Ons reisverhaal van Belize |
|
|
Belize grens
Belize was voor 25 jaar nog Brits Honduras. De bevolking is gemengd creools en Maya. De hoofdtaal in dit 150.000 koppen tellende land is Engels. Er zijn slechts twee officiële grensovergangen in Belize. In het Noorden de grensovergang met Mexico en in het Westen deze met Guatemala. We zijn dus nu aan de grensovergang in het Noorden en hebben in het totaal, drie dagen uitgetrokken om door het land te reizen, tenminste als het weer wat meezit. De voorspellingen echter zijn niet bijster goed.
We zijn aan de grens aangekomen in konvooi van vier. Nu beginnen de formaliteiten en we hopen dat we het scenario kennen en dat we niet teveel verrassingen zullen krijgen. Eerst rijdt Erik en die gaat vlot voorbij de Mexicaanse post voor de registratie van export voertuig. Hij heeft een vergunning voor 10 jaar op zak om met zijn Defender in Mexico te toeren, normaal is dat maar 6 of 12 maand. Bij de Zwitserse familie duiken er problemen op. Zij worden verondersteld voor vier personen elk 237 Pesos te betalen. Lieve krijgt te horen dat ze twee maal 237 Pesos moet betalen. “Maar we hebben niet zoveel Pesos” oppert Lieve aan de man achter het loket. “De bank” zegt hij kortaf. Als ik even later met dezelfde documenten en paspoorten bij diezelfde beambte kom leg ik naast de papieren 240 Pesos. Zonder een woord te zeggen stempelt hij alle papieren en we mogen door nadat we het vignet dat op de vooruit is gekleefd hebben afgegeven.
|
|
Als de Volkwagen Caravelle Synhcro van de Zwitsers wil doorrijden zien we hem rechts voor in de grond duiken. Hij is door het rooster gezakt dat over de goot ligt aan de rand van de straat. Niets schijnt beschadigd aan de Volkswagen en even later hebben we hem weer op weg gezet met behulp van de krik en een ander rooster.
|
Afgezien het vele geld dat moet afgedokt worden om in het land te komen en de tijd dat dit alles in beslag neemt loopt de rest redelijk vlot. Wij zijn dan ook even aan een hok moeten halt houden waar de banden van de voertuigen worden gedesinfecteerd.
We rijden richting Belize city, niet dat we daar willen verblijven want we willen naar de hoofdstad Belmopan 65 km verder.
|
Engels in plaats van Spaans.
Het valt op dat we in een ander land rijden er zijn geen wegmarkeringen en de “topes” heten hier “bumps”. De benzine wordt in gallon geleverd en de afstanden zijn in mijlen. Officieel en op de douane documenten is nochtans alles metrisch! De weg is in redelijk goede staat en we zijn vlug aan de rand van Belize City. We zetten nu vaart naar het Monkey Sanctuary in Belmopan. Daar is volgens de gids een goede campingplaats. |
Onze campingplaats op Monkey Bay |
We hebben niettegenstaande de vliegjes en muggen redelijk goed geslapen mede omdat de regen voor wat afkoeling heeft gezorgd. Het weer ziet er niet goed uit vandaag en een tocht naar de Blue Hole 100 km in zee zit er niet in. Wij besluiten toch nog even terug te rijden naar Belize City – dat aan zee ligt – om er de sfeer op te snuiven en te lunchen. Erik wil hier de motorolie van de Defender laten vervangen en een nieuwe oliefilter monteren. Dietmar en de zijnen willen doorrijden naar San Ignacio en daar willen we elkaar morgen weer ontmoeten.
Maar eerst moeten we nog proviand en drank kopen voor de komende dagen. Het is vreemd dat de meeste minisupermarkten uitgebaat worden door Chinezen, zelfs Chinese hotels en restaurants vinden we hier. Ook het supermarktje waar we onze inkopen doen is van Chinezen. Nog vreemder is het dat de Chinese uitbaters bijna geen Engels kunnen praten laat staan Spaans… |
Belize City is een chaosstad. Lelijk en vuil en met slechte smalle straten. Door de stad loopt een rivier en in die rivier monden smalle kanaaltjes uit, die sommige straten in het midden delen. De Regent street – de hoofdstraat – ligt open wegens wegeniswerken en is dus niet bereikbaar. De Creolen schijnen hier de meerderheid uit te maken en in sommige straten zou je, je zelfs in Jamaica wanen. |
|
Het beste restaurant van de stad is gesloten tot 6u30 dus geen late lunch of vroeg diner hier. Dan maar terug naar Belmopan.
We trekken in, in de Bull Frog Inn en vinden er een kamer met Internet. Maar Internet werkt niet of toch soms even, voldoende om mails op te halen maar niet om te versturen.
Belize feiten.
Belize is oorspronkelijk een deel van het land van de Maya’s dat zijn grootste bloei kende van 1.500 VC tot 900 NC. De naam Belize komt van het Maya “Belix” dat wil zeggen ‘modderig water’ en werd gebruikt voor de benaming van de Belize rivier.
