www.worldtravellers.be

 
If you cannot read Dutch, you can choose any language with the google translate tool

MEXICO

 

Fotogalerij van Mexico


  • Barrancas del Cobre !!!!!
    • Creel
    • Van Creel naar Batopilas
    • Van Batopilas naar Creel
    • Van Creel naar Cerocahui
    • Van Cerocahui naar Choix

  • Mexico West
    • Chihuahua
    • Mazatlan - Tequila
    • Guadalajara


  • Centraal Mexico
    • Guanajuato
    • Teotihuacan
    • Mexico City
      • Dag 1
      • Dag 2
    • Taxco
    • Ixtapa

  • Zuid Mexico 1
    • Acapulco - Puerto Escondido
    • Oaxaca
    • Monte Alban
    • Tuxtla - San Christobal

  • Zuid Mexico 2
    • San Christobal nr Palenque
    • Palenque
    • Palenque - Campeche
    • Campeche
    • Uxmal

  • Zuid Mexico 3
    • Merida
    • Chichen Itza
    • Ek Balam
    • Punta Allen
    • Tulum
    • Tulum nr Belize

 

 

 



Ons reisverhaal van Mexico

en nu zijn we echt vertrokken.....


GRENSPERIKELEN


Het is ongeveer 14 uur als we aan komen rijden in Presidio aan de Mexicaanse grens. Weinig verkeer op de wegen hier en aan de grens ziet het ernaar uit dat we hier snel de administratieve zaken zouden af kunnen handelen. De zon was opnieuw van de partij en de 23 °C voelen aangenaam.  We hebben wat gemengde gevoelens bij het naderen van de grens want men had ons voor de zoveelste maal gewaarschuwd dat Mexicaanse grenssteden en gebieden liefst zo snel mogelijk te doorkruisen waren.  Kwestie van lijf en hebben te behouden.

De gens van Mexico

De grenspolitie groette ons vriendelijk en deed teken dat we door konden rijden. We waren in Mexico, en dat ging vlot! Alleen moesten we nog een aansprakelijkheids verzekering afsluiten.  In het kantoortje van  de makelaar wist de dame ons te vertellen dat we eigenlijk eerst nog onze wagen moesten invoeren en dat we ook nog eens naar de immigratie een stempel en documenten moesten ophalen. Wisten we  eigenlijk wel, maar die grenspolitie had ons gewoon doorgestuurd en de kantoren waren verborgen achter bouw schuttingen.

Maniana is niet alleen morgen in het Spaans maar hier in Mexico staat maniana voor alles wat niet vandaag kan of zal gebeuren.
Het zal zowat 22 uur zijn als ik met de nodige documenten voor de tijdelijke invoer van de wagen het grenskantoor kan verlaten. Niet dat we een ernstig probleem hadden of dat onze eigendomspapieren niet in orde zouden geweest zijn, maar enkel omat de computers niet konden werken. Die konden niet werken omdat men aan de overkant van de straat een nieuwe elektriciteits kabel aan het leggen was en dat daardoor de helft van het complex zonder stroom en dus ook licht zat. Ondertussen hadden we al wat geanticipeerd op die situatie en afgezien van de nog 220 km route naar Chihuahua. We hadden een goed hotel gevonden en we zouden hier overnachten. Dat mailden we ook nog door aan Erik

De enige formaliteit die dinsdag ochtend nog moest afgehandeld worden was de verzekering en geld wisselen. Dat geld wisselen leek dringend nodig omdat geen enkele van onze creditkaarten hier functioneerde.
Toen ik omstreeks 11 uur in het hotel terug aankwam, waar Lieve de website aan het updaten was stond op de parking van het hotel een grijze Defender met Belgische nummerplaat.
De recente reiservaringen werden uitgewisseld en wat later dronken we onze eerste Mexicaanse margarita. We besloten de komende dagen samen te reizen en te zien hoe we met de 4X4 ’s de Barrancas del Cobre zouden doorkruisen.

Kennismaking met Erik

Op, weg naar Chihuahua

De rit naar Chihuahua is 260 km en voert ons door bergachtige woestijnlandschappen.  De weg is rond dit uur, 13.00 uur, praktisch verlaten. Een eerste politiepost op 20 km van de grens passeren we zonder problemen Erik spreekt vloeiend Spaans en dat helpt ontzettend goed om vlot en zonder veel vragen verder te kunnen rijden. Dat is ook zo als we op 50 km van de grens een militaire post voorbij moeten. Eerst passeren we een soldaat met zware mitrailleur in een met zandzakjes opgetrokken schutterspost onder afdakje, dan moeten we van de weg af rijden, want die is versperd, om vervolgens wat vragen te beantwoorden van een jonge soldaat die wat verder staat opgesteld.
Het is al donker als we de buitenwijken van Chihuahua binnen rijden. De stad ligt op 1.450 m hoogte en is de hoofdstad van de grootste staat van Mexico die dezelfde naam draagt. Na wat zoeken vinden we, op aanwijzen van onze Lonely Planet gids een idyllisch hotelletje niet ver stappen van de Plaza de Armas. Met wat moeite parkeren we de 4x4 ’s op een achterkoer van het hotelletje.  De toegangspoort in ijzer en de straatmuur zijn bovenaan voorzien van een rol vlijmscherpe schrikdraad. We zitten dus veilig. De kamerprijs is omgerekend zo’n 25 € en de kamer is primitief maar heeft een mooi plafond en een piepkleine douche.Chihuahua is ooit de stad van Pancho Villa geweest, de opstandige rebel die het tot heerser heeft gebracht, in het begin van de 20ste eeuw. Er is een museum aan hem gewijd waar ook zijn met kogels doorzeefde Dodge van 1924 staat. Het museum is trouwens een mooi landhuis dat hij liet bouwen voor een van zijn vrouwen La Quinta Luz.


BARRANCAS DEL COBRE OF COPPER CANYONS


Het is rond de middag als we de stad verlaten en ons richting Creel begeven.  Creel doet aan als een Alpijns dorpje en het ligt op 2.350 m hoogte. Het is 18 uur voorbij als we er aankomen. Het is er koud en we vinden voor 25€  een motelkamer in een nieuwbouw.  Erik besluit in zijn goed uitgeruste Defender te slapen op de parking van een hotel aan de overkant. Maar eerst vragen we waar het beste restaurant van de stad is want morgen is het de verjaardag van Lieve en dat willen we toch wat luister bijzetten. Het beste restaurant is hel verlicht met spaarlampen en de tafels zijn bedekt met plastiek tafeldeken. Niet direct gezellig.  Geen Margarita hier, we kunnen enkel frisdrank en bier krijgen? De espicialidad de la casa echter smaakt voortreffelijk.

Muziek voor Lieve's verjaardag

Wij wandelen in de frisse avond naar ons hotel, dat op een km ligt, terug nadat we in de bar van de Best Western een Kalua genieten. Omdat zowel de verwarming, WiFi Internet niet functioneert en ’s morgens  er ook geen warm water is, krijgen we een reductie op de kamerprijs.

Creel heeft een station waar veel reizigers de wereldvermaarde treinrit beginnen door de Barancas del Cobre en die aan de oceaan in Los Mochis eindigt. Wij zijn getuige van de vele toeristen die op en afstappen van de trein maar wij hebben een iets avontuurlijker rit gepland. Wij willen eerst nog wel naar het zilver museum maar daar is spijtig genoeg geen tijd meer voor.
Nog wat proviand en drinken inslaan en we laten Creel achter ons en rijden richting Zuid West. Het eerste deel van de rit van 180 km loopt over een goede asfaltweg. Als we die asfalt verlaten voor de piste heeft het even geregend. Maar de richting waar wij heen moeten is zonnig.

De trein die de Barranca aandoet

In Lonely Planet staat die weg beschreven als te vermijden en zeker niet te doen op dinsdag donderdag en zaterdag. De weg is meestal een autospoor breed en heeft bij wijlen meer de allure van een ezelpad. Steile hellingen en haakse bochten rond de bergflank wisselen zich af!
Fijn zand bedekt al gauw de auto’s en we moeten wat afstand houden van elkaar want achter de voorligger is de zichtbaarheid soms nul.
Diepe kuilen en weggestroomde piste bedekking zorgen voor zeer regelmatige adrenaline opstoten.
Plots worden we gestopt door wegarbeiders die ons weten te vertellen dat ze wat verder een stuk van de bergflank willen dynamiteren.  We mogen nog door want anders zal het lang wachten zijn tot het puin is opgeruimd.

We waren bijna gedynamiteerd

Nog geen 200 meter verder komt een truck recht op ons afgereden en versperd ons de weg.  We moeten terug! De mannen zijn in paniek want ze hebben zojuist de lont aan de springtuigen gestoken. Achteruit terug rijden lukt amper en we raken slechts 10 meter terug als we de oorverdovende knallen van de explosies horen en een enorme stofwolk die lucht zien ingeslingerd worden juist achter de volgende bocht. Bijna was te lezen geweest in de  lokale kranten “ drie Belgen omgekomen in de Barranas del Cobre in Mexico tijdens weg werkzaamheden”.
Nadat de bulldozer het puin in de vallei heeft gekieperd is de weg hier wat breder geworden, 3 meter in plaats van 2. En als we over de afgrond kijken stellen we ons de vraag waarom die weg eigenlijk tegen die steile bergflank blijft hangen.(?)
Tegenover de moeilijke rijomstandigheden, die vinden we eigenlijk nog best fijn, zijn er de ontelbare mooie zichten van de diep uitgesneden canyons. En het houdt niet op, na iedere bocht weer een adembenemend panorama.

Onze Cruiser in de wijde natuur

Klik hier om een indruk te krijgen over de Barrancas - Spectaculaire weg in een prachtige natuur. Films gemaakt door Erik, onze medereiziger in Mexico.
    

We moeten ons reppen want de zon gaat stilaan onder en om 17.30 uur is het hier al donker. Wij besluiten van onze rit af te breken en zoeken een bivak plaats op. Dat is niet evident! Maar we vinden toch een kleine inham naast een bergbeek. We moeten de auto’s met voor en achterwiel op stenen rijden om toch wat waterpas te staan.  Dat lukt min of meer en wat later staat onze top tent goed en wel opgesteld en staat de Defender van Erik met hoog geklapt dak ook klaar.

Lieve tussen de cactussen

Wij halen het kampeer gerei uit de verpakkingen en zetten tafels en stoelen.  Erik heeft inmiddels al een vuurtje gemaakt met hout dat we onderweg hadden gesprokkeld. Erik roostert de meegebrachte Mexicaanse biefsteak op de houtkool die nu rood gloeiend staat dank zij het houtvuur. Lieve zorgt voor lekkere gekookte aardappelen en een tomatensla.  Als aperitief een koele Margarita en bij de spijs een rode Argentijnse Mendoza Cabernet Sauvignon en Merlot (gekocht bij Spec’s in Austin Texas). Als dessert een stuk zwarte Belgische chocolade en koffie.

Onze werkzaamheden worden gadegeslagen door een 15 jarige jongen uit een naburig bergdorp en ondertussen kregen we ook al bezoek van Ramon die dacht dat wij zijn vriend uit Arizona waren die vanavond moest aankomen en die onze kampeerplek steevast gebruikt om zijn Jeep Wrangler te parkeren.

De nacht is minder aangenaam omdat we werden gestoord door de vriend van Ramon die met zijn Wrangler onze parkeerplaats kwam opgekropen en onverricht ter zake moest terugkeren  Het moet de koffie zijn geweest en de af en toe paserende 4X4 die ons een groot deel van de nacht heeft wakker gehouden.
Vrijdagmorgen bij het uit de tent komen is het fris. We zetten koffie en nemen ontbijt om te vertrekken voor de laatste 30 km naar het zilvermijnstadje Batoplilas.
Kamperen in de vrije natuur

Tegen de middag hebben we onze intrek genomen in een klein hotelletje aan de rand van de rivier. Lonely Planet schrijft over dit dorp dat er wat  problemen kunnen zijn met drugsbendes  maar dat toeristen zelden het doel zijn, enige omzichtigheid wordt toch aangeraden.
In het stadje dat langgerekt zit gewrongen tussen de berg en de rivier, een lange straat, is het om 20.00 uur al nacht en dus besluiten we maar onze verloren nachtrust te recupereren.
1 en 2 november is een bijzonder gebeuren in Mexico op de kerkhoven en dat willen we in Creel meebeleven

We vatten tegen de middag de terugweg naar Creel aan.  Het is warm in Batopilas.  Erik merkt op dat we de avond voordien in het restaurant danig zijn gadegeslagen  door drie jonge mannen.  Wij denken dat zoiets vanzelfsprekend moet zijn want wie zit er nu in een restaurant met 3 laptops. 

