste of betonnen gebouwtjes te bespeuren. De weg is in zeer goede staat, er zijn zelfs wegmarkeringen en er is onderhoud uitgevoerd waar het nodig was. Er is ook weer signalisatie en aan de ingang van de dorpen wordt de snelheid beperkt tot 50 km/u in het zuiden is dat 60 km/u. Zoals gisteren staan af en toe in de dorpen houten stoelen, of deuren te koop langs de kant van de weg of gevlochten bamboe wandpanelen. Ook etenswaren proberen de mensen aan de zeldzame voorbij reizende auto of vrachtwagen chauffeurs te slijten. Dat gaat van kippen tot geroosterde mais en geroosterd vlees op spiesen. En om aandacht voor hun product te krijgen wordt de hele familie ingeschakeld die soms tot midden de straat staan te zwaaien of te dansen of er staat een soort vogelverschrikker met aan beide uitgestrekte armen een geel en rood plastieken eetbord.
We zijn in Nampula aangekomen, de derde grootste stad van het land. We rijden in file! Dit is weer een ander Mozambique. De stad oogt zelfs moderner dan de hoofdstad Maputo. Tijd voor een ijsje en een cappuccino. Nog 177 kilometer naar ons doel.
|
|
koopwaar wordt aangeboden, zoals levende of dode ongepluimde kippen |
Voor meer foto's van onze rit van Caia naar Alto Molocue klik hier |
Ilha de Moçambique eiland
Ilha de Moçambique is een Unesco beschermd eiland, een handelspost die ongeveer 500 jaar geleden door de Portugezen is ommuurd. Zoals andere handelsposten was de voornaamste koopwaar: slaven. De Arabieren waren hier enkele eeuwen eerder dan Vasco da Gama (1498). De naam van het eiland die later ook aan het vasteland werd gegeven is afgeleid van de naam van de sultan Ali Musa Mbiki ten tijde van Vasco da Gama. Sinds 1960 is het eiland verbonden met het vasteland door een eensporige drie kilometer lange brug. Het eiland was vroeger de hoofdstad van Portugees Oost Afrika. Het eiland raakte in verval met de opening van het Suez kanaal. In 1898 werd de hoofdstad verhuisd naar het huidige Maputo.
Het eiland heeft ooit het grootste hospitaal gehad van Afrika ten zuiden van de Sahara, het is gebouwd in 1877. Maar zoals de meeste gebouwen op het eiland zijn die dringend aan restauratie toe.
Er wonen ongeveer 54.000 inwoners op het eiland en enkel in het noordelijk deel - het historisch centrum - zijn er stenen gebouwen.
|
|
de 3 km lange brug die Ilha de Mozambique verbindt met het vasteland |
Er zijn niet veel toeristen op het eland in dit seizoen. De FJ staat geparkeerd in de hoofdstraat van het historisch centrum en trekt nogal wat kijklustigen aan. Regelmatig worden we aangesproken "Are you the world travellers?" als we kuieren in de steegjes of in een restaurant. De wereld van overlanders blijkt klein te zijn. We ontmoetten ook twee stellen die we ook al in Vilanculo hadden ontmoet en dat is 1.000 km meer naar het Zuiden...In Kruger zagen we Marco en Yvonne, die hadden we drie weken ervoor in Underberg ontmoet!
|
|
mooie oude koloniale stad |
|
van al het wandelen kregen we dorst |
Voor meer foto's van
Ilha de Mozambique klik hier |
De stad Pemba
Zoals ik vroeger al schreef rijden wij niet zoals gepland naar Tanzania en Kenia. Reden, we hebben meer tijd besteed dan gepland in Zuid Afrika en we horen dat er regelmatig road blocks worden georganiseerd in de dorpen die dan tot 75$ kunnen kosten. En voor de toegang tot sommige Nationale parken wordt tot 1.780$ gevraagd om met eigen wagen erin te komen.
