www.worldtravellers.be

 
If you cannot read Dutch, you can choose any language with the google translate tool

ARGENTINIË


 

Fotogalerij van Argentinië

 

 



Ons reisverhaal van Argentinië
 
Naar Mendoza in Argentinië.

We zijn ondertussen door de op 3.200 meter hoogte gelegen tunnel doorgereden en zijn voorbij de grens met Argentinië, de grensformaliteiten verliepen snel en probleemloos.
We zijn in Argentinie

Sinds we Bolivia hebben verlaten zijn we in Chili in een andere wereld terechtgekomen. Een wereld zoals we die kennen.  Argentinië lijkt ook een bekende wereld.

Nummerplaat

De streek die we doorkruisen wordt beschreven als een van de meest dramatische van Argentinië. De kale bergflanken hebben kleuren gaande van dieprood tot helgeel, soms zijn ze brokkelig ruw, dan weer glad alsof ze met een groot mes zijn afgesneden. De weg volgt de Rio Mendoza tot in Uspallata. Uspallata, het dorp met de vele populieren.

De Andes De streek hier vertoont vele gelijkenissen met de landschappen van Centraal Azië en werd daardoor uitgekozen als locatie voor de film ‘ Zeven jaar in Tibet’ met Brad Pitt.
Een uitnodigend bord “Camping,Piscina” doet ons besluiten om hier te overnachten tussen de populieren.
We moeten morgen dinsdag zeker rond twee uur op de luchthaven van Mendoza zijn want dan komt Koen – onze oudste zoon - en zijn vrouw, ons een viertal dagen vervoegen. Mendoza ligt op nog maar 100 kilometer van hier.

Het is nog maar 11 uur 30 in de ochtend als we de buitenwijken van Mendoza naderen, we hebben dus nog wat tijd over inkopen te doen. Wall Mart ten zuiden van Mendoza lijkt hiervoor geschikt maar voor we alles gevonden hebben is het inmiddels 1 uur 30, dat wordt vlug spoeden naar de luchthaven. Op weg krijgen we een sms van Koen. “We zijn geland en zijn op weg naar het hotel!”
Zonder het gemerkt te hebben waren we gisteren opnieuw door een tijdzone gereden en … hier in Argentinië is het al een uur later!! Wel wat teleurgesteld aangezien we hen wilden verrassen, dus maar direct naar het hotel ‘Lares de Chacras’ in Chacras de Coria dit is een dorp, ten zuiden van de stad Mendoza, en misschien zijn we daar wel de eersten.

We zijn al uitgepakt als Koen en Véronique in het hotel aankomen. Het weerzien na vijf maand is harstversterkend en bij een frisse Sauvignon Blanc van Bellavista worden ervaringen en nieuwtjes uitgewisseld.
Heerlijk weerzien na 5 maand
TOP      

De uitgestrekte Mendoza wijnstreek.

Wat doet een mens zoal in Mendoza? Wijn proeven natuurlijk! Mendoza ligt op een hoogte van ongeveer 900 meter en is daarmee het hoogst gelegen wijngebied ter wereld. De rode wijn hier is gezonder dan ergens anders, omdat volgens een recente Britse wetenschappelijke studie, er meer anti-oxydanten in voorkomen. Hoe hoger de druiven groeien hoe meer anti-oxydanten er in zullen zijn. Dus doen we eigenlijk een gezondheidskuur.

Tussen de wijnstokken Malbec is de populairste druif in Mendoza maar het duurt even voor we een- naar onze smaak- goede Malbec wijn vinden. Bij de wijnboer, Andeluna, krijgen we een blend te proeven die in 2004 een eerste prijs heeft veroverd: Pasionata (Malbec, Merlot, Cabernet Sauvignon en Syrah). Dit is een gemakkelijke wijn want erg verwant met de Bordeaux wijnen. Mono wijnstok wijnen zijn moeilijker te maken!
Het is nu herfst in Zuid Amerika en de druivenoogst is al begonnen en zal nog een aantal weken in beslag nemen. Vrachtwagens met geplukte druiven rijden van de wijngaarden naar de vele wijn brouwers. Het plukken gebeurt meestal door arbeiders van Bolivia die voor elke 25 kg druiven 20 eurocent verdienen. Met die lage kosten worden dus alle druiven manueel geplukt. De methodes die we gezien hebben bij de wijnmakers behoren tot “the state of the art”!
De ovrdekte druivenstruiken

Vele wijnboeren hebben boven de wijnstokken zwart gaas gespannen en dat is een nogal vreemd zicht als je van op een hoogte de wijngaarden ziet. Dat gaas moet schade aan de druiven voorkomen want hier zo dicht bij de Andes kan het nogal eens hagelen. Boven de voeten van de wijnstokken loopt een zwarte kunststofbuis die driemaal daags water en meststoffen aan de planten geeft. Hier krijg je het gevoel, ‘wijn maken is veel techniek en geen mystiek’!
TOP      


Afscheid

De vier dagen met Koen en Véronique zijn (te) vlug voorbij gegaan. We hebben vele wijnen geproefd en gedegusteerd en de legendarische Argentijnse steaks gegeten. Wij zijn tot in de Andes gereden om de Puenta de Incas te bezoeken – een op 3.000 meter gelegen rotsbrug over de Rio de las Cuevas- met bijhorende warm zwavelhoudende waterbronnen. De dagen waren goed gevuld en de nachten relatief kort. Nu, zaterdagochtend, hebben we afscheid genomen. Ze vertrekken richting Buenos Aires om vandaar naar El Calafate te vliegen…

Wij blijven nog een dag langer in Mendoza en hebben ondertussen contact gehad met onze Poolse reisvrienden. Die beleven hun laatste dagen hier in Zuid Amerika avontuur want aanstaande woensdag vertrekken zij terug naar Polen. Slavek heeft zijn doel gerealiseerd. Hij is tot op 6.835 meter geklommen en Marzena heeft ondertussen de Jeep tot op 5.800 meter gereden! Niet mis, om wat jaloers op te zijn.
Tangodansen Dat en andere belevenissen vernemen we nadat we samen een Tangoshow hebben bijgewoond en nu rond 22 uur aan tafel zitten voor een heerlijk diner in het restaurant Francesco bij de Plaza de l’Independencia.
TangodansenTangodansenTangodansen
Zondagochtend, de wagens staan klaar voor het hotel en opnieuw nemen we afscheid. We hebben afgesproken dat we in januari 2010, samen het traject door Zuid Amerika zullen verder zetten. Hasta luego amigos.
TOP      

Het Belgisch voorbeeld.