Die laptops hebben natuurlijk een verklaring want we kunnen gebruik maken van het WiFi net van het museum ernaast. En doordat internet hier een zaak is van veel geduld hebben we voor mails en updaten van de website uren nodig. De gedachte bij Erik was dat die drie jonge mannen begeerlijk naar onze bezittingen hebben gelonkt en een paar keer binnen en buiten het restaurant  zijn gewandeld.
Gezien de reputatie van het oord en zijn bewoners ontwikkelt hij een denkpiste als zouden die mannen een snood plan aan het maken zijn om ons onderweg naar Creel van onze bezittingen te ontdoen. Ze vallen natuurlijk op, die 2 zware 4x4 met Amerikaanse en Belgische nummerplaten!
Met enig wantrouwen vatten wij de klim van 500 m naar 2300 m terug aan. De temperatuur hier is ondertussen opgelopen tot een goede 32 graden.
Gezien we al enige routine gekregen hebben in het rijden op een off road weg met  een moeilijkheidsgraad om “u” tegen te zeggen, maar ook omdat stijgen altijd veiliger is dan dalen hebben we nog wat reserve tijd om naar een waterval te gaan kijken. We slaan bij de wegwijzer “ Cascada “ een piste naar links in die niet sneller dan stapvoets kan bereden worden. Die loopt dood op een soort herberg en op de parking ervan staat een groep mountain bikers met volgwagen. Al gauw associëren we die moedigen, met die, die we de dag voordien - even voor die ontploffingen-  hebben gekruist. We hadden toen al veel respect voor die gasten die blijkbaar die weg van Batopilas met mankracht hadden bedwongen. Fijn en duur rollend materiaal hadden die wel, maar toch…  
Een van hen had aan de rand van de weg gestaan met een makker, en wees ergens naar.  Iets dat op de rijweg moest gelegen hebben.  Wij dachten aan materiaalbreuk en een of ander onderdeel van het versnellingsapparaat dat daar in het zand moest zijn gevallen. Nee hoor! Ze wezen naar een tarantulla die de zandpiste wou oversteken maar ongelukkiger wijze door twee voorbij rijdende, en meters stof opgooiende, vierwielers werd omver gereden.
Een Tarantulla
De verbazing van de getrainde bikers was nog groter toen ze eerst de Defender met Belgische nummerplaat zagen voorbij stuiven en ik daarachter… het waren namelijk Vlamingen!  Ze waren aan hun laatste avonturendag toe en morgen zouden ze de terugweg heimat, moeten meemaken. 
El dia del Muertes


EL DIA DEL MUERTES IN CREEL


In Creel aangekomen reden we onmiddellijk naar het kerkhof dat even buiten het stadje ligt want daar gebeuren de festiviteiten. Mensen komen af en aan met kleurrijke attributen, kruisen, foto’s van overledenen, bloemen … Bij een groep graven met veel mensen errond staan Mariachi’s en die spelen op verzoek van de familieleden van de overledenen. Op andere plaatsen wordt aan houten staketsel getimmerd. 

Maar van een feest zoals we dat eerder zagen op documentaires is hier geen sprake. Geen B&Q geen vuurwerk! In Creel is het in juni jongstleden tot een treffen gekomen tussen bandidos en er zijn ook 16 burgers gedood. Dus rouw en geen feest Het is ook ondertussen bitter koud geworden, minder dan 10°C en we druipen af naar onze kampeerplaats. Spijtig van het gemiste feest.
We beslissen te kamperen op de kampeerplaats bij een hotel waar ook internet beschikbaar is. De tent is gauw opgesteld en in de bar van het hotel is het happy hour.  Erik trakteert ons op een  Margarita en de sfeer is opperbest  mede door een Mexicaans ensemble dat Mexicaanse evergreens speelt en zingt voor een groep Amerikanen.   Internet in het hotel functioneert niet en het restaurant is enkel vrij na 21 uur.  Wij beslissen naar de Best Western te trekken om er te dineren en nemen ook de laptops mee.
De volgende ochtend is het nat in onze tent, niet van een regenvlaag maar van de condens.  Het is buiten 5 °C. Na een warme douche nemen we een uitgebreid ontbijt in ons kampeer  hotel en vertrekken naar Meza de Arturo, Cerocahui en Uriche. We moeten wel nog even de tent laten drogen.

De lucht temperatuur is opgelopen tot 12 °C maar de hoogtezon doet haar werk, het is lekker aangenaam en in de FJ moet de airco aan. De richting die we kiezen  is verder Zuid Oostwaarts het canyon land dieper in. Lonely planet geeft aan dat er een nieuwe brug over een van de rivieren is en dat we best Los Alomos vermijden omdat daar overvallen op toeristen worden gerapporteerd. Batoplias was een bloedstollende ervaring maar die pistes die we nu onder onze off road banden krijgen te verwerken moeten er niet voor onderdoen. 

De weg is iets breder maar bij wijlen zeer stijl. Soms gaan we voor korte afstand steil bergaf om dan weer flink te stijgen.  Door de voorruit zie je dan nog enkel een strook piste als een muur voor ons en geen lucht meer. Bij het opkruipen (rijden) van de daarop volgende helling  gaat de piste recht de hemel in! Maar die zien we spijtig of gelukkig  genoeg niet.  Uiterste concentratie is hier vereist en armen en lijf moeten de wagen op de piste houden. Het stof is hier zo fijn als het Afrikaanse fes fes en dringt zelfs door de pollenfilter van de FJ de wagen binnen. De vele miniatuur kapelletjes hier langs de piste getuigen van diegenen die even niet geconcentreerd waren en de ravijn zijn ingetuimeld. De randen van de pisten zijn zo diep en stijl naar beneden dat de indianen de moeite niet doen om de onfortuinlijken op te zoeken en om ze een laatste rustplaats te geven. Dat weten we van de twee jonge dames die Erik de volgende dag een lift heeft geven tot in Uriche. Zij kwamen van Los Mochis en moesten zien thuis te komen met de hulp van een sporadisch voorbijrijdende 4X4 pick up. Veel verkeer is er overdag niet want dan is het te warm en dan lopen de motoren van de  lokale 4X4’s hier warm. In ieder bocht of steile afdaling slaan de twee meisjes een kruis en kussen de duim.

We genieten aan de Canyon van Diversidero

In de late namiddag zijn we in Meso de Arturo. Een dorpje met een station, of wat er moet voor doorgaan. We steken de spoorlijn over maar dat deden we al eerder. Dat spoor is de levensader van dit deel van Mexico.  Het brengt goederen en levensmiddelen en toeristen aan. Het is de spoorlijn die beschreven staat als een absolute must en is een toeristische wereld top hit.  De lijn brengt de toeristen in een zeven dagen durende reis van Creel oostwaarts naar Los Mochis. In de gelagzaal  van een bar nemen we koffie.  Die gelag zaal of wat er moet voor doorgaan, een tafel met 4 stoelen, is niets anders dan de huiskamer van een hut met golf platen dak.  In de straten hier moet je van rots op rots springen en dat heeft Lieve geweten want bij een afdaling gaat ze tegen de grond.

We snuiven nog wat de lokale sfeer op en vertrekken richting nieuwe canyon. Na anderhalf uur rijden vinden we even buiten een nederzetting een hotelletje met in de achtertuin een kampeerplek, naast een paarden wei. Het uitzicht van onze slaapplaats is fantastisch.  We staan midden een arena gevormd door 100 meter hoge vertikaal oplopende rotsen die er uitzien als torens. We eten ’s avonds in de comedor van het hotel. Lokale maar goede Mexicaanse kost. Wij zijn niet alleen want een groep Amerikanen en Duitsers delen met ons de spijszaal. Om ons te douchen krijgen we een dormitorio toegewezen.  ’s Ochtends is Erik al vroeg wakker en tegen dat wij dit ook zijn heeft hij al een klimtocht op de achter liggende rotsen erop zitten. Ontbijt en koffie aan de tent, tent laten drogen en hop, wegwezen richting Uriche volgende canyon. 
Het is al namiddag als we daar aankomen en gemonsterd worden door de dorpelingen. In Ulriche lopen we door de hoofdstraat – dat is ongeveer ook de enige straat die het dorp rijk is-  tot aan de rivier. Bij het terug naar de wagen doen we proviand in voor de avond. Pollo azado, rijst en fruit. De 75 jarige man in zijn piepkleine winkeltje probeert ons nog meer aan te smeren maar we weigeren beleefd.  Alvorens te vertrekken betuigt hij echter nog zijn steun aan Obama en zegt ons dat deze gisteren aan een aanslag zou ontsnapt zijn. We  zoeken en vinden nog een tankstation of wat daar moet op lijken en vullen de tanks. De tankplaatsen worden hier steeds zeldzamer en de brandstof wordt hier uit vaten getapt.

We vatten de terugweg aan. Dat is diezelfde  als deze die ons hier bracht want een andere weg is er niet. Uit het diepste van de canyon klimmen we terug de piste op.  Bijna boven op 2300 m kiest Erik een kampplaats, voldoende weg van de piste om niet gezien te worden. We willen nu eens onze bivak opzetten vooraleer het donker is.  Het is hier om 18 uur stik donker!  Over omgehakte bomen en diepe geulen trekken onze auto’s ons de berg op en we vinden een plaatsje dat voldoen vlak is om de twee 4x4’s te stationeren en een kampvuur aan te leggen.

Kamperen in het bos

De nacht verloopt zonder al te grote opwindingen. We worden wel af en toe wakker gemaakt door een koe met bel en kalf die ook in de nacht in de bossen actief naar voedsel moet speuren en door allerlei wild dat zich laat horen. Tegen 10 uur de volgende ochtend zijn we weer op weg. Het is werken in de Barrancas del Cobre om vooruit te komen. Maar de ervaringen zijn schitterend en de landschappen en zichten adembenemend. We dachten al veel meegemaakt te hebben maar deze rit tart alle verbeelding. 

Onze Cruiser in de Barranca
Wij rijden op bergkammen, stijgen en dalen genieten van het ruwe onaangetaste landschap tot we op een zilver, kobalt, molubdeen en goud mijn stoten. Ver van de bewoonde wereld zal hier in de toekomst gegraven worden naar die schatten. De mensen aan de mijn, met haar grote machines, vertellen ons hoe we moeten rijden. De volgende uren moeten we rekening houden met tegenliggend vrachtverkeer. Hoe die chauffeurs het voor mekaar krijgen met hun kleine maar aan de omstandigheden aangepaste vrachtwagens is een raadsel.  Het kruisen van zo een voertuig gaat niet zonder problemen en zeker niet als de weg een opeenvolging is van bochten en steile hellingen.  Off roadweg van Creel naar Batopilas

Zo steil zelfs dat de eerste versnelling de wagen niet in bedwang kan houden en we constant op de rem moeten.  Niet gezond en daarom schakel ik de transfer versnellingsbak in en gaat de FJ in landversnelling op en af de tot nog toe steilste hellingen die we al hebben genomen. De weg loopt naar la Fuerte en La Fuerte is tegelijk onze bestemming maar helaas die halen we niet vandaag. We worden ook nog eens getrakteerd op regenvlagen van een voorbij trekkend onweer. De wagens worden er niet properder door wel in tegendeel.
Tegen de valavond vinden we aan een stuwmeer tegen het stadje Choix een kampeer plaats. 

Kamperen in de vrije natuur

Het is alweer donker als we eraan komen.  We zoeken een vlakke plek en zetten onze basis op gehinderd door de duizenden muggen die hier bij het water een goede habitat hebben gevonden.
‘s Ochtends worden we wakker in een paradijselijke omgeving ware het niet van die vele muggen en koestronten die ons omringden.  Het water van het meer ziet er aanlokkelijk uit om te zwemmen.. maar we zijn in de tropen en besluiten ons er niet in te wagen. Er is hier een soort worm in de berg rivieren die in je ogen kruipt en blindheid veroorzaakt. Alweer volgens onze goede gids Lonely Planet.

Vandaag staan 600 km voor de boeg, maar dan Mexicaanse “autopista”. De weg die ons naar Mazaplan brengt is eentonig en vlak. Hij kost schrikkelijk veel, 332 Pesos,  en het is de enige snelweg ter wereld waar we U bochten op vinden en fietsers en landbouw tractoren. We hebben een hotel uitgekozen aan de rand van de zee en we komen eraan rond 19.30 uur. We zijn even terug van weg geweest en kijken met een zeker heimwee terug op de 720 km pisteweg uit de Barrancas del Cobre.  Een onvergetelijk avontuur.  Met de auto dwars door een ontoegankelijk en uitgestrekt gebied. Het leek onmogelijk, we werden gewaarschuwd voor gevaren allerhande maar we hebben het gehaald en mogelijk gemaakt.  Wat een ervaring!


TERUG VAN...EN NAAR MAZAPLAN


5 november. Rond 18 uur komen we, Erik en wij, in Mazatlan aan.  Het had weinig gescheeld of we hadden ons eerste “major problem”. Na een tankbeurt – de FJ verbruikt nu slechts een 14 liter i.p.v de 19,5 l/100 km in de Barrancas - vertrekt Erik als eerste. Maar zo’n 500m verder staat hij met de 4 pinkers aan de kant van de autopista. De motor van de grijze Defender reageert niet meer op het gaspedaal, maar hij draait nog wel op leegloop. Gelukkig staat hij en nu ook wij, niet ver van een SOS station. Er wordt verbinding gelegd met de hulpdienst en die beloven een technieker te sturen. Het probleem is niet min want Land Rover wordt niet verdeeld in Mexico en nare gedachten duiken op. Erik is vooruitziend en denkt al aan een verplicht verblijf van enkele dagen aan de rand van de autopista. Ik vermoed dat er misschien toch nog een technische oplossing is.  Op het dashboard van de Defender staat het motormanagement op alarm. Gaspedalen zijn heden ten dage, in moderne wagens, niet meer verbonden met een gaskabel zoals vroeger.  De sturing gebeurt elektronisch.  En na een korte check blijk dat ook het geval met de Defender.  Is die gaspedaal stuureenheid stuk?  Warm is hij zeker. Erik wil eerst zijn slaapplaats opzoeken en besluit achterwaarts naar het tankstation terug te rijden. Niet zonder gevaar!  De vrachtwagens daveren voorbij en tot overmaat van ramp is de pechstrook aan de brug, die hij achterwaarts over moet, onbestaande! Dus moet hij op de rijstrook van de autopista, en spookrijder in achteruit…
Even later rijdt Erik achterwaarts de parking van het benzinestation opgelucht op.  Wij zijn ondertussen de autopista overgestoken (dat kan en mag ook?) en naar het benzinestation terug gereden. Erik parkeert de Defender op zijn slaapplaats. Met een ietwat geruster gemoed legt hij de diesel stil. Terug starten lukt zonder meer en….het alarm is weg en het gaspedaal functioneert weer!