Wij hebben wat getwijfeld of we nog verder noordwaarts in Mozambique zouden trekken. De wegen verder in het noorden zijn niet geplaveid en we zitten nog altijd in het regenseizoen. Dat regenseizoen zou op zijn einde moeten lopen maar dat is niet zo, want elke dag krijgen we een tropisch onweer. Dat koelt wel af maar de dag erop is het ontzettend zwoel omdat de luchtvochtigheid dan in de buurt van 90% komt.
|
|
plaatselijk benzinestation |
|
onderweg airtime kopen en me er laten opleggen |
Men heeft ons verzekerd dat de weg naar Pemba - 430 km - goed is. Pemba ligt aan een grote baai - de Pemba baai - een van de grootste natuurlijke havens ter wereld. De weg was voor het grote deel goed maar eens over de brug over de Lurio rivier kregen we opnieuw te maken met gaten en kraters, de weg is er ook maar half zo breed meer. Gelukkig was die strook maar een goede 50 km.
Pemba is de meest noordelijke havenstad van Mozambique. Noordwaarts, over een afstand van 400 km, liggen een reeks paradijselijke eilanden in de Quirimbas archipel waaronder het eiland Ibo.. Dit ommuurde eiland was na Ilha de Mozambique een belangrijke Portugese handelspost, en ook hier waren slaven de belangrijkste koopwaar. In 1987 telde de stad 50.000 inwoners, in 2007 zijn dat er al 150.000! Dat heeft zo zijn gevolgen voor het milieu.
|
|
aan de haven is het viesen het afval ligt overal |
Op het uiterste punt van de het schiereiland, waarop Pemba ligt, liggen de straten erbij als slechte off road wegen. Aan de oever van een vieze beek, die wat verder in de baai van Pemba uitmondt, staan de hutjes op elkaar geplakt. Het is er vies het afval ligt overal. Wij zien een zwart bord boven een hut uitsteken, met Congo Brazzaville erop, wat ons doet vermoeden dat hier ook vluchtelingen wonen. Zulke viezigheid hebben we in Zuidelijk Afrika nog niet gezien dit is precies Indië.
|
|
het mooie strand in Pemba |
|
op zaterdag is er in Magical Lodge een markt waar plaatselijke artiesten hun waren aanbieden |
Een raar koppel!
Ana en Pedro hebben op het einde van de de Mauri beach een aantal kamers en hutten die ze propageren op Airbnb, met aantrekkelijke foto's die de werkelijkheid wat geweld aandoen. We hadden daar een kamer gehuurd voor twee dagen maar het is uiteindelijk maar een nacht geweest. We hebben het gissen naar de reden van het feit dat we na de eerste morgen werden verzocht een andere verblijfplaats te zoeken. Is het omdat Lieve bij de rondgang op het domein de vraag had gesteld wanneer het zwembadje weer kon gebruikt worden of omdat Lieve 's morgens vroeg of er warm water was voor de douche. Feit is dat we bij het ontbijt te weten kwamen dat we niet langer gewenst waren omdat ze tot nog toe enkel zeer positieve commentaren hadden gekregen van reizigers en dat wij niet tevreden waren. Ik probeerde nog aan te halen dat we misschien toch nog tot een deal konden komen. Maar Ana was categoriek. Pedro was ´ shocked ´ omdat er een opmerking was geweest over het zwembad. Zij zou alles terugbetalen en Pedro was al naar de bank vertrokken om Euro's te halen, want ze wou ons in Euro's restitueren!
Enfin, langer argumenteren had geen zin, wij konden opkrassen en ze zouden ons het geld terug bezorgen in ons nieuw verblijf.
|
|
op het terras van ons schitterend verblijf in het apart hotel in Pemba |
Wij verbleven een week in Aan de kust van de Pemba baai
Ons nieuw verblijf vonden we 500 meter terug richting Wimbi beach. We vonden er een aparthotel met mooi en proper zwembad en een flat aan de rand van de baai. Uiteindelijk zijn we we er vijf dagen verbleven. Wimbi en Mauri beach is een drie kilometer lange strook kust. De weg is een aardeweg, op enkele plaatsen zeer hobbelig. Hier is the place to be van Pemba met resorts 234€ en meer. Maar er zijn ook nog de eiland van de archipel, en daar is Ibo het meest gekende en duurste tot 1.000$ en meer...
