“Bienvenidos en Guatemala”.
Zondagmorgen, 14 december, we proberen nog Internet café te vinden in het centrum van San Ignacio. Al twee dagen werkt internet niet in de stad, en nu is dat nog steeds het geval. Dus geen communicatie noch updates vandaag.
Dat de FJ hier opvalt blijkt al gauw want we zijn gisteren gespot bij het doorrijden van het stadje, zegt ons een Amsterdammer die op ons toe is komen lopen . Hij heeft niettegenstaande onze Texas nummerplaat de Belgische vlagjes op de auto opgemerkt en vermoedde dat we landburen zijn. Hij probeert ook nog te weten te komen hoeveel de auto heeft gekost. Dat gesprek is niet naar onze zin en dus vlug afgelopen. Erik is er niet helemaal gerust in. Hij heeft eergisteren een man gesproken die beweerde uit Mons te komen maar in Zuid Afrika heeft vertoefd en nu in Belize werkt als bakker. Erik vermoedt dat hij hier illegaal is want zijn paspoort lijkt verdacht. Die wou ook al weten of de Defender niet te koop is en wat is het verdere reisdoel is en nog meer van die vragen…Stel je voor dat ze een hinderlaag beramen op de weg naar de grens, zegt Erik, en hij denkt aan al die zaken die hij bij een pint aan die man heeft toevertrouwd.
Ondertussen is Dietmar ons komen vervoegen en nu zijn we klaar om te vertrekken. Het is 11 uur en we zijn aan de grens aangekomen. We worden door officiële, van badge voorziene geldwisselaars, uitvoerig verwelkomd. Die smeren ons 7 Quetzales voor een dollar aan.. We hebben Quetzales nodig en dus gaan we in op hun voorstel. We vermoeden echter dat de koers gunstiger moet zijn dan wat zij aanbieden, maar hier voor de grens zijn geen andere mogelijkheden.
De wagens moeten aan de kant en we worden nu naar het eerste bureau gestuurd. We betalen om Belize te verlaten. We betalen om in te schrijven in Guatemala. We betalen om de wagen te desinfecteren, we betalen om de FJ te gebruiken in Guatemala en zijn in totaal buiten het geld ook twee uur kwijt. Alle officiële documenten zijn nu in orde en we mogen de grens over. Vlak na de laatste bareel die we nu voorbij zijn, komen we op een 100 meter lange smalle brug die over een stroom loopt op Guatemalteeks grondgebied. |
De brug staat vol auto’s en er is geen doorkomen aan. Achter mij is een ongeduldige taxichauffeur een claxon concert begonnen. Helemaal aan het einde van de brug ontdekken we eerst de Caravelle met de tent op het dak en vlak daarvoor dwars over de weg de Defender. Het ziet ernaar uit dat Defender in een ongeval betrokken is. Lieve loopt vooruit en ziet dat het gelukkig niet om een ongeval gaat!
Maar wat is hier dan aan de hand? Veel volk alom en politie. |
|
Om de brug te gebruiken betalen de lokalen niets, aan de toeristen daarentegen wordt een tol gevraagd. In de gids van Dietmar staat dat die 10 Quetzal ( ongeveer 1 €) zou zijn. Maar Dietmar wordt 50 Quetzal aangerekend en hij wil die niet betalen. Hij roept de hulp van Erik in en die rijdt zijn Defender tot aan het einde van de brug en blokkeert daardoor alle verkeer in de twee richtingen. Uit de andere richting komende Mexicanen wordt 20 Quetzal aangerekend en die ondersteunen Erik in zijn discussie met de dame ‘tolhefster’ in blauw uniform. De politie wordt erbij gevraagd en later komt ook nog een beambte van de gemeente. Ondertussen - een kwart uur later - heeft de gemeente ambtenaar beloofd een oplossing te vinden en de Defender gaat opzij en wij komen tot aan het einde van de brug en moeten ook aan de kant. De oplossing komt er. We zullen 20 Quetzal moeten neertellen. De gemeenteambtenaar legt uit dat de gemeente onlangs een verordening heeft ingesteld dat toeristen voortaan 50 Quetzal tol moeten betalen voor het gebruik van de brug!
Bienvenidos turistas en Guatemala. |
We worden overal goed gecontroleerd en beschermd |
Guatemala feiten.