Mazatlan is mooi gelegen aan de Pacific. Het is een mondaine badstad bevolkt met veel toeristen.  De sfeer is die van Benidorm en weinig Mexicaans. Erik vindt zonder veel problemen een hotel “La Siesta “ aan het strand en naast het justitie gebouw.  Er is geen privé parking maar het hotel verschaft ons een toelating om tot de volgende dag 11 uur te parkeren langs de dijk recht tegenover het hotel. De auto’s zijn goed bewaakt want overal zie je politie en er staan ook gewapende wachten aan de ingang van het justitie gebouw. 

Zicht vanuit onze kamer

De volgende ochtend zijn we fris en monter en paraat om de autopista te trotseren.  We verlaten de stad en rijden richting Tequila autopista 15.  De weg is aanvankelijk van dezelfde eentonigheid als gisteren, maar verandert plots als we in de omgeving van Tepic komen, 920 m hoog gelegen hoofdstad van de staat Nayarit, en aan de rand van wat je zou kunnen noemen bergachtig jungle gebied, met vuurberg als toemaatje.
De snelweg is meestal maar een rijstrook breed in elke richting en slingert zich als een slang door de bergen.  De temperatuur op de buitenthermometer is ondertussen van 32 ° naar een aangename 23° gezakt.  We rijden af en toe op 1.600 m en hoger. De weg is een indrukwekkend staal van wegenbouw.

De Agavecactussen TEQUILA

Naarmate we Tequila naderen, dat op 1.400 meter hoogte ligt, zien we steeds meer plantages van de blauwe agave cactussen op de bergflanken.  Het zijn die cactussen die de Spanjaarden in 1550 kweekten en gebruikten om er Tequila uit te distilleren. Hier in Tequila doen ze dat pas na de grote revolutie. De planten groeien 8 tot 12 jaar vooraleer ze geoogst worden. De grootste cactussen kunnen tot 150 kg wegen. In de distillerij worden ze drie dagen in klei of baksteenovens verhit. 
De pulp wordt dan vermalen en geperst. Het sap wordt in vaten overgepompt dan kan het gistingsproces beginnen nadat gist werd toegevoegd.  Om in orde te zijn met de wetgeving mag aan de  “echte 100 % agave”  premium Tequila niets worden toegevoegd . Er zijn vier variëteiten.  De witte of zilveren, “blanco of plato” zonder enige toevoeging van aroma’s of kleurstoffen.  Deze tequila is goed voor aperitief en het maken van margarita’’s. De gelijkaardige of gouden “oro” versie maar met toevoeging van kleur en aroma’s de minder goede….., en de betere of gerijpte tequila de “reposado”.  Deze versie is nog maar pas sinds 1989 op de markt en werd bij toeval ontdekt door Don Julio .  Dit is tequila die op eiken vaten voor minstens een jaar wordt gerijpt. Hij smaakt het best als digestief samen met wat chocolade.
We rijden het stadje Tequila binnen achterna gezeten door als gek fietsende mannen. Die mannen vind je overal  aan de rand van de stad. Ze wachten de toeristen op om hun een of ander hotel aan te smeren en daarvoor krijgen zij een commissie. Ons hotel vinden we zelf in de drukke hoofdstraat van de stad. De FJ kan gelukkig vlak voor de ingang van het hotel worden geparkeerd en al gauw lokt hij veel kijklustigen. Het gaat er luidruchtig aan toe in de straten van Tequila en 4x4’s en andere auto’s rijden rondjes met  open ramen waaruit loeiende Mexicaanse populaire muziek schalt. We zijn te laat voor een rondleiding in de grootste en eerste distillerij van Tequila: Mundo Cuervo. Wij zijn vandaag zonder het te weten door een andere tijdzone gereden en het uur is 1 uur later geworden. In de bar van Don Cuervo drinken we een margarita en het is happy hour, dus zijn het er twee.
We verlaten de volgende dag tegen de middag het stadje. We worden vaarwel gefloten door de Tequila express stoomtrein.

KOLONIAAL MEXICO


Erik is al weg want hij moet zijn ouders op het vliegveld in Guadelajare gaan ophalen. We hebben afgesproken mekaar opnieuw te ontmoeten in Guadelajara op de Plaza de Armas. We hebben geen haast vandaag en nemen de gewone  weg want de te overbruggen afstand is amper 50 km.
Rond 13 uur zijn we aan de ring van de stad en bij toeval zien we daar een Autolavado. Een weldoend bad voor de FJ zou goed doen denk ik. Een wasbeurt duurt normaal een half uur maar het werd uiteindelijk een vol uur. Ondertussen kan Lieve in de wachtplaats gebruik maken van de daar opgestelde computers met toegang tot internet. 
De FJ werd duchtig onder hand genomen en met 2, soms 3 man nemen ze er al het zand en stof ervan af- en uit. Pollenfilter en luchtfilter waren verzadigd van wit zeer fijn stof uit de Barrancas. Wij rijden buiten met een FJ die er nu terug nieuw uitziet.
Het hotel dat Erik had gevonden en gemaild had, dat we twee kamers zochten, was vol. We werden verder geholpen door de baas van Villa Santa die ons een van de collega’s aanbeveelde.  Een paar blokken verder, en dicht bij het centrum van de stad, nemen we onze intrek in een piep klein hotel. We moeten onze auto 6 blokken verder in een parkeergarage onderbrengen. Tot onze grote verbazing treffen we Erik en zijn ouders aan in dat zelfde piepkleine hotel. We maken kennis met de ouders uit Steenokkerzeel die dezelfde geboortejaren hebben als wij twee. Het ijs is gauw gebroken want al gauw blijkt dat Erik zijn ouders grondig heeft gebriefd over ons. Wij wisten ook al wel dat ze er al heel wat trektochten in Afrika op hadden zitten en alle werelddelen hebben bereisd.
In Guadelajara had Erik, in het begin van zijn trektocht door Mexico, al geweest.  De Defender had hij laten verschepen naar Veracruz. Alleen was Erik in September zelf 3 weken eerder dan zijn Land Rover aangekomen in Mexico. Die vertraging bracht zijn plannen wat door elkaar maar hij had dan toch de tijd gevonden om een twee weken durende intensief Spaans cursus te volgen in Guadejara.
Mazatlan: Palacio-de-gobierno

Guadelajara met zijn 4,1 miljoen inwoners is de tweede grootste stad van Mexico en de hoofdstad van de staat Jalisco. Het straatbeeld is hier anders dan in steden die we voordien hadden aangedaan. Nog weinig 4x4 trucks maar SUV’s en standaard auto’s als in Europa. Overwegend Japanse maar ook BMW en Peugeot. Het is druk in de straten van de stad. In dit drukke verkeer zien we op kruispunten jongleurs die hun kunsten vertonen midden het kruispunt zelf om vervolgens wat dinero (geld) op te halen bij de lange rijen wachtende auto’s. Anderen verkopen allerhande dingen en nog anderen willen kost wat kost je vooruit reinigen.

Hoffelijkheid is een begrip dat hier niet wordt gehanteerd. Toeteren daarentegen, als het niet snel genoeg gaat is gebruikelijk. De bus chauffeurs racen letterlijk door de stad en zijn heer en meester.
Zaterdag brengen we door met stads wandelen en een sporadisch bezoek aan historische gebouwen.
onze zoveelste Margarita

’s Avonds zoeken we een tent op waar Mariachi’s zouden optreden.
Die Mariachi’s hebben we wel gezien en gehoord maar dat was al na 23 uur en 2 uur later dan ons was gezegd!

Zondag morgen nemen we een gezamenlijk ontbijt in een typische ontbijtbar niet ver van San Rafael, ons hotel. We vullen de wagens en nemen afscheid van de familie uit Steenokkerzeel. De wagens worden uit de parkeergarage gehaald en wij kiezen voor de richting Oosten naar Guanajuato. Daar zouden wij onze Bart en Julia terugzien, die ons komen opzoeken alvorens drie weken sport en andere vakantie te nemen in Costa Rica. Het duurt een uur voor we Guadelajara uit rijden. Niet omwille van het vele verkeer op zondag voormiddag maar omwille van de uitgestrektheid van de stad en haar voorsteden? Stad die op zondag van 9 tot 13 uur voor de sportende mens is gereserveerd. Daartoe worden hele straten afgesloten voor het verkeer en is nu de fietser, wandelaar en jogger de meester van die straten.
Guanajuato ligt op een goede 250 km van ons vertrekpunt, het eerste deel van de reis nemen we de gewone weg maar we vorderen maar langzaam. Stapvoets rijden we door de stadjes en snuiven de lokale sfeer. Omdat we vernemen dat Bart in het hotel is aangekomen vervoegen we dan maar weer de betalende autopista.
Guanajuato moet mooi zijn, zo wordt ze toch beschreven en inderdaad, deze koloniale stad op 2.061 m hoogte, door de Unesco beschermd, oogt al indrukwekkend op zijn heuvel vanop afstand. Als we de tuin van het Camino Real hotel binnenrijden rond de fontein rijden en ons parkeren voor de ingang staan Julia en Bart ons op te wachten. Het weerzien was hartverwarmend.


GUANAJUATO


Op 10 November rond de middag, wandelen we vanuit Camino Real, ons hotel,naar het historisch centrum van Guanajuato. De weg gaat steil naar beneden en het verkeer is druk. 20 minuten later komen we in het commercieel centrum waar een gezellige drukte heerst. De stad laat zich aanvankelijk moeilijk ontdekken. Ze ligt in een kom, de straten zijn smal en steil. Op de flanken van de heuvels zien we fel okerkleurige huizen tegen de hellingen aangebouwd contrasterend met fel groen en gele  en rode gebouwen. Lieve vindt wat gelijkenissen met de favella’s van Rio De Janeiro. We komen op  pleintjes en parkjes. Bomen zijn zo gesnoeid dat ze een aaneensluitend groene kruin vormen die het gans plein een koele schaduw geven waaronder het aangenaam is te vertoeven op een van de vele banken. Fonteinen klateren en prachtige koloniale gebouwen met smeedijzer afgezette balkons volgen elkaar op. Een aantal zijn omgebouwd tot hotel of restaurant.  Wij laten ons bedwelmen door die sfeer en genieten van een cappuccino op een terras vlak voor de kathedraal. De stad ademt vroegere rijkdom. Guanajuato was eens een zilvermijnstad. Ze is nu een kunstenaars stad. Gedurende 250 jaar werd hier 20% van alle zilver ter wereld gedolven. De zilverbaronnen waren toen machtig maar Carlos III van Spanje maakte daar in 1767 een eind aan.

Guanajuato
Julia en Bart op bezoek
Als we ’s avonds terug keren naar het centrum om te dineren laat de taxi chauffeur ons een verassend ander deel van de stad beleven. We rijden door smalle straatjes klimmen en dalen om dan te verdwijnen in een onderaards stelsel van tunnels. De hoofdtunnel is ooit nog een rivier geweest vertelt ons de taxi chauffeur.
We dineren op het balkon van het restaurant Frascatti met uitzicht over het plein tegenover het Teatro. Qeusidilla’s en Filette de Atun (Tonijn steak rood gebakken) een postre en als afsluiter een Tequila “reposado”.


MEXICO DISTRITO FEDERAL


Dinsdag 11 november zijn de wagens vertrekkenklaar voor de rit naar Teotihuacan. De weg laat ons Guanajuato zien vanuit de hoogte en maakt die stad nog indrukwekkender, we stijgen tot 2.650 m over een kronkelende weg en worden getrakteerd op een sterk geaccidenteerd bebost berglandschap.  We moeten meer dan 400 km afleggen en nemen daarom de autopista. Als we tegen 16 uur Mexico DF binnenrijden wordt het verkeer alsmaar drukker. En ook hier racen de bussen alsof zij een wedstrijd moeten afwerken.  We hebben een afrit op de autopista gemist en bekopen dit nu met chaotische verkeersituaties.  We vinden uiteindelijk de afslag naar ons doel maar die is afgesloten. Wat verder, Bart rijdt met Julia voorop, worden we staand gehouden door de Policia.  Die probeert ons duidelijk te maken dat ik met een nummerplaat rijd die eindigt op 7. Op dinsdag mogen geen wagens rijden met een nummerplaat eindigend op 7, in Meixco DF. Plots, tijdens de verwarrende discussie met de door elkaar pratende politiemensen stopt een grote SUV naast de FJ. De dame vraagt of we soms verloren zijn gereden. Ik beaam dat en zij rijdt verder denkende dat ik mij in goede handen bevind van haar onderdanen: de politie. Zij is namelijk de presidente van het district.

Guanajuato

De politie is inderdaad beleefd en behulpzaam, alhoewel ik mij niet kan ontdoen van de indruk dat hier ook nog andere belangen spelen. Wat ik niet voor mogelijk hou is dat onze twee auto’s door diezelfde politie even later geëscorteerd wordt op weg naar ons doel. Met rode en blauwe zwaailichten worden we doorheen het verkeer geloodst. Een paar kilometer verder echter doet een voorbij stekende politie agent per motor mij teken dat ik moet halt houden.
Ik wijs uitdrukkelijk – wat geïrriteerd - met de vinger naar de politie auto die voor Bart rijdt. Het helpt want hij rijdt even later door nadat hij zich had vergewist omtrent de situatie bij zijn collega’s in de auto met zwaailichten. Een aantal kilometer verder, nog steeds onder escorte, worden we belet terug te vertrekken na een stilstand door een ander stel politiemannen. Ze springen uit de auto en komen op ons af met wat lijkt op een boekje om proces verbaal op te maken.  Ik kan ze gelukkig nog tijdig vertellen – vooraleer onze escorte auto terug vertrekt – dat ik al onder bewaking sta.  Zij zien de flikkerlichten voor Bart’s auto stevenen erop af en worden daar op de hoogte gebracht van de werkelijke situatie. Oef, we kunnen weer rijden. We laveren door het verkeer tot plots de auto met zwaailichten halt houdt en de 2 politie mensen aar mij komen toegestapt. Op hun vraag geef ik hun wat drinkgeld – ik wist al eerder wat mij te wachten stond – .  Zij zeggen mij nog dat ze de zijweg hadden genomen omdat daar minder politie rijdt en wijzen me dan de weg naar de Pramides.  We moeten de autopista terug op die we eerder hadden verlaten , betalen nogmaals 60 Pesos en slaken een zucht van opluchting. 10 km verder moeten we nogmaals door een Caseta (betaalstation) en worden nadien nog maar eens opgevangen door de …politie.  We moeten aan de kant. Ik vertel dat Bart mijn zoon is en dat wij naar Teotihuacan willen. Dat is allemaal goed, de papieren zijn ook in orde, maar met een 7 mag ik niet rijden op dinsdag! In beslagneming van voertuig, 20 dagen gevangenisstraf kan mij aangerekend worden voor deze overtreding. Enfin, ik kan ze overtuigen van mijn onschuld (?) en we mogen verder. Wat later leest Lieve in Lonely Planet dat die regel inderdaad in DF bestaat en ook op buitenlanders wordt toegepast. Het is al donker als we onze bestemming aankomen in ons hotel Villas Arqueologica aan de rand van de site met de grootste pyramiden van Mexico.