Het is ondertussen al 11 uur en het duurt even voor we, na getankt te hebben en de stad uit zijn. We rijden nu door de Mapui vallei, een wijngebied waarin goede wijnen gebotteld worden. We volgen de Ruta 7, dit is de Pan American die naar Buenos Aires loopt en druivenaanplantingen zien we nog tot aan de rand van de provincie grens van Mendoza. Stilaan verandert de vegetatie, het wordt dor en droog, we zijn terug in woestijngebied gekomen. De weg is goed, eens over de provinciegrens, in de provincie San Luis, is de autopista een vierbaansweg naar Belgisch model voorzien van verlichting. Iedere 60 meter staat een paal en de bijzonderheid is dat die palen om de 1.500 meter een ander kleur hebben gekregen. In Las Mercedes verlaten we de Ruta 7 en rijden nu noordwaarts richting Cordoba. De camping die we hopen te vinden is er niet en het is al lang donker geworden. Er is veel verkeer en we rijden in file tot we in Berrotaran aankomen, het is nu 21 uur. We houden het voor bekeken vandaag, na 597 km, en stappen af in het enige hotel van het stadje.
TOP      

Naar Cordoba.

Maandag voormiddag 6 april, wij rijden langs een rustige weg naar een stuwmeertje met aan de oever een nucleaire elektriciteitscentrale. Onze tipgever in Mendoza had ons verteld dat hier een toeristische route begint –richting Cordoba- en dat merken we aan de vele plaatsen waar betonnen tafels en stoelen met daarbij horende BBQ staan opgesteld. Maar echt veel valt hier niet te beleven, we missen het avontuurlijke, het onvoorziene, het ruwe landschap van Bolivia en Peru. Hier zouden we ons in Europa kunnen wanen.

De Duitse stad in Argentina

Wij rijden zelfs nu in een Beiers stadje in Duitsland, Villa General Belgrano kompleet met umpapa muziek en bierfeesten in oktober. De oorsprong van dit, zou te wijten aan een groep Duitse oorlogsschipbreukelingen uit de tweede wereldoorlog die zich hier hebben gevestigd. Het doet vreemd aan om hier in de straten te lopen met om ons heen Duitse opschriften, huizen gebouwd naar Beiers model, winkels met Duitse kitsch en… Spaans te horen spreken. Net of we in een filmset zijn beland. Naar het schijnt zijn er toch noch een paar die Duits spreken maar die horen we niet, wel zien we hier en daar een man in ‘Lederhose’!

Niet alleen Villa General Belgrano ziet er Duits Europees uit maar ook de omliggende dorpen tonen verwantschap. Het is nog maar 14 uur als we op de autocamping Smata, aan het stuwmeer onze tenten opslaan. Grote kampeerplaats met prima voorzieningen maar geen kampeerders.

TOP      


Woensdag 8 april: San Juan

We hebben Cordoba al achter ons liggen en zijn op weg naar de nationale parken in de provincie San Juan.

San Juan ligt ten Noorden van Mendoza en rechts van de Andes. Cordoba, de tweede grootste stad van Argentinië, verschilt in niets van een grote Europese stad. Winkelwandelstraten met grote bomen die voor wat koelte zorgen, terrasjes overal. Overal staan rijen mensen geduldig te wachten op een of andere bus, net zoals in Londen.
Hier is niets meer te merken van het Latijns Amerikaans gevoel. Het verkeer is beschaafder en de buschauffeurs rijden normaal.
In de winkestraten van Cordoba
De auto’s echter zijn meestal aftands, maar dat is ook geldig voor wat we tot nog toe zagen in Argentinië. Een paradijs voor verzamelaars van oldtimers met o.a. oude Peugeot 404 uit de 60 jaren en 505 uit de 70 jaren! Vele kleine Fiats 600 en zelfs 2 pk’s en Citroën Ami’s zie je hier nog.
TOP      


Toch Condors?

Even buiten Villa Carlos Cruz – een gokstad – aarzelen we om naar het wat verder naar het Zuiden gelegen ‘Parque Nacional de la Quebrada del Condores’ te rijden. We willen nu echt de Condors zien en daarom nemen we de bochtige weg die ons 60 km verder naar het park moet brengen. We zijn tot op 1.300 meter hoogte gestegen, nog een goede 20 kilometer en we rijden al een tijdje in een verlaten heuvelachtig landschap met een lage begroeiing. Aan de rechterrand van de weg staat een witte Land Rover Defender met verhoogd dak, geparkeerd en die heeft een Franse nummerplaat. Het koppel uit Valance is al 10 maand onderweg in Argentinië en ze beleven de laatste weken van hun reis. In mei verschepen ze de Defender vanuit Buenos Aires naar Antwerpen.
Ondertussen stapelen regenwolken zich op in de richting waar we naar toe willen en de Franse reisgenoten raden ons aan dit park over te slaan en door te rijden naar San Juan. Die parken zijn veel mooier en er zitten daar ook condors. Kamperen in de regen trekt ons niet aan en we boeven niet verder overtuigd te worden om rechtsomkeer te maken. 

Rond 17 uur 30 zijn we in het stadje La Falda, tijd om de camping aan het stuwmeer op te zoeken. Onze campingplaats
TOP      

De dengue mug.

Vandaag staan 600 km op het programma naar het Parque Provincial Ischiguafasto. Tot in Cruce del Eje ontmoeten we verkeer en is het landschap afwisselend en dan volgt 300 kilometer bijna rechte monotone weg door een woestijn of half woestijn landschap. In Palquia verlaten we de Ruta 38 westwaarts naar het park dat op nog een goede 120 kilometer ligt. Bij het bezoekerscentrum in het park is een kampeerplaats en er zijn zelfs warme douches. De rit was eentonig maar onderweg hebben we condors gezien. Bij de provinciegrens stond een vriendelijke politieman die ons om de gebruikelijke informatie vroeg, ons een folder van het park toestopte en ons om een bijdrage verzocht. Het was al een tijd geleden – in La Paz nota bene -dat we nog te maken hadden met wat inhalige politiemensen. De politie van de provincie San Juan moet het moeilijk hebben met de financies of moet een duivelse schrik hebben van de dengue mug, zo veeronderstellen we toch ten minste. Ja, de dengue mug is sinds een maand nu ook opgedoken in het Noord Westen van Argentinië en daarom vroeg de vriendelijke man in het blauwe uniform ons om 20 Peso’s, om muggenmelk te kunnen kopen! Omdat de man zo ‘vriendelijk’ was hebben we hem dan toch maar 7 Peso’s toegestopt het laatste kleingeld dat we bij hadden. De volgende politiecontrole 50 kilometer verder had minder geluk, die wou ook nog wat geld, om Cola te kopen, en wij hadden geen klein geld meer!

CondorsCondorsCondorsCondors

onderweg zagen we tot onze grote blijdschap condors vliegen.....

TOP      


Valle de la Luna en Parque Nacional Talampaya, Unesco werelderfgoed.