Volgens de CIA leven hier 12.000.000 inwoners (2007) meestal van Latino origine “Mestizo” genoemd, maar ook nakomelingen van Spanjaarden, Duitsers. Engelsen, Italianen en zelfs Scandinaviërs. In 1900 telde de totale bevolking slechts 885.000 inwoners. De geschiedenis van het land is zeer bewogen en als gevolg daarvan zijn vele mensen moeten vluchten en daarom leven er naar schatting alleen al in de USA tot 1.000.000 Guatemalteken.
Het toerisme is stilaan een belangrijke bron van inkomsten voor het land aan het worden dit naast de export van fruit en groenten. 27 % leeft hier onder de armoede grens en 3,2 % is werkloos. (400.000)
De officiële taal is het Spaans maar daarnaast bestaan er 21 onderscheidenlijke Maya talen. 23 talen worden hier erkend als nationale taal. ( En wij die dachten dat drie al heel veel is.)
Muziek is hier een deel van het leven van de Maya’s en het nationale instrument is de Marimba.
Tikal
De eerste 30 km weg in Guatemala zijn van uitermate slechte kwaliteit, althans voor een weg met de kwalificatie hoofdweg. Stoffige kiezelweg vol putten en bij wijlen diepe gaten, het gaat dus zeer traag voor de VW Caravelle van Dietmar. 140 km verder komen we met de FJ rond 15 uur aan de ingang van het Tikal park aan. Voor de bareel krijgen wij een briefje toegestoken met daarop het uur van onze aankomst hier. De wachter legt ons vriendelijk uit dat dit dient om ons te controleren op de snelheid op de strook weg die we zullen afleggen tot aan de ingang van de site. De weg loopt door dicht regenwoud en er mag maar 45 km per uur gereden worden op die 20 km omwille van overstekend wild. |
|
Het is 32 ° C als we onze tent openvouwen op de kampeerplaats van het park. Men verzekert ons dat we hier veilig staan want er is constant bewaking. (Hier werden vroeger wel eens overvallen gepleegd.)
Na het eten in het restaurant vlakbij – de anderen koken zelf hun potje – vertrekken we naar de Gran Plaza van de Maya stad Tikal. Het is 25 minuten lopen en alhoewel het al kwart voor vijf is, is het nog heet en vooral zeer vochtig. |
In het woud wordt het al donker maar we komen op de Gran Plaza nog aan, voor het helemaal donker wordt. De Gran Plaza is indrukwekkend met de 4 gebouwen op elke zijde. Er zijn nog een paar bezoekers maar voor de rest is het hier stil en sereen. We komen even tot adem gezeten op de trappen van de Akropolis Norte. In de jungle rondom ons horen we steeds luidere kreten van de dieren.
Tikal was – voor zover nu bekend – een van de belangrijke steden van de Maya’s. Slechts 20 % van de opgravingen is tot nog toe gedaan. De rest zit nog onder de bomen en struikgewas. |
|
Zicht van boven op de tempel |
Nachtlawaai in Tikal.
Als het bijna donker is lopen we de weg naar onze kampeerplaats terug. Het is nu helemaal donker en het wordt opletten geblazen op deze hobbelige aflopende weg met mogelijke slangen.
Opgelucht komen we uit het bos en lopen naar onze kampeerstek. Wij genieten nog wat van een drankje aan de voet van onze tent. De thermometer wijst nog 23° aan. Veel genieten is er niet bij want er zijn weer mosquito’s en die komen samen met de vliegjes in grote getalen opzetten. Dan maar proberen te slapen…
Het moet nu 3 uur zijn en buiten is een concert van brulapen aan de gang. Ik kan ze niet zien maar ze zijn vlakbij in de bomen rond de kampeerplek. Ze verplaatsen zich snel en ze verdwijnen dan weer in het regenwoud. Die beesten kunnen nogal wat decibels produceren!
Op weg naar Flores.
Rond de middag hebben wij het bezoek aan de belangrijkste ruines afgerond. We slaan wat eten achter de kiezen en vertrekken naar Flores. Een korte rit van maar 70 km.
|
Flores is een piepklein eilandje in een meer. Het is verbonden met het vasteland door een brug die we nu oprijden. Het is 15 uur en 33 °C en vochtig. Na een rondje rond het liliputeilandje vinden we ons hotel met kamer en terras aan de rand van het meer. Een plek om wat langer te verblijven maar we hebben hier maar een nacht voorzien. Er is Internet maar geen WiFi dus moet Lieve in de lobby met de laptop om de site bij te werken. |
|
Processie in de straten van Flores |
Rio Azul.