De Zonnepyramide

TEOTIHUACAN

Natuurlijk, iedereen weet dat je met een nummerplaat eindigend op 7 niet op dinsdag in Mexico DF mag rijden, ik was het even vergeten. Maar we zijn nu woensdag en op weg naar het centrum van de Ciudad Mexico. We hebben vandaag de site van Teotihuacan bezocht en de 265 steile trappen van de tempel van de maan omhoog gelopen. We hebben ons proberen in te leven hoe het volk, van die eens grootste stad van de America’s, 250.000, moet geleefd hebben zo’n  2.200 jaar geleden.  Neen, het waren geen Azteken die de stad hebben gebouwd…!


MEXICO DISTRITO FEDERAL


We hebben afscheid genomen van Julia en Bart en rijden nog even samen richting DF. Bart naar de luchthaven en wij naar onze slaapplaats in het centrum. Tegen 17 uur zijn we aan de rand van de binnenstad.  Binnenstad is  misschien een wat moeilijk begrip voor een stad van 20 miljoen inwoners, maar hoe noem je anders de plaats in een stad waar het bruist van het leven? Aanvankelijk rijdt het nogal vlot, alle omstandigheden in acht genomen. In Mexico DF zijn verkeersregels enkel bedoeld als een suggestie. Verkeerslichten zijn indicatief en van rijbaan verwisselen dat doe je best om de haverklap, snel en vooral gebruik je geen richtingsaanwijzer. Je mag ook geen meter tussen je voorligger laten anders snijdt je een ander de weg af. We rijden richting Zuid West op brede lanen die afhankelijk van het uur van de dag over alle rijvakken in dezelfde richting wordt gebruikt.  Dit geeft complicaties als we van het uiterst rechtse rijvak links moet afslaan en alle 5 rijvakken moeten dwarsen om dan een doorsteek van de middenstrook te vinden om de andere 5 rijstroken te kruisen en links af te slaan. Natuurlijk zijn we dan al een paar straten verder dan diegene die we hadden willen nemen. Het verkeer gaat trager en trager, we zijn nu al 2 uur aan het rijden en vinden meer en meer straten die we willen nemen afgesloten.  Politie zie je overal, te voet, per motor, per auto per pickup en per helikopter. Een bezette stad  of een putsch door de politie? Hier moet iets aan de hand zijn denken wij. Als we de omgeving van de Avenido 5 de Mayo in het historisch centrum komen worden we steevast door de vele politie vrouwen doorgestuurd.  We worden wat zenuwachtig want we zien niet hoe we aan ons hotel moeten geraken.  Van een voetganger vernemen we dat er een grote filmpremière gaat plaats vinden op de Plaza de la Constitucion en dat alle straten ernaartoe afgesloten zijn! En uitgerekend op 10 m daarvan bevindt zich Holiday Inn Zocalo.
We mogen onze FJ achterwaarts naast de ingang van het hotel parkeren en wat later betrekken we opgelucht onze kamer.


ZOCALO CIUDAD MEXICO


Zocalo, betekent Paza Mayor,Plaza de Armas, ofte grote markt en is doorgaans het centrum van de stad.  Voortaan zal die centrale plaats in de stad - in het zuiden van Mexico - het Zocalo heten. Het Zocalo van Mexico stad, zo wordt gezegd, is na het Tianammen  plein in Peking het  grootste plein ter wereld. Er is de kathedraal met ertegen aangebouwd nog een kerkgebouw er is ook het Palacio Nacioal met o.a. de werkplaats van de President, maar dat was vroeger het paleis van Moctezuma dat in 1692 verbouwd werd in koloniale barokstijl en er zijn de Azteken ruines of de Templo Mayor. Vreemd is dat deze tempels slechts in 1975 door een toevalligheid werden ontdekt. Ik schrijf tempels want er zijn inderdaad meerdere tempels. De Azteken bouwden namelijk om de 52 jaar een nieuwe tempel. Tot nog toe zijn er zeven geïdentificeerd, de een boven de andere.

De Cathedral

Mexico stad in Distrito Federal is een stad als geen andere.  Prachtige brede lanen, veel groen en overal fonteinen en standbeelden langs de lanen en op de vele pleinen en marktjes en er zijn de Mexicanen en de alom tegenwoordige politie. Die is er meer dan nodig want hier zijn taxi overvallen en express kidnappings dagelijkse kost, alhoewel, men zegt dat de stad nu veiliger is dan dat het geval was in de laatste decennia. Afgezien van twee inhalige taxichauffeurs, Lieve’s opengesneden rugzak en de verdwenen rode strap aan de haak van de katrol vooraan op de FJ hebben we niets negatiefs beleefd in Mexico stad.

Muurschildering van Diego Rivera

Twee dagen is volstrekt onvoldoende om de stad te leren kennen of de belangrijkste bezienswaardigheden te bezoeken. Maar dat is de tijdspanne die we ons gegund hebben. Het restaurant van de Holiday Inn is op het 6de verdiep en van op het terras ervan overkijken wij het Zocalo tijdens ons ontbijt. Dat brengt ons in de gepaste stemming om ons twee daags programma af te werken. Wat ons zeker zal bijblijven is het bezoek aan het “ Museo Nacional de Atropologia”. De verwondering start bij het aanschouwen van de spectaculaire constructie van de binnenplaats overdekking. Een groot dak gedragen door een enkele centrale cilindrische zuil met daar rond neerstortend water werkt bedwelmend net als alle zalen van dit machtige museum. De pre-Spaanse geschiedenis van Mexico wordt er in de  2 verdiepingen tellende zalen overzichtelijk uitgestald. De vele gidsen die toeristen begeleiden bij hun bezoek horen we dikwijls het woord “vandalisme” uitspreken. Ze hebben niet helemaal ongelijk want sinds Cortes hier ongeveer 500 jaar geleden is aangekomen is de plundering(vernietiging) van de vele schatten een onthutsende en pijnlijke realiteit.
Video's van de Mriachi's op el Plaza de Garibaldi

Het idylische stadje Taxco


IN DE SIERRA MADRE ZUID WEST NAAR TAXCO


Het is vrijdagmorgen 9 uur en 14 november, de lucht is niet meer blauw en de thermometer wijst slechts 12 °C aan als we naar het restaurant stappen om er een Mexicaanse desayuno te genieten. Rond 11 uur rijden wij de FJ uit de overdekte standplaats vlak naast de ingang van het hotel richting Zuid. Als we na 2 uur de rand van de stad bereiken schijnt de zon. We kiezen voor de carretera “Libre” want naar Taxco (Tasko uitspreken) is het slechts 180 km. De weg is adembenemend en gaat tot 3.100 m hoogte. Even de top voorbij begint echter de file. Twee kleine auto ongevalletjes  waren slechts het begin van de miserie. We dalen de berg af, stapvoets.  Uiteindelijk duurt de rit de hele dag en als we de laatste 20 km de “autopista  cuota” nemen worden we even later verast op een adembenemend zicht opTaxco.
Taxco een koloniale zilvermijn stad gelegen op 1.800m , op de helling van een berg en omgeven door bergen en rotspunten. De straatjes zijn er smal e steil. Het transport middel bij uitstek zijn de oude Volwagen busjes en de Volkwagen kever. Die kever werd hier lang na het stopzetten van de productie in Europa nog gefabriceerd. En je ziet die kevers werkelijk overal uitkruipen…(uit de steile steegjes bedoel ik). We hebben een schamele hotelkamer gevonden aan het einde van de hoofdweg die door de stad loopt. Dit moet ongeveer de laatste vrije kamer zijn die beschikbaar was vanavond.
Wat later kost de rit van ons hotel naar Zocalo  slechts 9 Pesos ( 0,6 € )  en op het eerste verdiep met zicht op de kathedraal eten we pollo Mexicano.

Volkwagens overheersen

We zijn zaterdag ochtend en hebben desalniettemin redelijk goed geslapen. Op een schitterend terras 3 hoog op Zocalo gebruiken we een Mexicaans ontbijt.  We hebben de FJ mogen parkeren in de zijstraat en die staat er, met enige tegenzin van de lokale policia, toch onder hun hoede. Nadat we even binnengelopen zijn bij een van de ontelbare zilversmeden komen we terug bij de FJ. Die staat ingesloten ! Vooraan heeft een verkoopster de motorkap en de bumper gebruikt om haar lederwaren te exposeren en achteraan belet een vrachtwagen dat we kunnen wegrijden. Een vriendelijke man met badge en de politie die we “valet parking fee” betalen helpt in geen tijd ons uit die benarde positie.

DE LANGE WEG DOOR DE BERGEN

We hebben vandaag een slordige 470 km af te leggen. We informeren ons bij het tankstation en de pompbediende – die overigens uitvoerig onze vooruit weer doorzichtbaar maakt, spreekt over 650 km of liever die wil ons eerst  naar Acapulco sturen en dan naar Ixtapa. Hier is de afstand niet belangrijk men rekent in uren die nodig zijn om de rit te maken.  
Het wordt donker en we rijden al uren in het hooggebergte. We hebben onderweg een ananas gekocht in een “opstandig” dorp, onder bewaking van een man met geweer.  We zijn aangekomen in een zogenaamd “moeilijk” gebied. Hier in het donker rijden wordt ten stelligste afgeraden. Maar er komt maar geen einde aan de bergketens.  Net voor het donker is, achter een scherpe bocht naar rechts staat een pick-up half over de weg geparkeerd en blokkeert die bijna helemaal. Zonder veel nadenken geef ik een plankgas, een ruk het stuur naar links en we zijn de hinderlaag voorbij. De 280 pk van de FJ worden aangespoord en we schieten vooruit. Deze adrenaline scheut spoort aan om vanaf nu wat meer vaart te zetten. We weten niet hoeveel we nog te rijden hebben maar het wordt nu steeds donkerder en ieder voertuig wordt met de nodige achterdocht bejegend. We zien nog amper de spectaculaire vergezichten. De FJ rijdt (bijna) als een sportwagen.
Op vele plaatsen is de helft van de rijweg geblokkeerd door gevallen puin of grote rotsblokken.  De weinige dorpjes die we door moeten hebben allemaal  “topes” of verkeersdrempels aangelegd. Sommige zijn gemarkeerd maar andere dan weer niet, en, dit leidt dan tot situaties met krijsende banden om te voorkomen dat we een sprong in de lucht zouden maken. De FJ is alle achtervolgers (?) te vlug af en rond half acht zijn we op zeeniveau. We hebben dan meer dan een uur in het donker gereden, iets wat we ten stelligste wilden vermijden. We komen op de hoofdweg naar Ixtapa. We passeren een militaire wegblokkade en voelen ons een stuk veiliger, wat een opluchting!


IXTAPA PACIFIC


We vinden de “Pacifica resort” aan de oceaan en worden wat later hartelijk verwelkomd door onze Texaanse vrienden die hier, sinds 10 jaar een riant optrekje hebben met zicht op de baai. Vanaf nu begint een week vakantie want tot nog toe waren we "op reis".

Ixtapa was een week van zalig nietsdoen. De ontwikkeling van het Pacifica Resort, waarin we hebben verbleven is zo’n 12 jaar geleden gestart. De gebouwen leunen tegen de steile rotshellingen die in de baai van de oceaan uitlopen. Je hebt er overal mooie vergezichten en op de baai en op de bergen in het Oosten en op het obligatoire 18 holes golf terrein. In het resort hoef je niet te lopen. Er zijn shuttle busjes en er is een kabelbaan. 