Er is gas en petroleum gevonden, off shore ten noorden van Pemba, en dit zal wel invloed hebben op de toekomstige ontwikkeling van het land. Die gasvoorraad zou wel de grootste van de wereld kunnen zijn! Die vondsten zijn trouwens de belangrijkste reden waarom de vijandelijkheden tussen Frelimo uit het zuiden en Banimo uit het noorden een paar maand geleden tot een eind zijn gekomen.
In afwachting van de ontwikkeling zal het overgrote deel van de bevolking zich verder moeten behelpen om te overleven in deze Afrikaanse stad, met een weinig aantrekkelijk imago en verloederde binnenstad. Elke keer wij met de FJ halt houden worden we direct omringd door mensen die ons van alles proberen te verkopen. Fruit, groenten, vis maar vooral krab. Zij zijn gewiekst en het is opletten geblazen want tellen kunnen ze wel...
|
de levende krabben worden je langs de straat aangeboden - we aten geen krab maar lekkere kreeft |
Dure Toyota service
Omdat ik een paar weken geleden bij een inspectie van de FJ vast heb gesteld dat de remblokken vooraan sneller waren versleten dan normaal te verwachten was, dachten we dat het veiliger was deze nu al te laten vervangen. Zij zijn niet versleten maar door de slechte wegen die we hebben gehad en het rijden in slijk beladen plassen is het moeilijk om te gissen hoeveel kilometer zij nog kunnen dienst doen. En we willen niet meer meemaken wat we twee jaar geleden in Indië - Corbet nationaal park - hebben meegemaakt. Caku, een man die we in Ilha de Mozambique hadden leren kennen, en die ook met een Toyota Land Cruiser rijdt, had gebeld met de garage Toyota in Pemba. Daar zou men een set remblokken kunnen hebben die passen op de FJ die hetzelfde onderstel heeft als de Land Cruiser.
De remblokken zijn vervangen. Toyota heeft voor dezelfde remblokken blijkbaar een reeks van verschillende onderdelen nummers! De remblokken zijn ook geschikt voor de Hilux, Lexus en nog meer...De prijs voor de vervanging is vreemd genoeg wel drie maal duurder dan men in Europa of Amerika zou betalen. Kras!
|
|
dit is hier wel niet bij Toyota maar bij een carwash. De broodnodige wasbeurt onderaan. buiten en binnenkant duurde 2 uur.... |
Voor meer foto's van ons verblijf in Pemba klik hier |
De juiste weg vinden
Dank zij Chris en Marie die we eerst in Vilanculo dan een week later in Ilha de Mozambique en nu weer in Pemba tegen het lijf zijn gelopen weten we hoe de conditie van de weg is naar de grens van Malawi en hoeveel tijd er nodig is. Zij zijn op weg naar Tanzania en gaan eerst naar Malawi.
Zij zijn eergisteren uit Pemba vertrokken. Er zijn twee pistes. Een die 750 km lang is en een andere van 990 km. Men had ten stelligste afgeraden de noordelijke kortere weg te nemen want zelfs de andere kan in het regenseizoen problematisch zijn.
Vermoedelijk zullen we er slechts twee dagen overdoen in plaats van de geplande drie. Maar toch zullen we onze verzekeringspolis moeten verlengen want die is maar 30 dagen geldig. Dat kan over internet.
Nampula is iets meer dan 410 km, die weg kennen we. Buiten een strook van 50 km puttenweg is de rest in goede staat. We zijn op die slechte strook aangekomen en uitgerekend hier worden we op kant gezet door de politie. We zijn nochtans al een paar controle posten zonder te hoeven stoppen voorbij gereden. Ze willen mijn rijbewijs zien en ook dat van Lieve. Het eigendomsbewijs van de FJ en de verzekering. Over dat rijbewijs van Lieve die ze ook willen zien protesteer ik. Ze rijdt niet dus hoeft ze er ook geen te hebben maak ik de man duidelijk die wat Engels machtig is. De tweede politieman die aanvankelijk ook naar de auto is gekomen druipt af als hij ons Amerikaans inschrijvingsbewijs onder ogen krijgt. De andere wil nog de verzekeringspapieren zien. Die hebben we niet want gisteren hebben we de polis voor dertig dagen verlengd en dat ging over internet. Ik stop hem de tablet toe en argumenteer dat we in 2017 zijn en dat elektronische documenten geldig zijn. Het lukt we mogen verder.