We hebben met Erik en Dietmar afgesproken elkaar om 10 uur te treffen aan het nieuwe shoppingcenter aan de rand van de stad. Vandaag willen we naar Mariscos 280 km verder. We moeten door een ‘bekende gevaarlijke zone’ en we rijden dus in konvooi. Aanvankelijk is de weg vlak en eentonig maar van later wordt de begroeiing wat intenser en rijden we door een afwisselend heuvelland. We zijn dicht bij de Golf Van Honduras en dat zal wel de reden zijn waarom we weer af te rekenen krijgen met regen. Het wegdek echter is van uitstekende kwaliteit en er zijn ook steeds minder “Topes” maar hier worden die “Tumulos” genoemd. We lunchen in Rio Azul aan de rand van de stroom op het terras van een klein restaurant. Het blijft ondertussen maar regenen. |
|
Mariscos ligt aan het meer “Isabal”. Een afslag van 14 km van de drukke hoofdweg, loopt even tot een hoogte van 300 meter, en daalt dan weer tot we aan het meer uitkomen. Hier zou een mooie camping moeten zijn, maar we vinden enkel iets wat vroeger eens een kampeerplaats moet zijn geweest. We worden er verwelkomd door wakers met geweer, en die beloven ons te zullen beschermen. Het heeft opgehouden met regenen en we vinden toch een redelijke plek om de auto’s te parkeren aan de rand van het meer. Na een hapje en een drankje rond het aangelegde houtvuur is het alweer 21 uur. |
De toegang en het wegrijden van en naar onze kampeerplaats was niet simpel |
In de heuvels rondom onze verblijfplaats horen we schoten en we hopen dat het alleen maar stropers zijn…
Uit dank voor de bewaking die we vannacht hebben genoten geven we een fooi aan de bewakers bij het naar buiten rijden van onze kampeerplaats. Ze zijn nu met vier en twee ervan zijn zwaar bewapend.
Guatemala City: “ here we come”
We zijn nu op weg naar Antigua - 280 km - en die koloniale stad ligt een 30 tal km verder dan Guatemala City, aan de voet van enkele vulkanen, waarvan een actieve. Omdat Guatemala City een niet al te beste reputatie heeft op het gebied van veiligheid aarzelen we nog welke weg we zullen nemen. Uiteindelijk kiezen we voor de korste weg en die loopt over, jawel, Guatemala City. Naarmate we verder Zuidwaarts rijden slaat het weer om en we krijgen zon. Nu loopt de weg door een ruw berglandschap en stijgt snel naar 1.500 meter. Het verkeer is druk en vrachtwagens zijn in de meerderheid, vrachtwagens met containers, brandstoffen of vol (over-)laden met meloenen. Gelukkig zijn er twee sporen voor het stijgend verkeer en naarmate we Guatemala City naderen rijden we nu op een nieuwe beton snelweg van uitstekende kwaliteit met twee rijstroken in de twee richtingen. |
|
Guatemala City is een chaos zoals we dat nu stilaan gewoon worden in de grote steden van Latrijns Amerika. Het in de stad binnen rijdend verkeer wordt voor een deel omgelegd door kleinere straten. Ook grote vrachtwagens nemen die weg wat fenomenale opstoppingen veroorzaakt als die mastodonten niet of nauwelijks kunnen manoeuvreren in de smalle straten van de stad. De stad is een wirwar van heuveltoppen die alle volgebouwd zijn. |
Het is sinds 1776 de hoofdstad van Guatemala nadat Antigua door een aardbeving in 1773 totaal werd verwoest. Ook Guatemala City is al een paar keer zwaar getroffen door aardbevingen.
In 1917-1918 compleet verwoest en daarna terug opgebouwd, deels in gekopieerde koloniale stijl. De laatste grote aardbeving dateert van 1976.
