Bevolking
Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw kwamen veel immigranten uit diverse Europese landen. De Argentijnse bevolking vormt een mengeling van nationale en etnische groepen, waarbij de nakomelingen van Italiaanse en Spaanse immigranten overheersen. Hierdoor heeft Argentinië een westerse cultuur. Daarnaast wonen vooral in de stedelijke gebieden zo'n half miljoen afstammelingen van immigranten uit Syrië, Libanon en andere landen in het Midden-Oosten. De oorspronkelijke bevolking, ongeveer 700.000 mensen, leeft vooral in het noorden, noordwesten en het zuiden. Massale immigratie uit China, Korea en Japan heeft er echter ook voor gezorgd dat Buenos Aires na Vancouver en São Paulo de grootste Aziatische bevolking van het Amerikaanse continent bezit.
Taal
De enige officiële taal is het Spaans, hoewel de immigranten ten dele hun eigen taal behouden hebben. De belangrijkste inheemse talen zijn het Guaraní, gesproken in het noordoosten, en het Quechua, gesproken in het noordwesten.
Religie
De meeste Argentijnen zijn rooms-katholiek. Meer dan 90 procent van de bevolking noemt zichzelf katholiek, hoewel slechts 20 procent van hen regelmatig naar de kerk gaat. Spaanse kolonisten hebben het katholicisme naar Zuid-Amerika gebracht, waar het lange tijd een factor van betekenis is geweest. Zo moesten presidentskandidaten tot voor kort katholiek zijn. In 1994 werd het artikel dat bepaalde dat de presidenten katholiek moesten zijn geschrapt.
|