Dirk zwom 4,5 km naar de rots in de baai

Ixtapa

Dirk en Lieve aan de zoveelste Margarita

Overal in de baai zie je her en der bouwwerven. Xtapa op een boogscheut van het stadje Zihuatanejo wordt dus nog verder ontwikkeld. Geïnteresseerd? Naast het Intercontinental resort op een boogscheut van Pacifica staat een hoogbouw waar een appartement een slordige 1 miljoen dollar kost, en dat is beslist niet het duurste plekje hier. Je hoort vooral Amerikaans praten, maar er verblijven ook wel Mexicanen (met voldoende centen). Ixtapa is een betonjungle en heeft maar weinig Mexicaanse sfeer omdat en alles werd afgestemd op het overwegend welstellend Amerikaans publiek. In de restaurants van de Marina kan je uitstekend eten maar de prijzen zijn ook niet echt Mexicaans. Een ligplaats voor je boot kost 1 dollar per voet lengte en per dag. En er liggen boten van 64 voet en meer! Xtapa werd op initiatief van de federale regering gepland in de jaren 70. Voorheen was het hier een onmetelijk grote kokosnoten plantage.  Ixtapa moest de vergane glorie van Acapulco compenseren het werd door fransen gebouwd en in de baai is ook Club Med aanwezig.
Het is zaterdag 22 november voormiddag, we nemen afscheid van onze vrienden en afscheid nemen is altijd als een beetje sterven…
Het tijdelijk onderbroken avontuur pakken we weer op en rijden richting Oaxaca dat 1.000 km verder zuidwaarts ligt. We zullen de kustweg nemen en even een kijkje gaan nemen in Acapulco

Dirk zijn eigen visie over de onhebbelijke "Topes" Klik hier
Zie ook bijhorende filmpjesTopeTope


ACAPULCO


We zijn op weg van Ixtapa naar Acapulco.  Ik moet bekennen dat die stad voor mij, sinds mijn jeugd, iets exotisch heeft gehad. Het zal hoogstwaarschijnlijk te maken hebben met die moedige jonge duikers die er van een 45 m hoge rots in de oceaan duiken. Vanaf 45 m hoog springen is al een prestatie maar daarbij komt nog dat er alleen kan gedoken worden als een opkomende golf die voor voldoende diepte zorgt in de kloof.  De duiker moet zijn sprong zo inschatten dat hij in het zeewater duikt net op het ogenblik dat die golf er is. Een kleine misrekening en hij  stort op het droge te pletter. Dit, zo zegt ons een fotoalbum verkoper aan de rots, waar we nu van het uitzicht genieten, gebeurt wel vaker. Hij zelf sprong ook nog, maar daar is hij nu te oud voor. Iedere avond om 19u30 wordt er met fakkels gedoken voor het betalend publiek. Daar willen we echter niet op wachten.
Acapulco is beroemd geworden door de vele Hollywood films die er werden opgenomen en de filmsterren die er hebben verbleven. Elvis Presley, Frank Sinatra, Elisabeth Taylor … Er zijn er de bedwelmend mooie stranden, het 24/24 uur nachtleven, de vele restaurants aan de zeekant. 
De Spanjaarden zijn hier in 1512 aangekomen maar er is bewijs gevonden dat er sinds 2.000 jaar mensen hebben geleefd. Vanaf 1565 werd de diepzee haven gebruikt door de Spanjaarden die er gedurende 250 jaar transporten organiseerden naar de Filippijnen. Ze haalden er zijde, goud en specerijen. Vanuit Acapulco ging het dan over land naar Vera Cruz, aan de andere kant van het land, waar wachtende schepen de vrachten naar Spanje brachten. Nederlandse en Engelse piraten lagen op de loer om de rijke vrachten te bemachtigen.  Dat alles eindigde door de Mexicaanse vrijheidsoorlog (1810-1822).
De MEX 200 van Ixtapa naar Acapulco is volgens Garmin routeplanner 210 km lang en loopt parallel met de oceaan. Een paar keer worden we verast met een zicht op de Pacific maar doorgaans loopt de smalle weg op en af door een zeer afwisselend landschap hier en daar wat landbouw ,vooral kokosnoten plantages,  maar hoofdzakelijk jungle met lage begroeiing.  Doordat het regenseizoen pas ten einde is ziet alle groen er nog fris uit. We rijden langs moerassen en steken vele rivieren over die het water van de verder liggende Sierra naar de oceaan voert. Een gemiddelde snelheid halen van 60 km per uur betekent flink doorrijden want de weg is bochtig en je wordt om de haverklap tot halt gedwongen door de alom aanwezige “Topes”.
Het is nog vroeg in de namiddag en we rijden nu in de buitenwijken van Acapulco. We  hadden gelezen dat Acapulco de 5de gevaarlijkste stad van Mexico is. In 2007 heeft de nieuwe Mexicaanse president 12.000 militairen naar deze regio gestuurd om de drugsbaronnen te bevechten. Het is hier dat de eerste politie officieren door drugsbendes  werden onthoofd….Op de MEX 200 hebben we verschillende militaire konvooien voorbij gestoken en nu moeten we weer een militaire post met mitrailleur en soldaten in kogelwerende vesten voorbij. We worden aangemaand te stoppen. Ze willen weten wat er in de metalen kist boven op ons dak zit. We mogen verder.
De stad is gebouwd op de flanken van de heuvels rond de baai, het verkeer in de zeer slecht onderhouden straten is nog chaotischer als we tot nog toe hadden meegemaakt.

Acapulco

Na het bezoek aan de duikersrots, la Quebrada, trotseren we het verkeer opnieuw en proberen de MEX 200 naar Puerto Escondido te vinden. De werkdag is ondertussen voorbij en we belanden midden in het spitsuur. We rijden nu kilometers lang in de uitgestrekte op heuvels gebouwde stad. Berg op en af langs slingerende wegen. We ontdekken dat we op de MEX200 zijn aangekomen. Een verademing!
AcapulcoAcapulco

OP WEG NAAR PUERTO ESCONDIDO


De surferstad Pto Escondido ligt op 404 km en dat zal dus voor morgen zijn.  Een ietwat groter stadje 50 km na Acapulco heet San Marcos.  Het is 17 uur en vinden er langs de MEX 200 een klein hotel met zwembad maar zonder restaurant. We pakken uit in een kamer zonder glas in de vensteropeningen. De ramen zijn wel voorzien van houten venetiaanse blinden en die kunnen we sluiten. De rammelende airco was een supplement maar die brengt wat koelte in onze kamer. De FJ parkeer ik achter het hotel onder een afdak in een afgesloten park. Het wordt donker en het is tijd om te eten. De eetplaatsen in het dorp, want zo kun je dat stadje amper noemen, zien er niet direct echt aantrekkelijk uit. We kiezen voor een stalletje langs de rand van de grote weg, dat baadt in fel neonlicht. 4 tafels met witte plastiek stoelen errond en twee dikke dames achter de bakplaat.  Dat is een Tacqueria in open lucht.  We weten niet goed wat we hier kunnen eten dat niet al te pikant is. Een man – die blijkt de eigenaar van de Tacqueria en het kleine supermarktje wat verder, raadt ons tacos Pastor aan. Uit zijn supermarkt brengt hij ons twee frisse Corona’s en wat later smullen we van de beste tacos die we ooit hebben gegeten. We bestellen  nog een portie want ze smaken echt. Alles samen, 3 Coronas en 11 tacos kosten ons 75 pesos ( 3,7€).
Het is weer dag we hebben goed  geslapen, we vertrekken zonder ontbijt te nemen, want we zullen onderweg onze etensvoorraad aanspreken. De oceaan krijgen we niet meer te zien. We rijden nu door streken met zicht op de bergen van de Sierra del Sur. De jungle wordt meer en meer onderbroken door weiden met grazende koeien erop. We zijn in de staat Oaxaca. Oaxaca heeft de reputatie de beste keuken te hebben van Mexico.
Plots zien we van op een 100m hoge klif waar de weg over loopt Pto Escondido liggen. Het is 15 uur en rijden naar het “the best pick hotel” van Lonely Planet “Dan y Carmen”. Het is een klein maar gezellig ogend hotel afgestemd op surf enthousiasten. Het ligt tussen de hoofdweg en het strand aan de zuid rand van de stad.

Puerto Escondido


We vragen aan een Engelsprekende bewoner van het hotel waar we de hotelbaas kunnen vinden. Die zegt dat het hotel fantastisch is maar dat je zes maand op voorhand moet reserveren!. Dan – de eigenaar - is even een uurtje weg en Carmen maakt geen deel meer uit van het koppel…we zoeken dan maar verder.
Wij belanden uiteindelijk in een bungalow/trailer afsluiting. Het wordt dus kamperen. De wat Spartaanse uitrusting van de kampeerplaats “Cabanas Edda” wordt gecompenseerd door de zeer smakelijke zeevruchten schotel die we later op de avond op het terras van het restaurant “Sabor a Mar” aan de rand van de oceaan bij zonsondergang degusteren.


DOOR DE SIERRA DEL SUR


Het opplooien van onze toptent loopt al gesmeerder en op een half uur zijn we vertrekkenklaar. We nemen een Mexicaans ontbijt in het strandrestaurantje wat verderop. Het is nu 10 uur en we zijn klaar om de 305 km naar Oaxaca stad aan te vatten. We volgen de  wegwijzer Oaxaca MEX 135 in Pto Escondido. Die weg is de kortste maar gaat door de bergen.  Het alternatief is een weg die wat verder zuidwaarts langs de kust loopt en die door de toeristenbussen wordt gebruikt. Die weg is echter 14 uur lang.
De staat van de weg is erbarmelijk. Wij gaan bergop er is geen recht stuk dat langer is dan 50 meter. We laveren van links naar rechts om de grootse putten te vermijden. Sommige gaten zijn gedempt met zand maar de meeste niet. Er zijn gelukkig ook stroken van soms een 10 tal km waar het asfalt in behoorlijke staat verkeert. Maar mooie liedjes duren meestal niet lang. De politie patrouille langs de weg doet ons vermoeden dat hier ook gevaar kan loeren. Het is middag en we zijn aanbeland in het bergdorp Sola de Vega, de hoogtemeter wijst 1.900 m. Het is hier druk en ontzettend rommelig. We vinden geen wegaanduiding. Wat verder toont ons een behulpzame pickup chauffeur de juiste weg.
Niettegenstaande de onvoorstelbare slechte staat van de weg treffen we er de alom tegenwoordige “Topes” aan. Er is ook tamelijk veel verkeer.  Meestal plaatselijk. Er zijn er de auto’s, de Vespa(achtige) driewieler mototaxis , bussen en vrachtwagens.  Het inhalen van voertuigen is telkens een adrenaline moment.  Ik moet zeer snel zijn want er zijn geen lange rechte stroken weg. De V6 4 liter van de FJ is hier superieur en als het moet kan ik dwars door die putten rijden ook.

Van Puerto Escondido nr Oaxaca De vreselijke slechte en bochtige weg van Puerto Escondido naar Oaxaca

In Zimatlan zijn we uit de bergen en de laatste 40 km is de weg kilometers lang, recht en in goede staat. Het is ondertussen 16 uur 30 en we zijn we aan het Zocalo in Oaxaca aan het hotel Antonio’s. We wisten dat Erik en zijn ouders ook in dat hotel hun intrek zouden nemen, ze hadden zelfs voor ons hier een kamer gereserveerd. De FJ staat geparkeerd om de hoek van het hotel. We lopen te voet naar de ingang en worden opgeschrikt door luid getoeter.  Geen mens die het gelooft.  Het is de grijze Defender van Erik die ons signaleert dat ze daar ook zijn. Even later staan de twee off roaders zij aan zij in het atrium van het hotel geparkeerd op een ….marmeren vloer!

Oaxaca
Het weerzien is hartelijk. De ouders van Erik zijn wel aan hun laatste vakantiedagen toe want op 26 november, en dat is overmorgen, moeten ze zeer vroeg het vliegtuig op, richting winter in België.


MONTE ALBAN OF WITTE BERG


We zijn dinsdagmorgen 25 november. We hebben met Erik en zijn ouders gisteren gedineerd op een terras op het Zocalo en zoëven hebben we het desayuno (ontbijt) genomen eveneens op het Zocalo. We rijden de wagens uit de patio van Antonio’s en vertrekken richting Monte Alban. Het wordt geen lange rit, slechts 10 km ligt Monte Alban ten Westen van Oaxaca.
Op de bochtige en steile weg naar de tempels worden we bijna van de weg gereden door een naar beneden racende bus. Dat scheelde weinig. Ondertussen krijgen we een prachtig zicht op de vallei waarin Oaxaca ligt.
Monte Alban was eens de hoofdstad van het Zapotec rijk.

Monte Alban
Monte Alban
en Dirk was als eerste boven

De oude stad ligt op een afgevlakte heuvel die 400 meter boven de vallei uitsteekt.  Haar strategische ligging is zeker de reden waarom de Zapotecs deze plaats uitkozen tot hun hoofdstad, 500 jaar voor JC. De bloeiperiode van de stad moet tussen 300 en 700 jaar na JC geweest zijn. Toen leefden er naar schatting 25.000 mensen. Zij hadden op de heuvels rond de stad terrassen voor landbouw aangelegd en de valleien waren sterk geïrrigeerd. In die valleien waren nog ten minste 200 nederzettingen aanwezig.
De meeste van de gebouwen van Monte Alban waren bepleisterd en rood geverfd. En ook de tempel architectuur verwijst naar die van Teotihuacan, wat doet vermoeden dat er destijds uitvoerige contacten zijn geweest tussen deze twee steden. De site wordt heden ten dage aanzien als de meest indrukwekkende van Mexico. Veel bezoekers treffen we er niet maar dat is des beter om een indruk op te doen van deze geweldige plaats met zijn vele tempels en graven. De graven kunnen we niet bezoeken. We vinden hier en daar op de site landbouwers die authentieke beeldjes in steen of jade proberen te versjacheren. Zij vertellen dat ze nog regelmatig bij het ploegen van hun gronden op zulke overblijfselen stoten.  Een van hen onderhoudt ons over zijn visie van het heelal en de mensheid en de morele waarden die hier op deze plaats gehanteerd werden.In het aanpalende museum vinden we de zeldzaam bewaarde kunstvoorwerpen en stenen met hiëroglyfen.


OAXACA IN DE VALLES CENTRALES


We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat deze stad en haar architectuur gelijkenissen vertoont met Trojillo in Peru. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de koloniale woningen die er staan. Op het Zocalo zijn arbeiders bezig met de heraanleg.  Dank zij de protest actie georganiseerd door de kunstenaar Francisco en zijn sympathisanten heeft men bij de start van die heraanleg in 2005  maar een paar van de mooie bomen geveld. Francisco had namelijk ontdekt dat deze bomen werden geplant in de 15de eeuw en bomen aan het park bij het station werden zelfs nog door Azteken daar geplant. Oaxaca heeft niet alleen de reputatie van de beste keuken van Mexico te hebben ze is bij uitstek ook een levendige kunststad met vele musea.