|
|
van zodra je stopt wordt je omringd door allerlei verkopers |
Hebberige politie
Nog geen half uur later op het einde van de slechte strook worden we weer op kant gezet door een volumineuze politie agente. Ze wil ons eigendomsbewijs zien. Drie andere mannen komen ook nog aan de auto staan. Paspoorten willen ze ook hebben en ze willen ook nog de auto inspecteren. Mijnheer, u bent geen douane, dus hebt u geen recht om de auto te zien van binnen. De politieman, in grijs uniform, die de inhoud van de FJ wil zien is blijkbaar onder de indruk van mijn uitval. Zijn collega van immigratie, donkerblauw uniform, neemt zijn verdediging op. Ik zeg hun nogmaals dat ze geen zaken hebben met wat in de auto zit. Ik moet uitstappen want ze zijn weg met ons inschrijvingsbewijs en de paspoorten. De dikke dame geeft me het inschrijvingsbewijs terug, de man van immigratie is intussen in een geïmproviseerd bureautje vertrokken met onze twee paspoorten. Ah, de visa is in Bruselas opgemaakt? OK, die zijn goed, 60 dagen. OK! Ik geef hem de high five als hij door het paspoort van Lieve bladert en zegt: "Nice woman". Hij doet nog wat zijn beklag dat hij als immigratieofficier de gegevens moet controleren en hij schrijft op een stuk papier 'Belgica'. En dan komt de kat op de koord. "Have you some money ...we want to drink some thing ...". Sorry, mijnheer antwoord ik. Wij hebben al zoveel road blocks meegemaakt en als ik jullie allemaal zou moeten betalen dan wordt ik ook arm!" En op dit gezegd zijnde draai ik mij om en loop terug naar de FJ.
|
|
de zoveelste controle, en nu moest Dirk het gaan uitleggen in hun bureautje |
Adieu Pemba
Dinsdag 4 april we verlaten alweer een plek waar we nog wat langer hadden willen blijven. Pemba is wel geen gezellige stad maar het kustgebied Mauri en Wimbi waar we een week een flat aan de rand van de zee hebben gehuurd was best te genieten. We moeten dezelfde weg terug naar Nampula. Nampula is slechts 450 km en de weg, uitgezonderd 50 km, is goed. Een goede vijf uur rijden dus, met inachtname van de snelheidslimieten. Die in het zuiden van het land verschillen licht van die van het noorden. Maximum snelheid is hier 80 km/u i.p.v. 100 en 50 i.p.v. 60 in de dorpen. Maar de signalisatie is minder goed en er staan niet overal borden. Soms staat er wel eens een bord 100 km....Er zijn ook geen radar controles in het noorden. Als de asfalt in goede staat is is het aangenaam cruisen. Er is weinig of geen verkeer, alleen in de dorpen kan het druk zijn omwille van de fietsers en voetgangers en de stalletjes aan de boorden van de weg.
|
|
de weg naar Nampula is in goede staat |
Routeplanning
De weg Nampula tot de grens van Malawi kondigt zich wat anders aan. Zoals ik al schreef hebben we de noordelijke route niet genomen omdat de noordelijke route ons ten stelligste werd afgeraden. De zuidelijke route over Nampula is wel 200 km langer maar de weg is beter. Van Nampula tot de grens is 500 km waarvan slechts 200 km aardeweg. Vanaf Cuamba begint het moeilijkste traject tot in Mandimba, 150 km, en van Mandimba tot de grens nog ongeveer 10 km. We plannen om in Mandimba te overnachten want de grenspost sluit om 18 uur. Die 150 km kunnen we doen in 4 uur als het niet regent. Als het veel regent kan het gebeuren dat zelfs een 4x4 blijft steken heeft men ons gezegd. Chris en Marie zijn twee dagen eerder uit Pemba vertrokken richting Malawi en zij hebben ons over de toestand van de weg geïnformeerd. Zij zijn echter om een nog onduidelijke reden van Cuamba recht naar de grens gereden. Die weg is veel korter maar het is een secondaire weg en tot overmaat van ramp konden ze aan die grensovergang van Entre Lago geen visa verkrijgen en geen verzekering...