Het is rond 18 uur als we na een redelijk eentonige vlakke weg, in de provincie San Juan, aan het bezoekerscentrum van het Parque Provincial Ischigualasto, Valle de Luna aankomen. Het bezoek zal voor morgen zijn en dat moet in groep achter de wagen van een parkwachter. Terwijl wij bezig zijn met het voorbereiden van het diner worden meer en meer tenten rond om ons opgesteld en al gauw staat het plein vol. Zoals we al vele malen hebben meegemaakt zijn we met de FJ en de toptent de attractie van de avond en wordt hier en daar stiekem een foto van de FJ geklikt.
De warme douche doet deugd na een nacht met hindernissen. Tot laat in de nacht is er beweging geweest want met de volle maan worden er ook nachttochten voorzien en deelnemers zijn pas terug rond drie uur in de ochtend.
Nu staan we in de rij met draaiende motor wachtend – in de felle zon - tot de ranger het vertreksein zal geven. Volgens de kaart en de informatie die we hebben gekregen bij de aanschaf van het toegangsbewijs, zullen we een vijftal sites bezoeken, die langs het circuit liggen. Braafjes in de rij rijden een twintigtal auto’s in een grote stofwolk naar de eerste stopplaats, een grillige rotsformatie.

De ranger ontpopt zich als een prof geologie, en doet zijn lange verhaal over de vorming van dit gebied in het Triassic tijdperk, 30 tot 70 miljoen jaar geleden. De volgende stopplaatsen verlopen op dezelfde wijze en steeds minder bezoekers scharen zich rond de enthousiaste lesgever om zijn uitleg te vernemen. Al bij al was het toch een interessante beleving die bijna vier uur durende 40 kilometer tocht. Valle pintado

Het Parque Nacional Talampaya in dezelfde San Juan provincie, ligt 120 kilometer noordwaarts, 200 meter lager, op 1.200 meter.
We zijn er en het is 15 uur. Gauw inschrijven want dan kunnen we vandaag nog de bijna drie uur durende tocht maken in een bus van een toeristorganisatie. Met de eigen auto gaat niet. De bus vertrekt om 16 uur en gaat richting canyon. Wij rijden in de droge rivierbedding de kloof in. De lage avondzon verdwijnt achter de machtige rotsmassa. De zowat 80 meter hoge fel rode geribbelde kloofwanden zijn loodrecht gesneden.

Ooit was die rotsmassa een geheel en daardoor passen de wanden, langs beide zijden van de kloof, in elkaar. Zo zegt onze vrouwelijke gids.
Nu ontwaren we in de lucht erboven een vlucht Condors.
Na twee uur en 5 stations - zo worden de bezienswaardigheden hier genoemd - bezichtigd te hebben zijn we op de terugweg naar het bezoekerscentrum. We zijn niet overdonderd over wat we gezien hebben maar de grillige kloofwanden en alleenstaande rotsformaties maakten toch indruk.
Met wat verbeelding zie je allerlei beelden
Condors vliegen over de canyon van Parque Nacional Talampaya
En er is ook de echokloof, die weerkaatst je eigen stem zo goed dat je de indruk krijgt dat die even luid terug komt. De dichtstbijzijnde stad Chilecito is nog ruim 120 kilometer verwijderd en dus wordt het kamperen hier, in de goed uitgeruste camping van het park.
De driedubbele echo (filmpje staat verkeerd gedraaid, dient alleen voor het geluid )
       
TOP      

Rioja provincie.

Chilecito, (vertaald: klein Chili) een mijnstad met de langste kabelbaan ter wereld rijden we even binnen, de mijn bezoeken hebben we niet op ons programma gezet. De stad zelf is weinig boeiend maar de laatste 20 kilometer van de weg ernaartoe liep afwisselend door wijngaarden en olijfboomaanplantingen.( Eigenlijk zijn het geen olijfbomen maar struiken dus gemakkelijker om te plukken.)
De wijngaarden liggen hier op 1.700 meter hoog. De Britse studie in gedachte is de rode wijn hier nog gezonder dan in Mendoza!

Om van Chilecito naar La Rioja te rijden moeten we een hele bergketen ronden. In vogelvlucht ligt La Rioja slechts 60 km verwijderd, over de weg 300 km! En die is bijna altijd kaarsrecht, eentonig en oervervelend.
We naderen de provinciehoofdstadstad La Rioja en zijn op zoek naar een kampeerplaats. De eerste camping “ Syri-Libanes” die we opzoeken is verlaten en zo vinden we er nog een vijftal campings die alle gesloten zijn. Finaal beslissen we even buiten Villa Sanagasta – 30 km ten noorden van La Rioja -in een rivierbedding onze tent open te vouwen.

Aan een familie die hier vandaag de rust is komen opzoeken vragen we of het hier wel veilig is. “Si señor, no hay problemas”
Er loopt nog een ondiep beekje door de bedding en op een eilandje aan de overkant beschut door wat struiken en bomen parkeren we de FJ.
Onze kampeerplaats
TOP      


De ‘ Salta Ruta del Vino’.

Vanuit La Rioja is het nog een kleine 900 km naar de stad Salta in de provincie Salta, dus iets teveel kilometer om dit traject in een dag af te leggen.  Ergens halfweg zullen we wel iets vinden om te slapen. Het is 13 uur en we zijn in de stad Catamarca. Op het eerste zicht een sympathieke en drukke stad met een mooie Plaza Central. Tijd om eventjes te stoppen, inkopen te doen en in een van de vele Argentijnse ijssalons binnen te stappen. De ijsjes in Argentinië zijn groot en smaken bijzonder lekker. De beste tot nog toe!
De weg na Catamarca is iets minder saai maar echt mooi wordt het landschap pas nadat we de hoofdweg bij Monteros verlaten en de richting Valle del Tape oprijden. Deze streek is weekendplaats van de inwoners van San Miguel de Tucuman. In Tucuman kan het zeer warm zijn en de Valle de Tape ligt op bijna 2.000 meter en is dus veel koeler. De weg is nu smal en slingert door dicht bebost gebied gestadig hoger. De zon is ondertussen verdwenen en we moeten absoluut een kampeerplaats vinden vooraleer het helemaal donker is.
Een vroeger picknick plaats naast een bergrivier een 20 tal meter van de weg is het beste wat we tot nog toe zijn tegengekomen en met wat keien onder de wielen stellen we de FJ horizontaal. Wat later smullen we van lekkere koteletten en genieten van een Chileense Merlot 2004, Espiritu.
Ontbijt, alles inpakken en wegwezen want vandaag moeten we weer een goede 400 kilometer verder noordwaarts. We willen in Salta zijn voor donker.
Een goede 20 km verder dan onze overnachtingplaats zijn we in de vallei aangekomen. Een grote vlakke kom met in het centrum een stuwmeer. De baan blijft stijgen en op het hoogste punt zijn we iets over de 3.000 meter. Dan gaat het langzaam bergaf – niet met ons natuurlijk – en komen we op de Ruta 40. De Ruta 40 loopt tot in het Zuiden van Argentinië en de kilometer paaltjes aan de zijkant van de weg duiden 4.350 km aan. Links is een bergketen vlakbij de Ruta 40 en een paar kilometer verder rechts een andere bergketen. Ertussen is bush. Dat verandert plots als we in de omgeving van het dorp Tolombon komen. 