Toen de Spanjaarden in de 16de eeuw voet aan wal zetten woonden hier nog altijd Maya’s. Deze bevolking heeft lang gerebelleerd tegen de Spaanse bezetter. In 1638 zijn in de kuststreken Schotse en Engelse piraten neergestreken. Van hieruit konden ze hun overvallen uitvoeren op de Spaanse galjoenen. Nog later zijn die piraten houtvesters geworden en haalden ze uit Jamaica Afrikaanse zwarten om te werken als slaven. Engeland heeft Belize nooit gezien als een kolonie uit vrees voor Spanje die het recht van grondbezit opeiste over gans Centraal Amerika. Spanje’s laatste aanval om het grondgebied te heroveren eindigde op 10 September 1798 toen hun vloot werd verslagen door het volk van Belize. Die datum is nu de verjaardag van de nationale feestdag.
Ook nog vandaag claimt Guatemala dat Belice Guatemalteeks grondgebied is. Soms vindt men kaarten van Guatemala waarop Belize staat vermeld als et 23ste departement. Regelmatig moesten Engeland, de USA en de Caribische Community organisatie tussenkomen om de gemoederen te bedaren.
Mountain Pine Ridge natuurreservaat.
Deze streek staat in een Duitse gids beschreven al een van de mooiste plekken in Centraal Amerika. De schaarse wegen die er doorlopen zijn onverhard en naar het schijnt redelijk berijdbaar op een paar uitzonderingen na. Het terrein is er heuvelachtig, tot 3.300 voet hoog. Vele stroompjes doorklieven het gebied en voeden tal van watervallen. De hoogste 1.000 voet. Hier groeien ook pijnbomen maar in 2001 heeft een kever dit hele gebied geteisterd. En er is in Caracol een belangrijke Maya site die ooit een oorlog met het nabijgelegen Tikal heeft gewonnen.
We zijn vroeg uit de veren en op weg naar San Ignacio. Onze kaart geeft een afstand aan van 55 km. Wij vorderen zo flink dat we de afgesproken plaats al 14 km voorbij zijn en bijna aan de grens met Guatemala staan. We maken rechtsomkeer. We vinden Erik en de Zwitserse familie niet op de afgesproken plaats want die zijn al vertrokken. De aanduiding op de kaart was fout, de afstand was slechts 28 km.
Wij rijden nu snel naar het park waar de anderen ook nu naartoe aan het rijden zijn. Een uur later zijn we aan de ingang van het park en bij navraag is daar nog geen Defender of Caravelle binnengereden.(?) We besluiten niet te wachten en laten een bericht na voor de achterkomers. |
Het is al avond bijna 16 uur 30, we hebben ondertussen 120 km off road gereden, de watervallen gezien, rotswanden af en op geklauterd, en geluncht in het resort aan de “5 Sisters” watervallen en cappuccino gedronken in het Blancaneau resort en… gelukkig geen regen gezien. We komen aan uitgang van het park. |
|
De parkwachter heeft Erik en een andere wagen gezien en die zullen overnachten in San Augustin. San Augustin ligt op 50 km van hier. Er is daar een kampeerplaats met basic voorzieningen, naast een militair kamp.
Er zit niets anders op we rijden terug, en in snel tempo want we willen er voor donker zijn. Na het checkpoint bij het militaire kamp rijden wij een grote vlakte op met hier daar wat bomen, een paar hutten en een betonnen gebouwtje. Dat is de kampeerplek waar we de anderen vinden. Erik was hier al vroeg maar de Zwitsers nog maar pas. Hun Caravelle 4X4 is niet echt opgewassen tegen de putten en bulten en het slijk van de pisteweg.
Caracol de grote Maya site.
We slapen veilig naast het militaire kamp en de 2 kleine kinderen zijn zoals gebruikelijk al klaar wakker om 6u30. Vandaag rijden we 70 km verder in het regenwoud naar de Maya site van Caracol. Erik neemt de Zwitsers mee in zijn Defender.
Caracol is het eindpunt van de weg die op en neer door het regenwoud slingert. Tot onze stomme verbazing is die weg de laatste 10 km geasfalteerd. Daar loopt hij ook door een Brits militair oefenterrein. |
|
Caracol is in 1973 ontdekt en van de 36.000 bouwwerken zijn er nog maar 5.000 geïdentificeerd en nog maar een paar gedeeltelijk gerestaureerd. De andere zijn nog overwoekerd door de jungle. 150.000 mensen hebben hier ooit gewoond en de stad heeft haar grootste bloei gekend tussen 400 VC en 700 NC. Het is een universiteit uit Florida die hier de opgravingen uitvoert. |
na het beklimmen van de site |
Vanavond zullen we in San Ignacio slapen om morgen de grens met Guatemala over te steken. De Zwitsers rijden graag met Erik en ons verder door Guatemala. De schrik zit er bij hen goed in omwille van de onveiligheid in het grensgebied van Guatemala en Guatemala in zijn geheel. |
We reden in Belize 530 km |
|
Voor de vertaalde pagina's: De kleine foto's kunnen alleen vergroot bekeken worden vanuit de oorsronkelijke pagina. |