|
|
de aardewegen zijn soms goed maar dit is niet overal het geval |
Zijn jullie CIA?
Bij het zoveelste politie checkpoint waar we moeten stoppen, er zijn er ook waar we zondermeer mogen doorrijden, wil de man onze documenten zien. De communicatie begint meestal in het Portugees. Maar onze kennis ervan is beperkt tot een paar woorden en dat helpt een goede communicatie niet vooruit. Doorgaans zet ik de motor uit om aan te tonen dat we een zee van tijd hebben en lang kunnen palaveren. Waar we tot nog toe altijd in geslaagd zijn is dat wij niet ingaan op de vraag naar geld. Hoelang we dat kunnen volhouden in Afrika is maar de vraag.
Hij is alleen. Doorgaans zijn die posten veelkoppig bemand en zijn de vrouwelijke agentes de meest autoritaire. De geüniformeerde man heeft juist ons eigendomsbewijs doorgenomen en merkt dat de FJ in Texas is ingeschreven. En dan krijgen we een vraag die we niet meteen doorhebben. "Touristas ou cia". Doordat hij de CIA in het Portugees uitspreekt duurt het even voor ik reageer. Hij herhaalt de vraag nog een paar maal, en dan schiet ik in een lach. Hij vraagt nogmaals of we toch geen geheime Amerikaanse agenten zijn. Lachend antwoord ik "Touristas". Ik krijg mijn inschrijving terug en we rijden verder.
|
|
in Manema, daar gooien we de tank vol |
Racen tegen de regen!
De asfaltweg vanaf Nampula, ligt op 470 m hoog, is tot nog toe de meest pittoreske van de 4.000 km die we in Mozambique reden. Een ijzerweg volgt ook die weg en die loopt van Pemba naar Malawi, hier rijden treinen op die langer dan 600 m kunnen zijn. In het noorden van het land was er al wat reliëf en doken regelmatig grillige rotsformaties op maar nu slingert de weg langs grote rotsformaties en klimmen we naar 700 m en hoger. Maar bij het binnenkomen in Manema, daar gooien we de tank vol, stopt de asfalt bruusk. We hadden ondertussen al stroken gehad met weg in aanleg of kortere aardestroken. We hebben ook nog geen tegenliggers gehad het laatste anderhalf uur. Nu kruisen we de ene vrachtwagen en pick-up na de andere. We moeten voor de zoveelste keer de spoorweg kruisen en hier krijgen we de reden van de toegenomen trafiek. Van de stilstaande goederentrein zijn de twee laatste wagons losgekoppeld om een doorgang vrij te maken. We kunnen de spoorweg over en zien aan de andere kant een reeks voertuigen en ambulance en veel volk naast de trein. Wat er is gebeurd kunnen we raden. Het verkeer heeft hier lange tijd stilgestaan, omwille van dat ongeval, tot men die twee wagons heeft weggetrokken. Wij hebben geluk, wij kunnen door.
|
|
in Manema stopte de asfalt bruusk |
Wij hebben een lange pauze genomen in Cuamba. Even hebben we geaarzeld om verder te rijden want voor de laatste 150 km hebben we vier uur nodig en het is al over half twee. Om 18 uur wordt het snel donker hier. Maar het enige hotel met wat comfort is volgeboekt.
Onze gps ( in het meervoud ) stuurt ons, voor we het doorhebben, langs een smalle weg in de stad langs de spoorweg tot we na tien minuten stapvoets rijden aan een spoorweg overgang komen die alleen door voetgangers kan overschreden worden, een hoge berm en een smal weggetje...