Daar begint warempel een wijnroute en we rijden nog altijd op 1.700 meter hoog. Terwijl in Europa wijngaarden worden gerooid, zien we hier talrijke nieuwe aanplantingen. Het is dus niet alleen in Mendoza of Patagonië waar wijn wordt gemaakt in Argentinië. Deze wijnstreek produceert al wijn van in de 19de eeuw! Volgen sommige gidsen produceert deze streek de beste wijnen van Argentinië!
Tijd om de Argentijnse wijnhorizon te verruimen!
De vele wijndorpen die we doorrijden zijn een en al rust. De druiven zijn al geoogst en het sap is op vaten.
De wijndruiven van Salta
De Quebrada de Cafayate Tot in Cafayate zien we wijngaarden. Ondertussen zijn we de Quebrada de Cafayate ingereden. Het landschap is rood geworden, dieprood. De canyon waarin een rivier stroomt met rood water levert spectaculaire zichten. Het groen van de kronkelende vallei, de vele rood tinten van de zandrotsformaties maken dit landschap tot het mooiste wat we tot nog toe in Argentinië zagen en het blijft zo tientallen kilometers lang.
Dirk amuseert zich Dirk kon zich hier volledig uitleven en zijn FJ Cruiser eens uitproberen!
       
TOP      

Salta.

Het is 17 uur en de camping municipal van Salta, de hoofdstad van de gelijknamige provincie, is gauw gevonden. Groot park met een immens groot – maar leeg – zwembad in het centrum. Van de zowat 500 plaatsen zijn er maar enkele bezet, een paar kampeerwagens met Franse nummerplaat, een paar Duitse en jawel een Zwitser. De Zwitser kennen we want we zijn die voor het laatst in Peru in de canyon van Colca tegengekomen. Het is de familie met de twee kinderen en de derde op komst!

Twee dagen hebben we nu in Salta vertoefd. We zijn echter niet op de camping gebleven maar hebben een hotel op de Plaza de Armes opgezocht. De koloniale stad, in de Lerma vallei op 1.152 meter hoogte gelegen aan de voet van de Andes heuvels, is in 1582 gesticht en is nu een toeristische must. Plaza 9 de julio
Op de Plaza de Armas is het MAAM, Museo Archeologica de Alta Montaňa, gevestigd. Zoals in Arequipa, Peru, werden ook hier in Argentinië op de top van 6.732 meter hoge Llullaillaco, Inca kindoffers gevonden tijdens een expeditie in 1999. Een gemummificeerd meisje, Doncella, van 15 is in dit museum tentoongesteld.
Het mummiemeisje
TOP      

Quebrada de Humahuaca.

Een andere toeristische must is de vallei, Quebrada de Humahuaca, ten noorden van de stad Jujuy. Deze vallei is door de Unesco op de wereld erfgoed lijst gezet. Van Salta is dit een trip van iets meer dan 250 kilometer. Uit de stad Salta uitrijden is nu geen probleem meer want we hebben ondertussen weer assistentie van onze GPS. Dank zij de tip van een Duitse Argentinië reiziger hebben we een digitale kaart van Argentinië kunnen downloaden van Internet!
We rijden op een snelweg, richting Noord, San Salvador de Jujuy. Het gaat snel vooruit. Het landschap verandert na Jujuy dramatisch. Hier begint de canyon die bergopwaarts tot in Bolivia loopt. Dit is de koloniale weg van Potosi in Bolivia naar Beunos Aires.

De Quebrada de Humahuaca De rivierbedding is honderden meter breed en de neerlopende bergflanken soms begroeid met de kandelaarwormige cardon cactussen hebben de grilligste vormen en golfprofielen. Kleuren variëren van witte room tot dieprood. Hier en daar zijn in het dorre landschap indianen dorpjes verscholen. De cardoncactussen in de Quebrada de Humahuaca

We zijn ondertussen in Tilcara aangekomen en hebben een goede kampeerplaats in de tuin van een hotel gevonden. Ticara is een pittoresk dorp, waar kunstenaars vertoeven die een rustiger leven hebben opgezocht en de boeren er nog leven zoals honderden jaren geleden. 1 kilometer ten Zuiden van de centrale plaats liggen de in de 50 jaren heropgebouwde Pucara ruines uit de precolumbiaanse periode, daterend van de 11de tot de 15de eeuw. Van hier overkijken we de riviervallei in de twee richtingen. De plaats hier moet dus wel een strategisch belang hebben gehad.

Op de site van Pucara de Tilcara
De zevenkleurige rots

Hier staan we te pronken op de site van Pucara de Tilcara

De zevenkleurige rots van Purmarmarca

 
TOP      

Op weg naar Asunción in Paraguay.

Na een kille nacht - we sliepen op 2.600 meter hoog - zijn de valiezen klaar om de lange tocht, richting andere kant van het Zuid Amerikaanse werelddeel, te reizen. De vooruitzichten zijn niet hoog gespannen althans niet voor de rit tot de stad Resistencia in de Chaco provincie (1.100 kilometer) en de 350 kilometer verder naar Asunción in Paraguay. Op de wegenkaart ziet die weg er gedurende meer dan 600 km kaarsrecht uit…Maar eerst moeten we nog om een bergmassief heen, 235 kilometer voor een vogelvlucht afstand van amper 45 kilometer! Daar ligt het uitgestrekte Parque Nacional Gallegua en deze plek lijkt een geschikte overnachtingplaats.

De vele muggen en andere steekbeesten die daar in grote hoeveelheden voorkwamen hebben het kampeerplezier wat vergald en poema’s en tapirs hebben we helaas niet gezien.