Eindelijk rijden we de stad uit over een zes rijvakken tellende boulevard. Het is volle spitsuur. Wij reizen nu alleen want de reisgezellen zijn we in het drukke stadsverkeer kwijt gespeeld. |
Het drukke verkeer in Guatemala City en de poluerende auto's |
|
Wij rijden nu op een snelweg die klimt tot een forse 2.300 meter. De afdaling naar Antigua dat op 1.500 meter hoogte ligt is zeer steil, twee rijbanen en iedere km een omhoog lopende uitremstrook. De 2,5 ton van de FJ moet ik onder controle houden door de automaat in tweede versnelling te blokkeren en daarbij nog zeer regelmatig het rempedaal in te drukken. |
La Antigua
Een koloniale stad in Zuid Guatemala, tot de administratieve hoofdstad van Spaans Amerika “Captaincy General of Guatemala” gemaakt door Conquistador Don Pedro de Alvarado in 1543, eerst onder de naam Santiago de los Caballeros . Ooit is dit de rijkste stad geweest van Spaans Amerika, in 1770 woonden hier 70.000 mensen. In 1773 werd de stad door een reeks aardbevingen totaal verwoest en vandaag zijn de vele ruines van kerken en andere gebouwen er de getuige van.
|
|
De stad ligt in een kom omringd door vulkanen waarop tientallen kleine Maya dorpjes zijn gebouwd. Ze is vol koloniale architectuur met huizen geverfd in okerkleur en bedekt met terracotta dakpannen. Het is een attractieve stad op de vele ruines na. |
Toerist politie.
Ook hier is veel politie op straat en het wordt ons ten stelligste afgeraden ’s avonds alleen in donkere straten te lopen. In de Av. St Lucia, de straat van ons hotel zijn alle winkeltjes binnen voorzien van een stevig hekwerk en zelfs het wasserijtje waar we ons linnen hebben naar toegebracht heeft zo ’n hekwerk met doorgeefluik.
Ons hotellletje is basic en heeft maar drie kamers en een dormitorio (gemeenschappelijke slaapplaats) maar het heeft wel draadloos internet. Airco of ventilator zijn hier (nu) niet nodig want vanaf 19 uur wordt het zelfs fris en ’s nachts valt de temperatuur terug tot enkele graden boven nul.
De FJ staat geparkeerd op het kleine binnenkoertje en om binnen te rijden moet de hotelbaas zijn winkeltje in de ingangspoort opzij schuiven. Er is dan links en rechts 5 cm plaats om binnen te manoeuvreren vanuit de drukke straat. Eigenlijk is dit geen bezwaar want we zijn van plan om hier vier nachten te vertoeven en we hebben de FJ niet nodig.
Dat ze in Guatemala de betere koffie hebben kunnen we beamen en ook vinden we gemakkelijk onze gading in een van de vele restaurants die de binnenstad rijk is. De keuken hier in Antigua is afgestemd op de toeristen maar we krijgen hier ook tortillas, mole die hier frigoles heet, enchiladas en elote. |
Op Asistur – de toeristen politie – kunnen we ons beroepen voor begeleiding en zo wandelen we nu naar een uitzichtpunt aan de rand van de stad vergezeld van twee in uniform geklede politiemensen. Prompt worden de auto’s gestopt door hun fluitsignaal als we een straat moeten kruisen. Er loopt een politieman vooraan en een achteraan. Een beetje gek zicht maar we voelen ons bijzonder veilig. |
|
Wij wandelden onder bewaking van de toeristenpolitie Barimbamuziek in Antigua |
De Zwitserse familie en Erik kamperen hier in Antigua op 10 minuten lopen van ons hotel. Er is wel geen kampeerterrein maar Asistur geeft hun welwillend toegang tot hun kazerne met groot binnenplein en daar mogen ze dan staan en de faciliteiten gebruiken, gratis!
|
Vuur
Waarom? Waarom wil iemand zoveel moeite doen om vuur te zien? Het kan niet zijn dat het om een gewoon vuur gaat, zoals brandend hout bijvoorbeeld, dat zoveel mensen geld veil hebben, of zelfs hun leven willen wagen om dat bijzondere vuur te kunnen zien van dichtbij. Waarom worden wij zo geboeid door “dat” vuur?
“Dat” vuur is wel heel bijzonder. Je kan het niet zomaar zien. Er zijn maar een beperkt aantal plaatsen op de wereld waar je met eigen ogen dat vuur kan zien en de verschroeiende hitte ervan kan voelen. En op zo ’n plek zijn we dan weer. En deze keer willen we het opnieuw meemaken. Dus schreven we ons in voor een excursie naar de top van de bijna 2.600 m actieve vulkaan “Pacaya”. |
|
De onvoorspelbare actieve vulkaan Pacaya is een van de 33 vulkanen die Guatemala rijk is. Recent heeft hij nog tonnen as gestrooid over Guatemala City 36 km verder. Hij spuwt nu constant as en geeft voeding aan een lavastroom.
