Bevolking

De oorspronkelijke bewoners van Uruguay waren de Charrúa, een nomadisch indianenvolk die leefde aan de oevers van de Río de la Plata. Van dit volk zijn er nauwelijks afstammelingen overgebleven. Gedurende de komst van meer Europese kolonisten werden vele leden van het volk vermoord of geïntegreerd in de koloniale culturen. Vele van de overgebleven Charrúa werden in 1831 door de toenmalige Uruguayaanse president José Fructuoso Rivera en zijn gevolg vermoord, nabij de Salsipuedes-beek. Weinigen wisten dit te overleven. Wel hebben veel Uruguayanen een verre voorouder afkomstig uit dit volk.

Maar toch zijn Uruguayanen voor het grootste deel nazaten van immigranten uit diverse Europese landen, waarbij de nakomelingen van Baskische en Italiaanse immigranten overheersen, maar ook een kleinere groep Britten, Duitsers, Fransen, Zwitsers, Russen, Portugezen, Polen, Bulgaren, Hongaren, Oekraïners, Litouwers, Esten, Letten, Nederlanders, Belgen, Kroaten, Grieken, Scandinaviërs, Ieren en Armeniërs. Verder zijn er veel mestiezen en er komen minderheden van zwarten (6% van de bevolking) voor. Uruguay is in de 16e tot en met 18e eeuw een Spaanse kolonie geweest. Spaans is de officiële taal. Uruguay heeft, net als Chili, Paraguay en Argentinië, een meer westerse cultuur dan andere Latijns-Amerikaanse landen. Uruguay telt 3.460.607 (2007) inwoners. Het land is in hoge mate geürbaniseerd; ongeveer 90% van zijn inwoners woont in steden, waarvan 50% in de hoofdstad. Het land heeft een hoge alfabetiseringsgraad en kent goede sociale structuren met een gemiddelde levensverwachting van 75 jaar, na Chili de hoogste van het continent.