We nemen afscheid van het koppel uit Cordoba dat hier, ondanks de plaagbeesten, nog wat wil verblijven.
De Dengue mug

Eerst een goede 100 kilometer aardeweg door niemandsland vooraleer we op de RP5 komen en richting Zuid afslaan. Rechte weg met af en toe gaten in het asfalt, links en rechts van de baan landbouwgebied afgewisseld met bush en dat gaat zo eindeloos door. In El Quebratchal, ondertussen zijn we op de RN16, draait de weg richting Zuid Oost. Vlak, vlak en altijd maar rechtdoor? Hier en daar kruisen we kleine indianen dorpjes. Deze streek heeft de hoogste concentratie indiaanse bevolking van gans Argentinië ze is sinds een maand ook berucht omwille van de aanwezigheid van de dengue mug. We zien grote landerijen langs beide zijden van de tweebaansweg. Om de 150 meter zijn de akkers gescheiden door een strook begroeid met bomen en struiken om winderosie tegen te gaan. De asfaltweg is van middelmatige kwaliteit met op sommige plaatsen nogal wat verzakkingen. Sneller dan 120 km/uur is niet mogelijk.
Het is 19 uur, en al een poos donker, we zijn in de stad Residencia Roque Saenz Peňa, het centrum van de katoen teelt. Twee derden van al het Argentijnse katoen komt uit deze streek. Het is druk in de stad, het valt op dat hier meer dan ergens anders nieuwe auto’s rijden en aan de prijs van het hotel – het dubbele van degene vermeld in onze reisgids – vermoeden we dat dit een welvarende stad moet zijn. We zijn op 550 km van Asunción Paraguay genaderd en hebben een rit van 715 km eentonige weg achter de rug.
Maandag ochtend en het is opnieuw druk in het centrum van de stad. De lucht is bewolkt en voor de eerste keer in Argentinië hebben we af te rekenen met een regenvlaag. Het duurt echter niet lang want we zijn pas aan de buitenwijken van de stad of het houdt op met regenen. De baan is nog steeds kaarsrecht en nu zien we geen akkers meer maar weiden afgewisseld met jungle. We rijden richting Corrientes 200 km verder. De stad staat bekend om de typische muziek: De Chamamé, polka vermengd met inheemse klanken, die er in de straten wordt gespeeld.

15 kilometer voor Corrientes zijn we in Resistencia. Residencia is de grootste agglomeratie die we de laatste 1.300 kilometer hebben doorkruist.
Lieve en haar ijsje Aan de rand van het immens grote met palmbomen begroeide centrale plein proberen we in een van de ijssalons, hoe het ijs hier smaakt. We kunnen kiezen uit 50 verschillende smaken! De ijssalons zijn zowat de enige plaatsen die open zijn. Hier ook is er in de namiddag vanaf 13 tot 17 uur geen commerciële activiteit in de winkelstraten.

Het is siësta! De temperatuur is een aangename 24 °.
We hebben ondertussen uitgevist dat er hier een mooie gemeentelijke camping moet zijn. Bij het park met vijver en zwembad is er inderdaad een mooie met hoge bomen begroeide kampeerplaats en vlakbij is er een Carrefour. Wat nieuwe wijnen uitzoeken, verse Argentijnse steaks en ...
Het regent en we moeten dringend de tent opvouwen want vandaag dinsdag 21 april willen we de grens over met Paraguay, het 16de land.
De regen heeft even opgehouden, de tent is minder nat en hop we zijn klaar om te vertrekken. Nu Noordwaarts 350 kilometer langs dezelfde soort rechtlijnige monotone weg met af en toe een stop voor de alomtegenwoordige politiecontroles.

We naderen de grenspost met Paraguay...

We reden 4.702 km op ons eerste traject in Argentinië
 
TOP      


Iguaçu in Argentinië.

We hebben verleden nacht op de Camping Brasil aan de ingang van het park gekampeerd en zijn ondertussen aan de grensovergangen Brazilië Argentinië aangekomen.  Opnieuw vele parallelle lanen om rijdend de formaliteiten te vervullen. 
Toch de FJ parkeren om de stempels op te halen bij de Brazilianen, de brug over rijden tot aan de Argentijnse grensgebouwen en hier hetzelfde doen. Geen problemen!
De fJ is alweer de aandachtstrekker en zelfs de douaniers komen hem bemonsteren en willen weten waarvan we komen. We zijn terug in Argentinië!

Net zoals in Brazilië heeft Argentinië ook een nationaal park die de watervallen insluiten. De grens tussen Brazilië en Argentinië ligt trouwens in het midden van de Rio Iguaçu.
in het parque nacional
De Argentijnse overheid heeft langs de watervallen een indrukwekkend systeem van loopbruggen voorzien. We kunnen over de bovenrand van de watervallen wandelen op metalen wandelpaden of kiezen voor het lager circuit dat een kikvorsperspectief geeft op de ontelbare watervallen. Dirk en Lieve bewonderen de watervallen
Onze boottrip Klik op het logo om onze boottrip te bekijken, aan de watervallen
Bekijk ook onze foto's van de watervallen langs de Brasiliaanse zijde. Klik hiervoor op de button Brasilië
De Iguazu watervallen Klik op het logo om om het promotiefilmpje van de Iguazuwatervallen te bewonderen

Of nu de Argentijnse of Braziliaanse kant de mooiste zichten oplevert maakt niet uit. Veel zal afhangen van het waterdebiet, maar de watervallen en de parken met de vele fel gekleurde grote vlinders zullen bij ons een blijvende indruk nalaten…
Het slenteren en wandelen heeft wat energie gekost en we zijn maar al te blij dat we niet ver hoeven te rijden naar de camping ‘El Viejo Americano’ even buiten het stadje Puerto Iguaçu. Een mooi park met hoge bomen, met een hotel, zwembaden en een kleine supermarkt en restaurant. Goedgekeurd om hier een paar dagen te vertoeven.

TOP      

Puerto Iguaçu.

“Sprechen Sie Deutch?”  Ik dacht, alweer iemand die de Belgische vlag verwisselt met de Duitse.“Seit 130 Jahre leben wir schon hier”. De man zag er nochtans geen 130 jaar uit! Maar dat bleek te slaan op zijn familie die hier al 130 jaar geleden naar toe gekomen was. Hij was een van de nazaten en sprak nog perfect Duits en was nu werkzaam in het resort ‘El Veijo Americano’. Drie nachten zijn we hier gebleven en het mochten er nog een paar extra zijn. Maar er waren die muggen en de tijd die begint te dringen…
TOP      

De Mocona watervallen in de Argentijnse provincie Misiones.