ZocaloZocaloZocaloZocaloZocaloOntbijt op Zocalo

Het mooie "Zocalo"

De mooiste kerk van Oaxaca is niet de kathedraal op het Zocalo maar de Iglesia Santa Domingo van de paters Dominicanen, vier blokken noordwaarts. Deze kerk is gebouwd tussen 1570 en 1608 als deel van het Dominicaans klooster met de hulp van de best vaklui van Puebla en  elders. Bijna iedere vierkante decimeter binnen in deze kerk is versierd met drie dimensionale reliëf.

Santa Dominigo kerk Zijkapel van de Santa Domingo kerkProteststoet tegen abortus
De prachtige Santa Domingo de Zultec en het protestleven van de Mexicanan

Dat Mexicanen houden van muziek wisten we al, dat ze luidruchtig zijn ook, dat ze te pas en te onpas toeteren als het verkeer volgens hen niet vlot genoeg gaat ook maar nu ontdekken we nog een ander facet van hun liefde voor …klanken. In Antonio’s, ons hotel worden we rond 18 uur opgeschrikt door alarmerend klokkengelui gevolgd door forse knallen. Het blijft maar duren we lopen naar buiten om te zien welke ramp er is gebeurd.  Om de hoek horen we echter een fanfare die swingende Mexicaanse muziek speelt.  Het knallen heeft opgehouden.  De fanfare begeleidt een groep dansende vrouwen met groot bloemen ornament op hun hoofd.  En achter die dansende vrouwen staan diep gelovigen rond een door vier man getorst schrijn en prevelen voortdurend psalmen.  Oef, dus geen nieuwe revolutie van de  Zapatisten maar het begin van de feesten ter ere van de Maria van Guadelupe.

Het is woensdag ochtend 6 uur we schrikken wakker door geweldige knallen alsof ze in de patio van het hotel met een kanon vuren op de aanvallers. Even later begint een klok paniekerig te luiden en dan wordt het duidelijk! Het moet weer zo’n processie zijn!  Maar in hemelsnaam zo vroeg! We proberen nog wat slaap te vatten maar een kwartuur later worden we weer getrakteerd op het knalbussen concert, dus niet meer slapen en wat internetten.

Vandaag moet de FJ naar de Toyota dealer voor een eerste onderhoud. Ik heb gisteren daarvoor een afspraak gemaakt.  Om 9 uur moeten we daar zijn en om 8u30 rijden we de garage binnen die in niets verschilt van een Toyota agentschap in Europa. Nadat ik hun het anti-car-jacking systeem heb uitgelegd vertrekken we terug naar het Zocalo want de FJ zou pas om 14 uur klaar zijn.  Om 14 uur is hij nog niet klaar en ik moet mij vergenoegen met  een half uur niets doen. 

Lieve is ondertussen in het hotel gebleven om de nodige updates aan de website te doen en te wachten. Twintig minuten later is de FJ klaar en wordt hij door de afleveringsdienst nog een laatste maal geïnspecteerd. Binnen en buiten en zelfs onder de motorkap ziet alles als nieuw uit en ik betaal 680 Pesos ( ongeveer 45€). Ik rij de garage uit en rijd richting “centro”. Wat verder stel ik echter vast dat het kompas niet werd gekalibreerd en er een foutboodschap is te lezen op het scherm. Ik moet dus terug.  Maar ondertussen is het iets over drie en de werkplaats is dicht! Ze gaat weer open om 16 uur…
Erik, wiens ouders terug naar België zijn vertrokken, heeft besloten vandaag in de bergen te kamperen  en we hebben afgesproken morgen om 10 uur 30 aan de parking van de site Yagul.


VAARWEL OAXACA.


Donderdag 27 november. Nadat we opnieuw uit onze slaap zijn gerukt door het heilig comité van de maagd van Guadalupe spoeden we ons om een laatste ontbijt in Oaxaca te nemen want we hebben een afspraak om 10 uur 30. We reizen dus verder met Erik richting Yucatan en Belize. Maar eerst moeten we zien in Tuxtla, in de staat Chiapas te geraken. De 550 km die we moeten afleggen is te lang om dat in één trek te doen en we zullen ergens onderweg een slaapplaats moeten vinden. We rijden op de autopista libre, opnieuw is de lucht blauw en is de buitentemperatuur 25  °C. en is relatief weinig verkeer op deze weg.  Even houden we halt bij een afslag om ons van de juiste richting te vergewissen.  Een politiewagen houdt halt en stapt naar de Defender van Erik.  Niets aan de hand hij wil alleen wat uitleg over de Defender en de Toyota, we rijden nu op de MEX 190 richting Pacific Salina Cruz. We rijden door arme dorpjes. In de velden en op de heuvels errond menen we de blauwe agave cactus te ontdekken. Maar enig opzoekwerk leert ons dat deze cactus de magueyis. Hij lijkt nochtans zeer sterk op de blauwe agave. Van deze maguey wordt Mezcal gedistilleerd. Vóór de Spanjaarden hier kwamen werd al “mescal” gemaakt, maar dit was een drank met laag alcohol gehalte.  Men verkreeg die drank door simpele gisting en die werd hoofdzakelijk voor erediensten gebruikt. In die tijd trouwens stond op dronkenschap de doodstraf! De Spanjaarden verhoogden het alcoholgehalte door het sap te distilleren net zoals in de streek van de Tequila. Mezcal is vroeger steeds een lokale drank geweest en zijn productie en consumptie werd sterk aan banden gelegd voor meer dan 200 jaar. Mezcal heeft een sterk ritueel gebruik. Bij het planten van gewassen werd Mezcal op de gronden gesprenkeld of bij een geboorte of op het graf van geliefden werd het gesprenkeld.  Mezcal wordt meestal puur gedronken.  Mezcal kan je ook krijgen met de mague worm in de fles.
Kleine distillerijen langs de weg proberen hun waar aan de voorbijganger te slijten maar we rijden eraan voorbij, geen tijd! De MEX 190 daalt langzaam naar zeeniveau we rijden nogmaals door de Sierra del Sur en worden verwend op spectaculaire zichten op valleien en dalen. Wij zijn aan het rijden in bergachtig gebied.

De begroeiing wisselt na iedere berg of heuveltop. Doorgaans is die schraal soms zijn hele bergflanken begroeid met cactussen, hier en daar zie je aanplantingen.  Naarmate we dichter de oceaan naderen verandert deze flora drastisch, meer palmbomen, meer dichte begroeiing, meer jungle.
Rond 16 uur zijn we in Tehuantepec aangekomen hier zou een kampeerplaats moeten zijn in de tuinen van het hotel “Calli”. “Calli” is het beste hotel van de stad zo zegt ons de dame van het toeristisch bureau aan de rand van de stad. We rijden de prachtige tuinen met hoge palmbomen  van het hotel binnen.  Helaas er zijn teveel toeristen met bussen en er is geen plaats voor ons. Een uur later komen we een goede 40 km verder in Juchitan aan en vinden daar een hotel met parkeerplaats.  Het hotel is niet veel zaaks en relatief duur en luidruchtig. Er is airco op de kamer en dat is nodig want de temperatuur op zeeniveau is 30 °C.
Salina Cruz, Juchitan en Tehuantepec zijn drie steden met een sterke onafhankelijkheids  drang en waar vrouwen het voor het zeggen hebben. (nota van Lieve: ik verhuis naar hier!)
Het is zaterdagvoormiddag en wij rijden nu op de MEX 185. De weg is vlak en eentonig we rijden voorbij een immens veld met honderden windmolens. Dit schijnt dan ook het enige windmolen park te zijn dat Mexico rijk is. We passeren de gebruikelijke politie- en legerposten met de Humvees met schietklare kanonnen.  Het valt op dat vooral de voertuigen komend uit de tegenovergestelde richting streng wordt gecontroleerd. De topes vinden we ook terug, zelfs een met in het midden van de weg een man in rolstoel en wat verder een man met krukken ook in het midden van de weg op de tope.
Eens de grens voorbij van de staat Chiapas is het straatbeeld gans anders.  Duidelijke wegmarkeringen, veel verkeersboren en borden die vragen om die verkeersborden te respecteren.. Bus oversteek passerellen, nog nergens gezien in Mexico! Borden die waarschuwen dat er hoge boetes vallen als men rommel op de rijweg smijt en borden die vragen om de 2.800 km wegen van de staat Chiapas proper te houden. Of dat alles enige indruk maakt op de gemiddelde Mexicaan vragen wij ons af?
Bij een tankbeurt vooraleer de stad binnen te rijden ontdekt Erik tot zijn en later ook onze stomme verbazing dat in de shop Duvel en ander Belgisch bier te koop aangeboden wordt.  Prijs voor twee flesjes en een glas Duvel 150 Pesos of iets meer dan 10€.


DE CHIAPAS HOOFDSTAD:TUXLA


Aan de rand van de stad Tuxtla, de hoofdstad van de staat Chiapas, staat een uitgebreide politie post. We vertragen en worden uitbundig begroet door de mannen met geweer in het blauw. Niet alleen de politie is vriendelijk ook de mensen hebben steeds de lach op het gezicht en vooraleer een gesprek te beginnen wordt je de hand gereikt.
Tuxtla is druk, er wonen 475.000 mensen en die schijnen allemaal tegelijk op de wegen te vertoeven. We vinden onze slaapplaats in de tropische tuin van het hotel “La Hacienda”. Ik bedoel we zetten de Defender en onze FJ met tent op, op de parking van het hotel onder de palmbomen. Er is WiFi en er zijn redelijk goede sanitaire voorzieningen. Aan de rand van het kleine zwembad naast onze kampplaats eten we ’s avonds heerlijke steak die we voordien in de nabij gelegen Wall Mart hebben gekocht samen met wat ander proviand voor de komende dagen.

Er rijst een probleem dat dringend een oplossing moet krijgen. Wij zijn nu bijna 6 weken in Mexico en hadden daarvoor aan de grens een aansprakelijkheidsverzekering moeten afsluiten.  Onze planning voorzag dat we op 30 november het land zouden uit zijn. Maar we zijn nu 29 november en hebben nog een aantal bezoeken op het oog en zijn nog ver van de grens met Belize. Dus moeten we onze verzekeringspolis laten aanpassen. Tot nog toe hadden we 72 US$ betaald voor deze aansprakelijkheid.
Het kost wat moeite om het kantoor van de maatschappij GNP te vinden. Wij komen eraan rond 13 uur en het is dicht! Maar toevallig wil een kleine auto met GNP logo het bedrijf binnenrijden.  We klampen de man achter het stuur aan.  De zeer behulpzame GNP bediende legt ons na enkele telefoongesprekken uit dat we hier geen polis verlenging kunnen krijgen maar dat we dit over Internet moeten doen. Zeer veel moeite voor niets dus!
Op de Zocalo in San Christobal

SAN CHRISTOBAL DE LA CASA

De volgende stad op het programma is San Cristobal de la Casa. En daar zijn we nu op weg naar. De nieuwe Cuota snelweg stijgt in rechte lijn langs de bergflank omhoog. Dit massief dat we beklimmen domineert de vallei waarin Tuxtla ligt en we krijgen machtige vergezichten te zien. Het wordt steeds frisser en als we uiteindelijk San Cristobal bereiken , dat op 2.200 m hoogte ligt, is het nog amper 17 °C.  De camping die we vinden ligt aan de Oostzijde van de stad.  Op de kampplaats worden we onmiddellijk verwelkomd door twee Canadezen. Ze reizen elk afzonderlijk, per zwerfwagen, en zijn al ettelijke keren in Mexico en Centraal Amerika geweest. José is archeoloog en vertelt ons dat hij al meer dan 80 tempel sites heeft bezocht.

We richten onze slaapplaatsen in en vertrekken naar de stad die op 1,6 km van de kampeerplaats ligt.. De kampeerplaats bazin verzekert ons dat de weg naar de stad veilig is. San Cristobal is een bijzondere stad, 75.000 inwoners en een mengelmoes van stammen die voor een groot deel uit de omringende jungle hierheen zijn gevlucht voor politieke of godsdienstige redenen.  Het is nog maar geleden van 1 januari 1994 dat de stad werd ingenomen door het guerrilla leger van de Zapatisten. De stad werd echter snel door het Mexicaans leger ontzet.
We lopen naar de hoofdstraat, het is koud en ondertussen donker en tot overmaat van ramp het vangt aan te mot regenen. We zoeken wat warmte in het restaurant waar we ook ons avondmaal gebruiken.  Erik die altijd zijn laptop meesleurt maakt gebruik van de gratis WiFi om zijn communicatie met het thuisfront te verzorgen over internet. De taxi naar de camping kost ons 25 Pesos ( 1,6€).

een knalbus

Zondagmorgen 5 u 30 schrikken we wakker door hevig geschut! Als we goed wakker zijn horen we tussen de knallen ook nog kerkklokken die in hels tempo klepelen. Het zijn geen schoten maar de knalbussen gelanceerd door tientallen aanbidders van… jawel de maagd van Guadalupe. Het feest was gisteren avond al begonnen met Marimba orkest muziek dat uit de heuvels van de stad schalde. Gelukkig duurt dit oorverdovende intermezzo maar enkele minuten, we denken dat het voorbij is tot een half uur later dit zelde ritueel zfich opnieuw voordoet en weer nog een half uur later. Rond 8 uur voegde zich daar ook nog luide Barimba muziek bij en dat bleef zo maar duren.


Dit zagen we vóór het portaal van de kerk. Onze vriend had te veel gefeest.