De rest van de 150 km zullen we niet snel vergeten. Bij de tijdsdruk om voor donker in de grensstad (dorp) Mandimba aan te komen kregen we ook nog een dreigende onweerslucht. Gelukkig is het gebleven bij lichte regen maar we hebben ons gehaast om voor de donderwolken voor te blijven. Van links naar rechts over de piste slingeren om de grootste putten te vermijden, soms dobberend over de uitgeregende middenstrook, telkens zoekend naar de plaatsen met de minste bulten en greppels in de rode aarde. Schuin hangend links of rechts omdat de uiterste kanten van de weg minder beschadigd waren. Voetgangers en fietsers en geiten vermijden langs de weg en in de dorpen. Steeds de klok en de lucht in het oog houdend! De FJ heeft het hard te verduren gehad.
Het is bijna half zes we zijn in Mandimba en op zoek naar een hotel. Het enige die naam waardig heeft zelfs een kamer mat airco maar er is geen water!
|
|
we zien mensen met tot acht zware zakken tussen en op het frame van de fietsen |
Weer een grensovergang
We hebben met onze resterende Mozambiekse Meticals benzine gekocht - het is wel de duurste die we hebben betaald maar toch nog 20% goedkoper dan die in Malawi - en zoeken de weg naar de grens. Het is een smalle aardeweg. Ongeveer tien kilometer en vol met mensen met overladen fietsen richting grens. Sommige met tot acht zware zakken tussen en op het frame van de fietsen, andere met gele plastieken bussen vermoedelijk gevuld met benzine. Ze moeten daarmee de kleine hellingen op en af, het is sleuren en proberen recht te blijven.
De formaliteiten langs de kant van Mozambique zijn snel afgerond. De douanier heeft onze Carnet afgestempeld we kunnen verder. Een kilometer verder komen we aan de Malawi slagboom. Aan de andere kant krioelt het van de mensen en kunnen we de marktkramers al zien.
|
|
we zijn aan de grens van Mozambique |
|
tussen de twee grensposten is het wasdag aan een rivier |
Voor meer foto's van onze rit naar
de grens klik hier |
Een land in ontwikkeling
Mozambique is een groot land met een turbulente geschiedenis. Het zuiden ziet er welvarender uit. Er zijn vele scholen en de kinderen langs de weg lopen in schooluniformen, typisch voor ontwikkelingslanden! Vanaf Vilanculo verandert dat straatbeeld. De wegen worden slechter en naast de politie zijn er nu ook legerposten. Alle wegkunstwerken worden bewaakt door gewapende militairen. Hier is duidelijk de spanning te voelen van de interne strijd. Centraal Mozambique is zichtbaar zeer arm. Tot eind vorig jaar was toerisme hier niet mogelijk. Hier lopen kleine kinderen 's morgens met houwelen op de rug. Ze komen van het land. Hier geen uniformen en we zien ook geen scholen meer!
Eens over de Zambesie verandert de situatie weer. De wegen worden beter en er is signalisatie maar ook hier zien we massa's kleine kinderen die niets om hand hebben of met gereedschappen van of naar een kleine familie akker lopen. De gronden moeten vruchtbaar zijn maar er is geen enkel landbouw, die naam waardig, te bespeuren. Enkel rond de hutten is de jungle weggekapt en wordt mais verbouwd of staan enkele bananen of andere fruitbomen. Als er al iets verbouwd wordt tussen nog resterende struiken, dan is dat in de naaste omgeving van de weg. Honderd meter verder heeft de jungle de overhand!
Er zijn een paar steden waar een economische activiteit in opmars is, dit is een goed teken. Hopelijk brengt de ontginning van het off shore gas snel verandering. En de contracten voor de ontginning zijn niet naar China gegaan. Maar China is ook hier duidelijk aanwezig. In Pemba zagen we zelfs een chinees tankstation met Chinese belettering en al! |
|
Klik hier voor de fotogalerij van beelden onderweg in Mozambique
|
|
We reden 4348 km in Mozambique |
|