Het noorden van de provincie Misiones is een ‘bijna’ nog ongerept subtropisch natuurgebied ten zuiden van het drie landen punt rond Iguaçu, met veel stromen en beken met links de Rio Parana die de grens met Paraguay vormt en rechts de Rio Peperi Guaçu en meer naar het Zuiden de Rio Uruguay die de grens met Brazilië uitmaakt. In het zuiden van de provincie, dicht bij de grens met Paraguay, zijn een aantal historische sites van Jezuïeten kloosters. San Ignacio is er een van. Aan de andere kant van de Rio Parana in Paraguay liggen ook dergelijke ruine sites. En na San Ignacio staan die ook op het programma om deze te bezoeken. Maar er zijn ook nog de watervallen op de Rio Uruguay in het provinciaal park Mocona.
De soltos del Mocona Het water stort daar over een klif van meer dan 2 kilometer lang 20 m lager. De plaats is alleen te bereiken met een 4X4! Dat kleine omwegje willen we wel maken en zo belanden we net voor donker in de ‘refujio’ van het provinciale park Mocona aan de grens met Brazilië.
Het is woensdag 29 april en we zijn deze keer niet wakker gemaakt door het getokketok van spechten of het gekrijs van papegaaien. De ‘refujio’ opzichter heeft ons verteld hoe we de watervallen kunnen bereiken en na een wat smalle pisteweg komen we op een brede in aanleg zijnde baan. “Hola” klinkt het als we de verschillende werven voorbijrijden, de weg gaat soms steil op en af, achter de Fj is een rode stofwolk van een paar honderd paarden te zien, even een rivier doorwaden en we zijn aangekomen aan wat we een toerist informatiecentrum zouden kunnen noemen.
De oversteek van de rRio Uruguay “Dos quilometros al salto, pero no es posible de ir con camioneta, solamente a pié”. Dus maar te voet in de blakende zon de lange weg naar beneden gehinderd door de wegwerkzaamheden met glijd- en klauterpassages over de rotsblokken. Beneden aan de oever van de Rio Uruguay begint een 500 meter lange doorwaad piste tot aan de rand van de klif vanwaar het water naar beneden stort. De piste bestaat uit een serie betonnen pijlers waartussen een dik touw is gespannen.
soms was het water wel diep De andere beschikbare service bestaat uit een aantal stevige stokken die ter beschikking liggen van de waaghalzen die over de glibberige rotsen naar de kop van de watervallen willen, verder niets. En er is het gedruis en gedonder van het neerstortende water van de 2 kilometer lange watervallen en het krijsen van vogels We wikkelen de camera’s voor alle zekerheid in extra plastiek zakken en grijpen naar de stevigste stok. Het water is ondiep maar de rotsen zijn glad en het water stroomt snel... 500 meter over en tussen rotsblokken waden we, soms tot met de buik in het water door de Rio Uruguay, om tot aan de watervallen te komen...

Na ongeveer een half uur zijn we op een goede 20 meter van de rand genaderd. We kunnen niet verder! Het touw ontbreekt tussen de laatste peilers! Met de camera’s op de rug is verdergaan een hachelijke onderneming, dus moeten we onverrichter zake terug.
De zon brandt aan de hemel. Met de benen in het koele water was dat een heel stuk comfortabeler dan de klimpartij over de rode zandweg die we nu doen, op weg terug, naar het toeristencenter. De bananen die hier in het wild groeien, kunnen we niet eten want die zijn nog niet rijp.

Wat verder is de weg nu helemaal geblokkeerd want de siësta is voorbij en de grote graafmachine is bezig met het verwijderen van enorme rotsblokken uit wat de toekomstige rijbaan moet worden. De machinist heeft ons opgemerkt en nodigt ons uit om in de graafbak van zijn machine plaats te nemen. Een paar minuten later hebben we de 5 meter onoverkomelijke hindernis overwonnen. “Gracias, señor” “¿Dedonde vienen?” vraagt hij. “Belgica”, “¿Belgico?” “No señor, Belgica” zeggen we nog. “Chao!” . In de graafmachine
De weg is steil, zeer steil en Lieve heeft het voor elkaar gekregen een lift te krijgen van de wegarbeiders tot aan de plaats waar de FJ staat geparkeerd.
Tot aan de ecocamping is het volgens de gps nog 113 km. De weg slingert op en neer door de uitgestrekte wouden met af en toe een zicht op de Rio Uruguay en andere kleinere stromen. Langs de weg staan houten barakjes die dienst doen als woning voor de mensen hier. Opvallend vele jonge vrouwen met kleine kinderen en baby’s op de arm, lopen langs de weg. Op een spoor naast het asfalt kruisen we af en toe een ossenspan. Dit soort taferelen hebben we nog niet gezien in Argentinië tot nog toe!
TOP      


Van de Ecocamping bij San Vincente naar San Ignacio.

Ruim voor donker slaan we de stofferige rode zandweg in naar de op 4 kilometer verder gelegen camping. In de omgeving van een kleine waterval ligt een grote, maar vervallen camping. Een ietwat schuwe man zegt dat we zonder probleem hier kunnen kamperen en er is elektrische stroom en zelfs warm water. Terwijl wij de tent uitvouwen is hij bezig met hout kappen. En een half uur later waarschuwt hij ons dat de douches warm zijn. Onder een grote ijzeren ton is een haard en die heeft hij aangestoken met het zonet gekapte hout.

Donderdagochtend 30 april nemen we afscheid van het wat wereldvreemd koppel. Ze willen zelfs geen geld voor de overnachting. We geven hun de verschuldigde Pesos toch en daarbovenover nog wat Belgische Côte D'Or Chocotoffs. Eerste stop is in San Vincente de lokale supermarkt want daar hebben ze ‘lomo’ van de allerbeste kwaliteit.
San Ignacio met de Jezuïeten ruines ligt slechts 200 kilometer verder naar het Zuiden.

De ruines en het museum vinden we aan de rand van het dorpje. Het domein – de vroegere Jezuïeten nederzetting uit de 18de eeuw - is door de Unesco op de werelderfgoed lijst geplaatst en ondergaat nu een grondige restauratie. De overblijfselen van de kerk

Zoals al gezegd, aan de andere kant van de Rio Parana in Paraguay zijn nog enkele ruines van de 18de eeuwse Jezuïeten nederzettingen maar daarvoor moet we eerst de grens terug over aan de stad Posadas 50 km verder zuidwaarts.

Dus rijden we nu opnieuw richting Paraguay

We reden 775 km op ons tweede traject in Argentinië
 
TOP      


Terug in Argentinië, provincie Corrientes
.

We zijn op weg naar Colón maar dat ligt op 735 km van hier en we zullen zeker een tussenstop moeten maken. Langs de weg is weinig te zien en te beleven. We hebben wat heuvels gehad na de grens met Paraguay maar nu rijden we in een uitgestrekt vlak landschap. Ergens, links van ons, ligt de Rio Uruguay en dit is de grens met Brazilië maar die krijgen we niet te zien. Monotoon, hier en daar een boomplantage soms wat afgewisseld met weiden waarop grote kudden koeien staan te grazen en dat gaat zo maar door. Het is 17 uur en langs de boord van de weg lezen we op een bord “Visite Yapeyu”. We rijden 6 kilometer, linksaf naar de Rio Uruguay. Aan de oever van de rivier stoten we op een zeemacht kazerne en ernaast ligt een mooi grasplein. Ideale overnachtingplaats denken we! Ik loop tot aan de kazerne en informeer of we hier zouden mogen kamperen. Geen probleem, zegt de officier, maar wat verder aan de rivier is een gemeentelijke kampeerplaats!