Pacaya is niet een van de drie vulkanen die je kan zien in Antigua hij ligt iets verder naar het Oosten op een goed uur rijden van Antigua. |
We hebben besloten de bestijging te paard te doen kwestie van onze ledematen niet al te veel te vermoeien met de klim naar de top. Heen en terug zal 4 uur in beslag nemen en we zijn pas terug om 19u30 dus anderhalf uur na zonsondergang.
De Pacaya vulkaan.
We zitten u al bijna een uur op ons paard dat kranig door het dichte woud onze lijven naar boven brengt. Het gaat soms zeer stijl naar boven maar er zijn soms alle even steile, maar korte stukken traject, naar beneden. Het is een evenwichtsoefening per paard want we moeten ook nog rekening houden met de laag hangende takken van de bomen en het gebeurt al eens dat de paarden uitschuiven …Wij komen nu stilaan uit het dichte bos en kunnen nu de Pacaya kegeltop voor ons zien. Ok zeggen de paarden begeleiders tot hier gaat de rit, als jullie nog verder willen dan is dat nog 5O Quetzales meer per persoon.
Wij kiezen verder voor het gemak en nu zwoegen de paarden door de losse lava as. Rond ons zien we de toppen van twee andere vuurbergen die rond Antigua liggen, de actieve Fuego en de Agua beiden 3.765 m hoog. Een half uur later zijn we aan de laatste klim gekomen. Hier kunnen de paarden niet verder, we moeten nu wel te voet. Het paard rijden heeft de benen en knieën duidelijk vermoeid maar we zullen toch proberen de lavastroom aan de top te bereiken. |
Te paard na boven (gefilmd door Dirk)Te paard naar boven (gefilmd door Erik) |
|
Na 100 meter klim op losse lava as moeten we forfait geven. Zonder stokken schuiven we bij iedere stap een halve stap naar beneden. De wind blaast en het is koud, het wordt snel donker. Wij glijden terug naar de wachtende paarden en vangen de terugweg aan. |
|
Achter ons zien we nu duidelijk de gloeiende lavastroom die de rechtse flank van de Pacaya langzaam afloopt. Voor ons naast de snel ondergaande rode zon stoot de actieve Fuego pluim lavarotsen de atmosfeer in. We vergeten even de ongemakken en de koude en genieten van het overweldigend spektakel. |
Het volgende uur dalen we in het dichte woud terug af naar het basiskamp en vragen ons af hoe de begeleiders en de paarden het voor mekaar krijgen in het donker de vele hindernissen te nemen.
Goed en wel maar met stijve benen en koude ledematen – het is nog amper 10 °C – stijgen we van onze paarden en betalen de 400 Quetzales aan de behulpzame en vriendelijke paarden menners die ons terug, zonder ongelukken, naar benden hebben gebracht. |
Het zicht dat wij gemist hebben doordat we de top niet bereikten. Film gemaakt door Erik. |
Marimba en knalbussen.
Het is nu zondagmorgen, de FJ staat al op straat, vertrekkensklaar. We willen vandaag naar het meer van Atitlan 145 km westwaarts om daar ook enkele dagen te verblijven. Dietmar heeft uitgedokterd dat precies vandaag er een typische Maya markt is in het bergdorpje Chichicastenango, dat op slechts 14 km van de weg naar Panajachel aan het Lago Atitlan ligt. Het dorpje bereiken we nadat we de Panamerican CA1 hebben verlaten en een secondaire weg rechts oprijden. Op de CA1 die in heraanleg is hebben we honderden groepjes liefelijke Maya kinderen voorbijgereden en alle – alsof op commando - hebben ze ons toegewuifd. Zou dat nu hun zondagsvermaak kunnen zijn? Hier geldt dus ook “ de rijkdom van de armen is dat ze rijk zijn in bed”.
Niet veel verder moeten we de rijweg verlaten om een overdekt controle station op te rijden. Of we groenten of fruit bij hebben wordt ons gevraagd. Dat hebben we toevallig niet bij. Toch moeten we de beide deuren openmaken voor een visuele controle door de politie. We mogen terug de weg op met een “buenos dias”.