Indien je de knallen wilt horen, klik dan op het logo en vergeet de luidspreker niet aan te zetten

We hebben het overleefd en zijn nu op weg naar de kerk die bovenop de heuvel prijkt.  De trappen ernaar toe zijn zeer steil.  Het motregent opnieuw, de lucht is grijs en het is geen 12 °C .  Op het plein van de kerk staat warempel een kompleet orkest en speelt Barimba en salsa muziek dat door grote luidsprekers over de stad wordt uitgestraald. Het feest is definitief begonnen en zal tot 12 december duren.
De dag is triest gestart en de regen en lage wolken zorgen voor een neerslachtige stemming. We horen dat het weer het komende etmaal niet veel zal veranderen. San Cristobal is een boeiende stad omwille van haar geschiedenis en haar bewoners.  In haar omgeving is er een prachtig natuurgebied met ondermeer de Canion de Sumidero en er is ook de rots waar destijds bij de inval van de Spanjaarden de bewoners de dood insprongen om niet in de handen van de veroveraars te vallen. Die vrijheidsdrang is hier in San Cristobal nog altijd sterk aanwezig onder de bevolking.

Het regent, het is koud en echt geen weer om lange stadswandelingen te maken.  De wolken hangen laag en de anders zo mooie landschappen zitten in de wolken. We drinken een Frapucino in een koffiehuis op het Zocalo en kijken naar de vele toeristen die er voorbij slenteren. Het is plots vier uur en we zijn te laat voor een bezoek aan het Antropologisch museum. Nadat we de inwendige mens in het restaurant hebben versterkt trekken wij terug naar de kampeerplaats.  Het regent ondertussen iets minder als we eraan komen. Op de kampeerplaats zien we nieuwe collega’s kampeerders. Een Volkswagen busje met ook een toptent erop. We maken kennis met het koppel met twee kinderen, de oudste is 6 de jongste 3 jaar. Zij komen uit Winterthur Zwitserland en zijn vanuit Canada vertrokken en al drie maand onderweg. Ze willen verder naar Midden Amerika maar twijfelen nog een beetje.  Misschien keren ze nog terug naar de Verenigde Staten (?).

Maria van Guadalupe

De maagd van Guadalupe is ook vanavond aan de eer. Klokgelui en vuurwerk en Marimba orkest alle zijn present! Het is wat moeilijk slaap te vatten in die omstandigheden maar ik kies voor de oordopjes.  De oordopjes helpen niet tegen het kabaal dat we over ons krijgen om 5u 30 in de ochtend.  Hetzelfde ritueel herhaalt zich om de 30 minuten! Dus geen slapen meer. Vandaag zouden we het slechte weer en de kou vluchten en naar Palenque reizen. Het regent bij tussenpozen en we willen de tent opplooien doch liefst als ze niet al te nat is.  Ondertussen wisselen wij uitvoerig contacten en ervaringen uit met onze Californische buurvrouw die te voet op weg is naar Chili en het Zwitsers koppel met de 2 kinderen en José de Canadese archeoloog. Dit ondervinden we als een toffe ervaring.

Tegen half elf is het zover, we zijn vertrekkenklaar en het regent praktisch niet meer. De lucht zit dicht met lage wolken en we hopen op beter weer, maar de voorspellingen zijn zo, dat ook in Palenque een storing voorbij trekt. We hadden graag nog wat gebleven in San Cristobal!


NAAR PALENQUE IN HET MAYAGEBIED


1 december en wij rijden nu op de MEX 199 richting Palenque voor een rit van 230 km..  Het regent weer en naar we zoeven vernomen hebben regent het ook in Palenque! We verlaten de stad en de weg stijgt verder naar 2.300 meter, wij rijden door tropisch woud althans dat menen we te ontdekken door de regen en de mist.  Erik, die voorop rijdt, zet er een flinke vaart achter we rijden door de plassen en waterstromen, de weg kronkelt door de bergen.  Eenmaal grijpt het automatisch stabilisatie systeem van de FJ in als ik te snel bij de afdaling een bocht induik. Regelmatig rijden we door dorpjes en huizen clusters.  De huisjes zijn hutjes in hout opgetrokken met stro dak of het “Afrikaanse gegalvaniseerde golfplaten” dak. De Topes zijn ook op deze weg aanwezig maar door de regen staat er geen volk naast om iets te verkopen.
Erik houdt halt aan een kleine winkel – we moeten nog fruit kopen -. Op de parking staat een grote vrachtwagen met Duitse nummerplaat. Het zijn Lella en Tommi die met een 4 x 4 Mercedes legertruck, omgebouwd tot een luxueuze al- terrein zwerfwagen, reizen. Zij zijn in Canada vertrokken 5 maand gelden en het reisdoel is Vuurland over 8 maand.
De MEX 199 loopt langs de afslag naar Agua Azul. 

Die weg, naar Agua Azul, is slechts 4 km lang en op die weg  is een 3 tal weken geleden een overval gepleegd op drie bussen met Vlaamse toeristen.  Op die weg gebeuren regelmatig overvallen door Zapatisten.  Waarschijnlijk een vleugel van de Zapatisten die tegen toerisme is, ze zijn ook anti globalist. Het regent nog steeds en de mist is zelfs redelijk dik als we aan die afslag komen. We hebben al op voorhand besloten om die plek niet te bezoeken, uit protest tegen die overvallen maar meer omwille van het risico.  We moeten nog zo ver reizen!
Afslag naar Aqua Azul

Nog 35 km en we zijn in Palenque. Meer en meer zien we dat stukken jungle zijn platgebrand om als landbouwgrond te worden gebruikt.
In de wijk La Caňada te Palenque vinden we onderdak in een nieuw hotel met weinig klanten. (Het is nog steeds laag seizoen hier.)


LOTGENOTEN


We hebben ’s nachts geen klokken en geen knalbussen gehoord, wel brulapen. Goed geslapen nochtans.  Na het ontbijt genomen te hebben, in een restaurant recht tegenover ons hotel,rijden we richting tempels, waar de kampeerplaats van Erik is. We vinden Erik op de parking aan de ingang van de site samen met Ella en Tommi, en Alain – een Fransman - en zijn twee medereizigers een Nederlander en een Française. Alain komt van Guatemala en rijdt met een oude Toyota AZJ75, beter bekend onder “Bushtaxi”.  Alain 65 jaar oud,  is en fervent 4x4 reiziger. De Toyota staat al een paar jaar in Latijns Amerika. En Alain gaat om de twee maand eens terug naar huis om dan later zijn onderbroken traject verder te zetten.
We wisselen info uit en Alain blijkt bijzonder geïnteresseerd in onze ritten door de Barancas del Cobre.


DE RUINES VAN PALENQUE


De Maya site bevindt zich midden in de jungle op een 12 tal km van de nieuwe stad aan de Usumacinta rivier.  Het is een middelgrote site en bekend om de bas reliëfs en de bijzondere constructie van de top/dak van de piramides.
De zon staat hoog en slechte weer is verleden tijd. De eerste tempel die we zien is indrukwekkend en het  contrast van de bouwwerken met de groene omgeving is adembenemend. Weinig toeristen, een meevaller, we zijn dus in staat om alle gebouwen in een vreedzame rust te bezichtigen. Trappen oplopen is er niet bij want gezien de vroegere ongevallen is het bestijgen ervan nu verboden.

Templo de la Cruz


DE PICK NICK BIJ DE ZAPATISTEN

Het bezoek heeft ons hongerig gemaakt en het is inmiddels al 15 uur geworden.  We willen het in Tuxtla gekochte proviand verbruiken en daarvoor zoeken wij nu een geschikte bivak plaats. Op een wat afgelegen pisteweg rijden we de auto’s op een verhoogde berm en maken alles klaar om de steaks en de varkensribjes te roosteren op een houtvuurtje. We zullen die, hopen we, wat later samen met rijst en champignons  verorberen.  We hebben ook nog een goede Chileense Carmenere wijn. 

Picknik

Pas is het houtskool vuurtje aangelegd of een boswachter op een Quad, gewapend met geweer en radio zender, komt in onze richting. Hij maakt ons vriendelijk, duidelijk dat we hier geen vuur mogen maken. Wij kunnen de man wel overtuigen van onze goede intenties en beloven hem alle resten van onze BBQ activiteiten weg te zullen ruimen. Hij gaat ermee akkoord en neemt uit alle voorzorg – zo vermoeden wij – uitgebreid foto’s van ons en de FJ.  Omdat we midden in Zapatist gebied zitten, zijn we toch wat ongerust, je weet maar nooit. Bij het horen van een af en toe naderend voertuig zijn we alert. De meeste voorbijgangers per moto, per vrachtwagen of per paard wuiven ons echter vriendelijk toe.
Palenque stad is overdag druk maar ’s avonds loopt het stadje leeg en er zijn maar weinig toeristen.
Vanavond blijven we in het hotel en Erik zoekt een betere kampplaats op dan diegene die hij had gevonden de nacht voordien in Jungle Palace bij de ingang van de ruines site. Rond 19 uur worden we nog even getrakteerd op een kleine aardschok.


CAMPECHE


We zijn nog aan het ontbijten op het terrasje voor os hotel als Erik’s Defender onze richting komt opgereden.  Een ogenblik nadien zijn we op weg naar Campeche de hoofdstad van de staat Campeche. 340 km eentonige vlakke weg voor de boeg! De enige afwisseling die we hebben zijn de ontelbare wegeniswerken en de legercontroles.   De hele MEX 261 lijkt wel in heraanleg te zijn.
We zijn binnengereden in de staat Campeche zonder dat we het gebruikelijke verwelkom portaal “Bienvenidos” hebben opgemerkt. Het valt op dat de Topes hier veel minder agressief zijn en ook hun aantallen zijn beperkter. RV park Nautica hebben we bereikt rond 17 uur. Die Amerikaans ogende kampeerplaats ligt op 15 km van het stadscentrum. Wij mogen binnen de omheining een kijkje gaan nemen vooraleer we een toegangsbewijs à 200 Pesos ( 13€) per wagen neertellen. Wij vinden de terreinen leeg en de staanplaatsen liggen naar onze zin iets te ver van de zee. Alles is hier mooi georganiseerd en netjes maar dit is niet Mexico.

Als we niets beter vinden in de stad kunnen we hier nog terecht denken wij.  Maar we vinden op het Zocalo een klein hotelletje in een oud koloniaal huis. De sfeer hier is opperbest als een Cubaans orkest zijn concert begint vlak voor ons hotel.


DE UXMAL RUINES OP WEG NAAR MERIDA EN YUCATAN


We zijn klaar om te vertrekken, het is al 10 uur en de temperatuur is al opgelopen tot 27 °C.  Erik wil vandaag voor de Defender een onderhoud van 10.000 km laten uitvoeren in Merida en beslist niet mee te rijden naar Uxmal. 220 km hoofdzakelijk autopista MEX 180,  die we na 120 km bij Maxcanu verlaten om rechts naar Uxmal af te slaan. Als we de grens van de staat Campeche met Yucatan oversteken worden we grondig gecontroleerd door de militairen. Dit is de eerste keer dat we tussen twee Mexicaanse staten worden tegengehouden voor controle. Yucatan wil duidelijk zijn status van veilige staat voor  de toeristen hoog houden. Even voordien hadden we nog een controle van de politie en douane. Die wilden weten of we geen voedsel bij hadden want dat mocht blijkbaar niet in Yucatan binnen. We komen ongeschonden door al die controles en komen aan de site van Uxmal.
Yucatan is zeer toeristisch en dat zie je ook aan de prijzen voor de ingang van de site. 108 Pesos in plaats van de 40 Pesos in de Chiapas of Campeche staat, moeten we neertellen en als we een gids willen kost dat nog eens 500 Pesos ( 30€ ).  De gids die zich aan ons voorstelt zegt er al gauw bij dat we vandaag maar 200 Pesos zouden moeten betalen. Hier zijn ook weinig toeristen.

Het eerste gebouw dat we te zien krijgen bij het binnenlopen van de site is de prachtige 39 meter hoge gerestaureerde pyramide tempel, het Palacio. De Maya stad ligt  midden in de jungle en omdat hier geen rivieren lopen moesten de Maya’s andere oplossingen bedenken om aan water te komen. Daartoe bouwden ze ondergrondse ruimtes waarin ze het regenwater konden stokkeren.
Het Palacio


MERIDA


Merida is de hoofdstad en grootste stad van de staat Yucatan en de culturele hoofdstad van het ganse schiereiland, 781.000 inwoners. Het duurt even voor we het historische centrum bereiken.  Lonely Planet beveelt en klein hotel in een oud koloniaal gebouw aan in de 62ste straat op het Zocalo. Anders dan gisteren in Campeche mogen geen wagens parkeren op het centrale plein en daar word ik al snel op gewezen door een politieman als ik even halt houd voor het hostal “Zocalo”. Het hotel is basic maar we hebben internet en een rustige kamer en de FJ staat wat verder in een bewaakte garage. De charmante hoteleigenaar begroet ons in Amerikaans Engels. Hij is wel degelijk Mexicaan, hij heeft een Maya vriendin en spreekt buiten Spaans zeer goed Engels een paar woorden Duits en Maya’s.  Dat laatste heb ik niet kunnen controleren! Dat Duits komt door zijn moeder die Duitse was.

Romantishe avond

Met Erik zitten we nu op het terras op het eerste verdiep van het restaurant “ La bella Epoca”. Beneden op straat zien we dat er iets op til is.  De straten worden afgesloten en tafeltjes en stoelen worden voor het restaurant midden op straat gezet. Aan de andere kant van de straat maakt een combo zich klaar om ons te vergasten op muziek. Spijtig dat af en toe een koele wind over ons heen blaast. Na het voortreffelijke diner verlaten we dus maar snel onze ereplaatsen.

Beneden op straat is het aangenamer – minder bries - en we zien wat verder links en rechts ook muzikanten bedrijvig en … we krijgen nog vuurwerk ook. We lopen naar een van de prachtige gebouwen dat een theater blijkt te zijn. Op de trappen ervan staan wit gedekte tafels opgesteld met allerlei drankjes en hapjes. Een receptie?  Jawel, even later staan we  met een drankje in de hand te genieten van het kunnen van drie gitaar spelende zangers. Onze ledige glazen worden snel aangevuld er is geen tekort aan spijs en drank.