TOP      

Entre dos Rios.


De verantwoordelijke van de kampeerplaats, een plastisch kunstenaar, nota bene, had ons een rustige nacht beloofd op de “Camping municipal” en dat was ook zo.
Op de camping in Yapeyu Nu zitten we, in de schaduw van een boom, te ontbijten met op de achtergrond het vioolconcerto van Max Bruch dat ons tegemoet komt vanuit het atelier van de kunstenaar. Deze meesterlijke muziek aan de oever van de Rio Uruguay moet een perfecte start zijn voor een nieuwe dag vol ontdekkingen en ontmoetingen. 

We moeten wel door de provincie tussen de twee rivieren “Entre dos Rios” en die staat ervoor bekend dat de politie er op uit is om buitenlanders ‘den duvel’ aan te doen. We hebben amper een uur afscheid genomen van de kunstenaar in Yapeyu en daar hebben we onze eerste controlepost. Anderen (lees Argentijnen) mogen doorrijden wij moeten aan de kant. Documenten mijnheer, vraagt de jonge politieman nog voor ik de gelegenheid heb zelf met een vraag te komen. Paspoort, rijbewijs, eigendomsbewijs van de FJ… heb ik al gegeven en ik wordt wat nerveus.  “Verzekeringspapieren mijnheer”, en “hebt u een brandblusser?” vraagt hij verder. Ik verlies even mijn geduld en vraag nogal uitdrukkelijk waarom wij “¿Porque nosotros y no los Argentinos? Ik spring uit de FJ open de achterdeur en toon hem de brandblusser en voeg eraan toe, de gevarendriehoek zit aan de andere kant! Ik krijg prompt de papieren terug en ik mag verder. Je zou voor minder je goed humeur verliezen.

Een uur later weer een politiecontrolepost! Oef, we mogen doorrijden deze keer. Maar weer een uur later zelfde scenario, we moeten aan de kant. Nog voor de politieman zijn vraag kan stellen laat ik hem weten dat dit nu al de derde keer is vandaag! Dat helpt want op zijn uitnodiging “siga señor” rijden we weer verder.
TOP      


Colón.

In Colón, mooi gelegen aan de hier zeer brede Rio Uruguay, is een grensovergang naar Uruguay. We hebben hier geslapen aan de boorden van deze rustige rivier met zijn oevers met gele, brede zandstranden en rijden over de internationale brug richting Uruguay. We zijn wat onzeker want aan de andere kant van de rivier zijn we in Uruguay en we hebben nog geen Argentijnse immigratie noch douanekantoren gezien. We zijn aan een tolstation aangekomen en vlak daarachter zijn de diensten van de Argentijnse en Uruguyaanse politie en douane samen in eenzelfde gebouw. Zo makkelijk was het nog niet! De ene controleert de andere! We zijn in het 18de land!

We reden 730 km op ons derde traject in Argentinië
 
TOP      

Op weg naar Buenos Aires.

Het is bijna 16 uur, we zijn aan de grens en staan al een poos in een lange rij wachtende voertuigen van alle slag Even geduld oefenen. De grensformaliteiten verlopen probleemloos maar de tijdelijke invoervergunning, door de computer gegeven, loopt maar tot 6 januari 2010. Dat zal dus nipt worden volgend jaar bij onze terugkeer. Natuurlijk was er weer de bijzondere interesse voor de FJ van de douanemensen, maar dat zijn we ondertussen al lang gewoon geworden ook dat er foto’s worden genomen of de duim hoog gaat.
Nog 317 kilometer naar Tigre want daar willen we vannacht overnachten. Dat wordt dus snel wezen.

We zijn terug in de provincie “ Entre dos rios” met zijn beruchte politie. We zijn nog geen 50 kilometer terug in Argentinië en daar hebben we al de eerste controle. Natuurlijk! Wij moeten langs de kant. Drie man staren ons aan en een heeft de winch opgemerkt vooraan de FJ. Hij doet teken naar de agent die aanstalten maakt om naar mijn raam te komen. Dat voorspelt niets goeds en dat blijkt algauw ook zo.

“Buenos tardes, ¿donde vienen?, señor” Ik maak de vergissing door te zeggen dat we van Uruguay komen. “Documentos seguros por favor”. Als de verzekeringsdocumenten worden gevraagd is er altijd iets op til. Meneer, uw wagen is niet reglementair! “No señor?” vraag ik “¿Porque?” De ijverige man heeft gevonden dat de haak van de winch vooraan te ver uitsteekt. Ik moet mee naar zijn post en daar wil hij mij bewijzen aan de hand van lijsten met inbreuken, dat ik een grote boete moet betalen. Ik protesteer heftig en verlaat zijn bureel met een kordate weigering naar zijn nonsens te luisteren. Ik moet mee naar het kantoor wat verder, ondertussen heftig protesterend tegen de willekeur van de controle en argumenterend dat we al weken in Argentinië rondrijden en dat hij de eerste is die een proces verbaal wil opstellen. Wij hadden gisteren van het Franse koppel een in het Spaans opgesteld formulier gekregen recent opgemaakt door een Argentinië reiziger. Op het A4 blad staat een groot Europees kenteken, met een verwijzing naar de rechten van de mens, en het verzoek dit te sturen naar de Franse ambassade en eronder plaats voor de personalia van de verbaliserende politieagent. In het grote bureel aangekomen, waar de chef zit, vraag ik hem dit document in te vullen als ik een boete moet betalen. De chef probeert nog wat te argumenteren dat de situatie gevaarlijk is en dat mijn verzekeringsmaatschappij niet zal betalen in geval van ongeval. “Torteria, nonsens” zeg ik. Ondertussen is de jonge agent met een fototoestel tevoorschijn gekomen.
Ik loop snel naar de FJ en plooi de haak van de winch tussen de houders en vraag aan de agent met digitaal fototoestel wat er nu mis is. Hij staat er wat verbouwereerd bij en laat zijn camera zakken. “¿Todo es bien?” vraag ik en kruip achter het stuur.

We rijden weer. Maar nog geen half uur later worden we weer op zij gezet. Voor de agent iets kan zeggen laat ik hem al lachend weten dat we al vijf controles hebben gehad de laatste 100 kilometer. Ik stap uit de auto. Hij maakt mij vriendelijk duidelijk dat hij alleen maar mijn rijbewijs wil zien. We mogen verder!

Een half uur verder opnieuw langs de kant. “Meneer, dat is al de vijfde controle deze namiddag”. “Dat is toch niet zo erg de man voor u heeft er al zeven gehad!” Ze vragen nog wat over de FJ, zij zijn ondertussen al met drie man rond de auto komen staan, maar het is duidelijk de Fj die imponeert. We kunnen weer verder.