Het verkeer op deze weg is hier al even druk als de Panamerican. De bedekking is van uitermate slechte kwaliteit en…er zijn vele tumulos en tumulos. De laatste kilometer naar Chichicastenango moeten wij bij wijlen stijgingspercentages van ruim over de 20 % overwinnen en voor de VW Caravelle is dat een zeer lastige karwei met frequent terugschakelen naar 1.
Bijna in het centrum vinden we plaats om de auto’s te parkeren en er dient zich een toeristengids aan om ze te bewaken, mits betaling weliswaar.
We moeten niet ver lopen in de straatjes gevuld met kraampjes waar van alles wordt aangeboden of we worden opgeschrikt door het geratel van knalbussen. Op de kerktrappen hebben zich een aantal mannen opgesteld die de een na de andere knalbus tot ontploffing brengen. |
Feestgedruis op de markt van ChichicastenangoOnze Marina klonk hier zo |
|
De ene ploft een knalbus in een halve meter hoge metalen lanceerbuis en de andere steekt het vuur aan de lont. Er volgt een geweldige knal en soms gaat het spul een tiental meter de lucht in maar soms ook ontploft die op de grond vlakbij. Die lanceeractiviteiten worden dan af en toe eens onderbroken om een rits van aan elkaar gekoppelde knalbussen te laten ontploffen. Het lawaai dat hier wordt geproduceerd is ver boven de pijngrens maar dat schijnt hier niemand te deren. |
Naast de kerktrappen staat een podium waarop warempel een voltallig marimba orkest staat te spelen. Om toch enigszins hoorbaar te zijn tussen de knallen hebben ze een geluidsversterking opgesteld krachtig genoeg om de weiden met 80.000 man van Werchter van muziek te voorzien. Maar dat is nog niet alles want nog geen honderd meter verder op het dorpsplein ontdekken we nog zo’n orkest dat het beste van zichzelf probeert te geven door een even krachtige geluidsinstallatie. Het geluid komt wat vervormd door de luidsprekers maar er is niemand die zich daar aan stoort. Wat de oudere man, die voor het podium staat te dansen (waggelen), gedronken heeft kan ik niet achterhalen, maar het moet een straf goedje zijn. Degenen die niet meer kunnen dansen liggen dan soms midden in de steegjes hun roes uit te slapen…
|
Lago Atitlan.
Nadat we meer dan verzadigd zijn van geluiden hervatten we onze weg naar het kratermeer. Het meer ligt ook op 1.500 meter hoogte en is omringd door 3.000 meter hoge vuurbergen. De streek rond het meer staat ook bekend om haar hoog niveau van guerrilla activiteiten en banditisme.
We rijden naar Panajachel aan de oever van het meer. Na een steile afdaling vanaf Solola vinden we een op het eerste zicht wat troosteloos toeristenstadje. De camping die we betrekken ligt aan het meer en vandaar hebben we een machtig uitzicht over het meer en twee vuurbergen. De aanlegplaats van de overzetbootjes is vlakbij.
Deze regio is in 2005 bijzonder getroffen door de voorbijtrekkende orkaan Stan die vele aardverschuivingen ( landslides) veroorzaakte op de ontboste hellingen. Panabaj een dorp in de omgeving van Santiago Atitlan werd op een nacht totaal bedolven en meer dan 200 mensen verloren het leven. Het gebied 6 voetbalvelden groot werd door de President tot gemeenschappelijke begraafplaats verklaard.
We weten nog niet exact hoeveel dagen we hier willen blijven. Met Kerstdag in het vooruitzicht willen we ergens vertoeven waar wat te beleven is. |
Vanaf onze camping in de tuinen van het hotel San Tzanjuyu hebben we een prachtig uitzicht over het meer en op drie vulkanen. Aan de overkant van het meer zien we het dorpje San Pedro la Laguna liggen aan de voet van de vulkaan Pedro.
Het is ondertussen 16 uur geworden en we zetten de drie wagens zo dat we zo weinig mogelijk gestoord kunnen worden.
De temperatuur is aangenaam in de zon maar van zodra het donker wordt koelt het snel af. |
|
Bij valavond stapelen zwarte wolken zich rond de toppen van de vulkanen en de achterliggende zon zorgt voor een adembenemend spektakel dat constant wijzigt.
We hebben uiteindelijk besloten om hier tot Kerstdag te verblijven en kerstavond hier te vieren. Dus slapen we hier vier nachten. |
Maïs en Mayas.