CHICHEN ITZA EN EK BALAM RUINES


Het onderhoud van de Defender is gisteren niet gebeurd.  Diesels kennen ze niet in Mexico en dus hadden ze geen passende oliefilters en kon Land Rover ook geen elektronische diagnose uitvoeren. Waarschijnlijk kan dat wel in Belize zegde de garage, want daar rijden diesels.
Rond de middag staan we op de parking van het domein Chichen Itza - één van de nieuwe zeven wereldwonderen - en waar we vroeger doorgaans alleen zijn op de sites, is hier een toeloop van toeristen te zien. 10 tallen bussen die vakantiegangers aanbrengen van Cancun. Inkomgeld ook 108 Pesos hier.
De site is indrukwekkend groot en ook die ligt midden in de jungle. De zon steekt en de temperatuur in de schaduw is 33 °C.

Chitchen Itza
We lopen van het ene gebouw naar het andere en zoeken waar het kan de schaduw van de bomen op. Het krioelt hier van de bezoekers en overal staan standjes met verkoopsters en verkopers die allerlei spul aan de man of vrouw willen brengen.  Hier heerst een ander sfeer dan in de andere ruïne sites. Ook hier is het niet meer toegelaten de trappen van de Palacio tempel te bestijgen om een mooi overzicht te krijgen van de omliggende gebouwen.
Ek Balam
Wat een hemel van verschil als we rond 16u30 op de minder bekende site van Ek Balam  staan. We zijn hier bijna alleen als bezoeker. De opgravingen op deze site zijn nog niet beëindigd en nog vele resten zitten onder het groen verborgen. Hier mogen we wel de zeer steile trappen van de 29 meter hoge Palacio tempel beklimmen. Op drie niveaus van de piramide  heeft men de reliëfs aan de gevels van kamers prachtig gerestaureerd. Van beneden kan je die moeilijk zien want er zijn rieten afdaken over gebouwd.Dus we moeten naar boven willen we wat beter deze kunstwerken bekijken. Hier is de stilte indrukwekkend.  En helemaal boven zie je 360 ° in het rond tot aan de horizon niets dan jungle!

Onze reisgids stuurt ons naar een nabijgelegen plaats waar het goed zou zijn om te overnachten en waar je lekker kan eten. De Canadese eigenares van die plaats kan ons geen staanplaatsen voor de wagens aanbieden en de hutten vinden we maar niets en voor vegetarisch eten hebben we geen zin. Wat verder is een kampeerplaats en zijn er ook hutten.  De hutten zien er veel mooier uit dan bij de Canadese buurvrouw. Geen gasten op het plein dus kiezen we de beste plaats om onze wagens te parkeren en de top tent open te vouwen.  We worden er door de eigenares op gewezen dat we hier op een heilige Maya plek vertoeven. De kampeerplaats ligt vlak bij de ruines van Ek Balam!

Dirk verjaart

We zijn 6 december en we zijn rustig aan het ontbijten als plots drie vrouwen zingend naar mij toe komen gestapt. Ze houden halt voor het tafeltje waar ik aanzit.  De eigenares is een van de drie vrouwen en zij heeft een bord in de handen met daarop een brandende kaars en daar rond liggen koekjes. Het is vandaag mijn verjaardag en dat heeft Erik ze gisteren verklapt.  Bij het uitblazen van de kaars moet ik volgens de Maya traditie een wens doen.
De dag is goed begonnen!

PUNTA ALLEN NATIONAAL PARK

Het is 6 december en wij zijn op weg naar Valladolid een stadje niet zover van de heilige plaats die we zoeven verlaten hebben.  De mevrouw van de camping heeft een lift gekregen van Erik want zij moet naar Cancun op bezoek bij een van haar twee kinderen.
Het centrum van het stadje is alleen maar te voet bereikbaar wegens straatwerken. We vinden plaats voor de auto’s en gaan prompt op zoek naar een Cyber café. Het is alweer middag als alle mails gelezen zijn en Erik met het thuisfront heeft “geskyped”.
230 km willen we nog afleggen om een unieke plaats te bereiken om te overnachten. Het doel is Punte Allen. Punte Allen ligt in een natuurpark aan het einde van een landengte in de Caribische zee, die 55 km lang is en zuidwaarts loopt.  Wij hebben foto’s gezien van palmbomen op het strand met wit zand!
15u30 en wij hebben net een toegang bewijs gekocht voor het nationaal park. De reisgids schrijft dat we voor de laatste 55 km wel 2u30 moeten voorzien omwille van de hobbelige pisteweg die maar op looptempo te berijden valt. Het zal dus al een uur donker zijn als we er zullen aankomen. Pech!
15u30 en wij hebben net een toegang bewijs gekocht voor het nationaal park. De reisgids schrijft dat we voor de laatste 55 km wel 2u30 moeten voorzien omwille van de hobbelige pisteweg die maar op looptempo te berijden valt. Het zal dus al een uur donker zijn als we er zullen aankomen. Pech!
We rijden tussen palmen en struikgewas dat wit ziet van het vele stof dat hier door het verkeer wordt opgeworpen. De zee krijgen we niet vaak te zien omwille van de dichte begroeiing langs beide zijden van de weg, toch is de landengte niet veel breder dan een goede 200 meter en soms is ze zelfs smaller. 

Op die plaatsen rijden we echt tussen het water en om de weg wat te beschermen tegen de branding is, die afgeboord met dijkblokken. Aanvankelijk is de weg in redelijke staat en houden we er een vlot tempo op na.  Ook op deze piste is de FJ comfortabel afgezien van het wiegen als we traag door putten en bulten rijden Er zijn nogal wat tegenliggers en de meeste rijden met Jeep Wrangler. We vermoeden dat  het om toeristen gaat die een 4X4 hebben gehuurd om wat fun te beleven. Dat die wagens wat hebben te doorstaan horen we aan het gerammel dat ze produceren als ze ons tegemoet komen.

Mooie plaats aan de azuurblauwe zee
De prachtige weg naar Punta Allen
De terugweg van Punta Allen

VAN MOSQUITO'S EN ANDERE STEEKBEESTEN

We zijn bijna op het einde van Punte Allen aangekomen en het is iets voor 17 uur. We hebben dus goed gereden vinden we zelf. Een Amerikaanse dame, uitbaatster van een mooie camping zegt dat ze geen plaats meer heeft, maar in ruil voor de Fj wil ze ons wel onderdak geven!! 
Ze raadt ons de kampeerplaats van haar kennis aan en die zou nog plaatsen hebben. De kampplaats bevindt zich aan het begin van het gehucht waar we ons nu bevinden.  Maar waarom zouden we terug keren als ernaast ook een camping ligt met vele palmbomen en… op 2 meter van de zee?  50 Pesos per persoon, een 20 tal hoge en lage palmbomen en een 50 meter brede zandstrook langs de oceaan om onze slaapplaatsen op te stellen. Een paradijs zo te zien met dat witte zand de blauwe zee en de wuivende palmbomen. Ik vergewis me even of er rijpe kokosnoten aan de palmbomen hangen vooraleer onze FJ tussen twee bomen te parkeren.  We willen niet wakker worden gemaakt door vallende noten!

Onze prachtige kampeerplaats
Vliegen in de tent
Vliegen in de tent ons onbijt
Wij zijn vlug uitgepakt en zitten wat later aan een tafeltje van de bar met weer een magarita voor ons. Op hetzelfde moment realiseren we ons dat er nogal veel muggen en kleine vliegjes op ons afkomen. Even later steken we onze broekspijpen in de kousen en proberen we zoveel mogelijk ons bloot vel te bedekken. We worden bestookt door dat ongedierte in die mate dat de magarita niet meer smaakt.  De bazin verzekert ons dat die insecten enkel om 18 uur tot 18u30 actief zijn.
Verse vis eten we in een klein restaurantje wat verder. Heerlijk!
We worden wakker met jeukende rug,benen, armen en voeten. Onze tent zit vol minuscule zwarte vliegjes. Die kunnen door de muskietnetten heen en bestoken ons met hun venijnige steken.  Het heeft ook nog geregend maar het houdt nu op.  Het is 6u30!
Aan de rand van het water staat wat meer wind en er is geen schaduw van de opkomende zon. Blijkbaar houdt dat ongedierte niet van wind en zon want daar zijn veel minder vliegjes of muggen.  Dus installeren we onze ontbijttafel vlak bij de oceaan. Het lukt ons om zonder al te veel vliegjes te ontbijten maar de schade is al gebeurd. Het is krabben…en per arm 50 bultjes.

Op weg naar het uiterste punt van Punta Allen. Wanneer je goed kijkt zie je de muggen vliegen
10 uur, de tent is droog, we plooien op en vertrekken.  We rijden eerst tot het uiterste puntje van het schiereiland waar een vuurtoren staat. De weg is zo smal dat de bladeren langs de flanken van de FJ strijken en de toptent wordt schoongeveegd door laag hangende palmen. De terugweg is nu vol plassen.  55 km off road zonder stof maar nu met wit slijk dat als cement aan de wagens kleeft. Rond 13 uur komen we in Tulum aan.  Deze Maya site ligt aan het begin van het schiereiland.


TULUM


De site van Tulum is een ommuurde site en ligt aan de Caribische zee op een 20 meter hoge klif. Het verwondert ons dat de vele toeristen er meestal in strandkledij bij lopen. Nog niet gezien op een voor de Maya’s bijzondere en heilige plaats.  Veel mensen en weinig sfeer treffen we hier aan. Nog nooit zagen we zoveel leguanen.  De beestjes een goede halve meter lang voelen zich goed in de felle zon, wij wat minder.  
Op de klif zien we uit over de zee die van groen blauwe kleur overgaat naar diepblauw. Onderaan op het strand zijn talrijke toeristen aan het pootje baden. De versterkte stad is van zeezijde al goed beschermd door de hoge rotswand van de klif maar er is ook een ring van rotsen, op een 500 meter van de kust die juist onder het water oppervlak reikt. Een schier moeilijk te nemen hindernis voor naderende boten. Goede architecten en strategen die Maya’s!

Dirk en Lieve in het zonnetje
Dirk en Lieve
op de site van Tulum

QUINTANA ROO, DE LAATSTE STAAT IN MEXICO


Bacalan aan het meer is onze overnachtingplaats. Deze kleine stad ligt in het zuiden van de staat Quintana Roo.  We zijn op weg naar Belize en willen de Noordelijke grensovergang gebruiken.  Officieel zijn er slechts twee grensovergangen

Wij  nemen onze intrek in een cabana en we willen ons voor alle zekerheid vergewissen of er hier muggen zijn. De kamer schijnt redelijk goed tegen de muggen beschermd en ziet er net uit. Er is geen airco, wel een ventilator, maar de temperatuur hier aan het meer is aangenaam en die zullen we niet nodig hebben.
Het is al donker en we gaan op zoek neer een restaurant. Luidruchtige muziek speelt op een overdekte terras die als spijszaal dienst doet. Het is nog maar 19u30 – het lijkt wel nacht hier – en de keuken sluit over een half uur. Begeleid door de zeer luide muziek eten we vis en die smaakt heerlijk.

Het is maandagmorgen we verlaten Bacalan en rijden nu richting Chetumal, de laatste stad voor de grens met Belice. We hebben een mail gekregen van het Zwitsers koppel met de twee kleine kinderen dat ze op een mooie camping een zee verblijven daar in Chetumal. De 250 km hebben we snel afgemaald, goede weg met weinig verkeer. We treffen de Zwitserse familie rond 15 uur.  De kampeerplaats is mooi en er staan slechts 2 zwerfwagens van Mexicanen. Het terrein ligt vlak aan zee en er zijn palmbomen die voor schaduw zorgen en, er zijn geen muggen!
We willen hier twee nachten verblijven vooraleer de grens met Belice over te steken. Tijd om de linnenwas te laten gebeuren en de website op datum te brengen…

De zoveelste Militaire controle


OP WEG NAAR BELIZE


Het heeft geregend vannacht.  We zijn  woensdag 10 december en klaar om te vertrekken.  We zullen de eerste dagen nu met drie wagens in groep rijden door Belize en naar  Tikal in Guatemala. Verder zien we wel.
De Zwitsers met de twee kleien kinderen hebben informatie van de Duitse ambassade als zou Guatamala zeer onveilig zijn. Inderdaad werden een week geleden 28 onthoofde lichamen gevonden in het grensgebied Mexico Guatemala! Gevolg van een ruzie tussen drugsbenden. Dit jaar is in Guatemala een record aantal moorden gepleegd.  De statistieken geven aan dat er in Guatamala per jaar 50 moorden per 100.000 inwoners gebeuren.
Even buiten de stad Chetumal op weg naar de grens rijden we een groot parkeerplein van een winkelcentrum voorbij. Op die parking naast en Mc Donalds staat de grote Duitse vrachtwagen van Tommi en Lella.  Zij zijn op het WiFi systeem van de Mc Donalds hun internet communicatie aan het verzorgen.

Het zijn 43 dagen en 9.000 km door Mexico geweest die we nu achter ons zullen laten. Het lijkt lang, maar voor ons is dit een periode geweest vol afwisseling en dus (te) snel voorbij. Mexico was boeiend, avontuurlijk, verscheiden, overweldigend bij wijlen, vriendelijk, prachtige natuur en even mooie steden met in deze periode van het jaar voor ons Belgen een zeer aangenaam klimaat.

Hasta luego amigos

We reden in Mexico 8540 km
Voor meer filmpjes kunnen jullie surfen naar:
   
dan zoeken naar video's van latinotrails
Voor de vertaalde pagina's: De kleine foto's kunnen alleen vergroot bekeken worden vanuit de oorsronkelijke pagina.