We zijn nog 50 kilometer van Buenos Aires verwijderd. Het is donker en de regen valt met bakken uit de hemel. De twee laatste politieposten zijn we star voor ons uitkijkend voorbijgereden en we hebben niets gezien.
Kamperen in Tigre zit er niet in vanavond dus rijden we door naar Buenos Aires, het blijft maar stortregenen en het regenwater stroomt bij beken over de snelweg. Hoe dichter we de hoofdstad naderen hoe meer hotels we tegenkomen. Omdat de stortregen blijft aanhouden en er hier en daar ook nog eens wagens zonder lichten rijden, vrachtwagens twee rijstroken inpalmen besluiten we bij een van die hotels te stoppen om daar te overnachten.

Lieve is nu al vier keer uitgestapt om te vragen of er nog kamers vrij waren. Alle 4 hotels hadden kamers maar de prijs was er een per uur! Tot nu toe hadden dit soort etablissementen in Latijns Amerika en elders in Argentinië – en elke stad heeft er enkele- het etiket ‘Motel’, maar hier zijn het doodgewoon: ‘hotels’.
Motel of Hotel
Het is 22 uur en we zijn in het centrum van Buenos Aires. Wij zijn naar het Boutique hotel Complejo Tango waar we voor de vier laatste dagen hadden gereserveerd gereden en we zullen hier nu vijf nachten verblijven.
TOP      


Buenos Aires.

12 mei. Het regent en het is koud hier in Buenos Aires niet direct een optimale situatie om een grote stad te verkennen. Beunos Aires DF in 1880 gefederaliseerd telt nu 13 miljoen inwoners.
Gisteren hebben we d FJ klaargemaakt voor zijn winterstalling en de checklijst opgemaakt van nog ‘te doen’ zaken. De definitieve stallingplaats is nog steeds niet bekend maar we hebben wel verschillende opties. We zoeken dus verder.
San Telmo district is een van de oudste wijken van de stad en heeft nog vele gebouwen uit de 19de eeuw. In de regen oogt deze geprezen stadszone groezelig, bij wijlen. Vele straten liggen open omwille van werkzaamheden, in de huizenrijen gapen rommelige openingen of staan vervallen panden die wachten op restauratie. Niet direct een beeld waarvan we vrolijk worden. We vinden wel veel antiek- en winkels met uitstalramen vol kitsch en ook vele kunstgalerijen en hier en daar een kunstcafé. Dat is dan de beste plaats om, vandaag met dit hondenweer, in te vertoeven!
Het miezerige Belgisch weer van gisteren is weg, de zon schijnt vandaag, maar het is nog steeds maar 13°C. We nemen de metro naar het vertrekpunt van de 'op en af' bus, die in drie uur een elftal stations aandoet en de belangrijkste bezienswaardigheden laat zien.

Staking van de taxi's

De bus staat aan het startpunt, aan de hoek van de Florida straat, met Avenida de Roque  Peňia, maar we kunnen niet vertrekken. Er is in de Roque de Peňia een betoging van taxichauffeurs in de maak. De weg is afgesperd en horden taxi’s vullen de brede laan. Wat verder spuugt een luidspreker slagzinnen en ophitsende zinnen zoals alleen Latijns Amerikanen dat kunnen. Knalbussen ontploffen met oorverdovende lawaai rond de bus en blauwe en gele folders dwarrelen door de lucht.

Stakende buschauffeurs Klik op het logo om een beeld te krijgen van de stakende taxichauffeurs

Het is ondertussen bijna 13 uur geworden, we staan hier al meer dan anderhalf uur! Eindelijk krijgen we nieuws, we nemen een andere bus die een paar straten verder staat buiten het gewoel van de betoging.
Buenos Aires is een mooie stad, groots en imposant met brede lanen, mooie architectuur, grote parken en pleinen en ronde punten met de vele soms zeer grote standbeelden en kunstwerken.
We hebben nu een ander beeld gekregen van de stad, dan dat na ons bezoek gisteren aan het regenachtige San Telmo district.

La boca Natuurlijk zijn we in de oude havenwijk ‘La Boca’ gaan slenteren en de tangosfeer gaan opsnuiven. 10°C meer had er een perfecte dag van gemaakt ondanks de staking van de taxi’s en de gesloten metro ‘s avonds. Dirk en Lieve op de dansvloer
Tangodansen op straat Dansen op straatKlik op het logo om de sfeer op te snuiven in La Boca
 
TOP      


Tango

In Buenos Aires vertoeven zonder een tangoshow te hebben gezien..? Tango vindt zijn oorsprong in Andalusië in Spanje rond 1850 en is vandaar naar Buenos Aires gekomen. Het was de dans van de arme man, de gaucho onder meer. De dans maakte na 1910 furore in Frankrijk en de Verenigde Staten. Het duurde tot rond 1920 vooraleer de aristocratie in Buenos Aires tango danste.
Ver hoeven we niet te gaan om en tangoshow mee te maken. Elke avond is er een show in het hotel waarin wij logeren

Dirk aan het tangodansen Lieve aan het tangodansen Lieve aandachtig aan het luisteren
TangoshowKlik op het logo om een deel van de show te zien
 
TOP      


San Isidro.

We hebben een oplossing gevonden voor de stalling van de FJ. Dank zij een kennis van onze Bart, Matias, hebben we in San Isidro een parkeergarage gevonden aan een interessantere prijs dan degene die we tot nog toe hadden.
Het is één uur in de ochtend en we zijn op de terugweg naar ons hotel. We hebben deze avond gedineerd en kennis gemaakt, in San Isidro, met Matias en zijn echtgenote. Morgen brengen we de auto naar de standplaats, waar we hem op 5 januari hopen opnieuw terug te vinden zonder mankementen of schade. Matias heeft ons verzekerd dat de auto veilig zal staan en dat hij iedere maand zelf zal gaan kijken!

Naar huis.

7 maand, 18 landen en 37.600 kilometer, in soms extreme omstandigheden gereden tot 5.000 meter hoog, in woestijnen en sneeuwlandschappen, in hectische miljoenensteden op verlaten Andes- en andere bergwegen of pistes en wegen in Mexico, Guatemala en centraal Amerikaanse landen berucht om de aanwezigheid van bandido’s en drugtrafikanten, honderden politiecontroles en meer dan 21 grensovergangen…
Honderden ontmoetingen en gesprekken, nieuwe en andere culturen leren kennen, ontelbare historische mijlpalen gefotografeerd…
Dit alles is nu tot een eind gekomen. Als we morgen terug met vlucht BA0392 om 11u05 in Zaventem landen is dat slechts nog een herinnering. Maar welke!!

Onze auto krijgt eindelijk zijn welverdiende rust
We reden 630 km op ons vierde traject in Argentinië
 
Voor de vertaalde pagina's: De kleine foto's kunnen alleen vergroot bekeken worden vanuit de oorsronkelijke pagina.