De dorpjes rond het meer zijn gebouwd op de steile hellingen van de kraterranden. Rond de dorpjes zien we maïs aanplantingen tot hoog tegen de steile hellingen aan. De oude Maya cultuur, die hier nog sterk aanwezig is, gaat ervan uit dat de mens geschapen is uit maïs. Maïsveldjes worden afgewisseld met koffiestruiken en bananenbomen.
Weinig zin voor orde en organisatie, gebrek aan hygiëne … ook Guatemala ontsnapt er niet aan. “ No tirar basura” of “geen vuilnis werpen” staat zeer regelmatig op borden langs de weg of zelfs langs de oevers van het meer… |
We lopen nu, na een boottrip naar het dorpje Santa Cruz la Laguna langs de oevers van het meer. Het padje loopt door kleine akkers met koffie aanplantingen afgewisseld met stroken waar ajuin en andere groente wordt geteeld. We moeten oppassen de plantjes niet te vertrappen want de veldjes van de landbouwers hier, lopen tot in het meer. Tussen de groenten op de velden aan de rand van het water ligt het vol plastiek en vooral veel kinderschoentjes…Ik kan me niet voorstellen dat die hier groeien.. |
|
Hier wandelen normaal geen toeristen maar het pad dat we volgen is een short cut naar het volgende dorp aan de oever van het Atitlan meer. De vele landbouwers die we tegenkomen begroeten ons alle zeer vriendelijk, we hoeven dus niet bang te zijn. Het verhaal gaat hier dat een Japanner ooit werd gelyncht omdat hij een foto van een klein kindje wou nemen. In feite had hij het kind opgepakt nadat het was gevallen en dachten de Maya’s dat hij het kind wou kidnappen. |
Processie van de plaatselijke taxi's (tjoektsoeks) ter gelegenheid van Kerstdag
|
Hoe de Mayas appelsienen pellen |
Kerstavond.
24 december is het nu, en vanavond hebben we gereserveerd in het restaurantje aan de rand van onze camping. De kerstsfeer wordt ook in Guatemala gecultiveerd. 60 % van de bevolking is Rooms katholiek. Het is wat wennen kerstbomen en de kerstversieringen te zien in tropisch gebied, maar het is duidelijk dat Kerstavond hier zal gevierd worden. Al de hele week zijn knallen en vuurwerk te horen maar het is pas om middernacht dat de hel (hemel) losbreekt. Gedurende een half uur is er geen seconde stilte meer. Vuurwerk verlicht de donkere hemel en zelfs aan de overkant van het meer in San Pedro la Laguna is het vuurwerk te zien dat weerspiegelt in het rimpelloze water van het meer. |
Feliz Navidad! |
|
Zalig Kerstfeest |
De rit naar de hemel en de Quetzal.
Donderdag morgen 25 december 8 uur, de zon staat al krachtig te schijnen als we ons laatste ontbijt aan de rand van het meer nemen. Vandaag vertrekken we. Erik gaat voor enkele dagen – einde jaar - terug naar Europa en moet daarom terugrijden naar Tuxtla in Mexico. De Zwitserse familie wil eerst nog warmwaterbronnen ten Zuiden van Quetzaltenango opzoeken. Wij gaan ook naar Quetzaltenango waar we een nacht willen verblijven om dan richting Antigua en Guatemala stad, naar El Salvador verder te reizen, over de CA1.
Op de kampeerplaats plooit ook de Duitse hotelbus op. 26 Duitsers zijn hier sinds drie dagen neergestreken in een grote Mercedes hotelbus. Vooraan de bus zijn de zitplaatsen, achteraan de cassette slaapplaatsen. De bus heeft verder alle voorzieningen om te kamperen. Ze zijn twee weken onderweg geweest vanuit Mexico DF en willen over drie weken de eindbestemming Panama stad bereiken. De 60tigers die met de bus reizen hebben elk een taak en ik kan niet weerstaan aan de gedachte “ Befehl ist…” bij het horen van de taaktoewijzingen die de chauffeur van de bus, geeft.
Erik wil al vroeg in Quetzaltenango aankomen, maar wij willen nog eerst de ronde van het meer doen. |
|
Vanuit Panajachel moeten we eerst naar Solola dat zo’n 600 meter hoger ligt. 20 km verder richting Pan American is er een kleine afslag terug naar het meer. Wij rijden nu op een kleine secondaire weg terug richting Lago de Atitlan. Maar eerst moeten we nog klimmen tot 2.900 meter. De weg loopt door een dicht tropisch woud in een sterk geaccidenteerd berglandschap. De afdaling naar het meer is steil, zeer steil tot 30 % en het is dus meer dan opletten geblazen. We worden wel regelmatig verrast op prachtige vergezichten op het meer. |
Langs het meer rijden we door de steile en hobbelige straten van de dorpjes en na San Pedro la Laguna ronden we de basis van de vulkaan in een nationaal park. De weg is hier nieuw en het valt op dat er geen verkeer is. Wij wijten dat aan Kerstdag en het feit dat er overal uitbundig werd gevierd. We hebben trouwens heel veel mannen aangetroffen zittend of liggend aan de rand van de weg en nog half beneveld in de armen van Bachus.
Plots eindigt de asfaltweg en duiken we razend snel in een bos op een smalle piste. Ik zet de FJ voor alle veiligheid in landversnelling en 4 wielaandrijving. De FJ is hier in zijn biotoop en niettegenstaande de opduikende schrik van een overval genieten we van dit off road spektakel. De uitbundigheid stijgt ten top als plots een Quetzal onze weg kruist. Vroeger dan we konden verwachten zien we deze zeldzame vogel met lange staart die het symbool is van Guatemala. 30 km verder komen we terug uit het bos en wordt de piste beter. We naderen Santiago de Atitlan.
De hele tocht rond het meer heeft bijna vijf uur in beslag genomen en we zijn terug in Panajachel. |
De CA1 richting Quetzaltenango is hier ook nog volop in heraanleg, we stijgen tot 3.000 meter en genieten van de dramatische vergezichten met hier en daar de perfecte kegels van tot 4.000 meter reikende vuurbergen.
Afscheid.
De tweede grootste stad van Guatemala ligt voor ons met erachter een geweldige vulkaan. Wij rijden nu naar het centrum van de stad en het hotel Villa Real Plaza, dat we er betrekken, ligt op de Plaza Mayor. De FJ past op 1 cm na, in de hoogte, in de garagepoort van het hotel nadat Lieve en de bell boy eerst op de achterbumper hebben post gevat om hem wat extra te belasten.
Het is koud in de stad en ook in het hotel en we besluiten dan maar vroeg te gaan slapen. We hebben een laatste diner met Erik genoten, bij een Italiaan om de hoek, en nemen nu afscheid. Bijna twee maand hebben we samen gereisd en de off road avonturen in de Barancas del Cobre zullen we beiden niet snel vergeten evenmin de andere 8.000 km. Het was fijn!
Quetzaltenango.
De warmwater zwavelhoudende bronnen in Zunil op 14 km ten Zuiden van Quetzaltenango hebben we niet bezocht. De reeks lelijke betonnen gebouwen in de wijk Los Baňos moeten de klanten lokken voor een weldoend bad. Wij hadden alleen oog voor het spectaculaire landschap er rond en het drukke chaotische verkeer in het dorp. Zunil leeft van de groenteteelt en dat zie je want zwaar beladen pick-ups rijden op en aan of blokkeren het doorgaand verkeer om te lossen. Het dorp ligt op 2.086 meter en is omgeven door 4.000 meter hoge vulkanen, voldoende elementen voor een machtig schouwspel!
We moeten terug naar Quetzaltenango om verder Oostwaarts te rijden, richting EL Salvador. Na Quetzaltenango nemen we de CA2 en die ligt Zuidwaarts van de CA1 die over de hoge bergen loopt. De CA2 is druk en loopt door vele dorpen. Niet in elk dorp maar toch worden we opnieuw sterk geremd door de “tumulos” die her en der het verkeer trachten te vertragen.
Het is een kleine omweg maar we besluiten om de nacht door te brengen in Antigua. Wij zijn nog 25 km van Antigua als het begint te plenzen. We houden ons voor om in Antigua bij Asistuur te kamperen maar met die regen? Na het oversteken van de bergketen die tussen de twee vulkanen Agua en Fuego ligt, is de lucht helder blauw en Antigua baadt in de avondzon. |
We reden in Guatemala 1650 km |
|
|
Voor de vertaalde pagina's: De kleine foto's kunnen alleen vergroot bekeken worden vanuit de oorsronkelijke pagina. |