Weg uit Mongolië.
Wij zijn op zaterdag 20 augustus de grote leegte buitengereden. Zo zouden we Mongolië kunnen definiëren. Het 19de grootste land ter wereld telt minder dan 3 miljoen inwoners. Van Oost naar West is de afstand ongeveer 2200 km en van Noord naar Zuid 1200 km, het grootste deel van het land bestaat uit steppe, met bergen in het westen en het noorden en de Gobi woestijn in het zuiden. Al 800.000 jaar geleden bewoond door de homo rectus en sinds 40 miljoen jaar door de moderne mens. In de grotten van Tsenkher zijn getuigenissen in de vorm van okergele rotstekeningen te zien die 20.000 jaar oud zijn. En toch moet het land er ten tijde van Chinggis Khan in de dertiende eeuw er uit gezien hebben als vandaag met uitzondering van de wagenbanden sporen die het hele land doorkruisen. De rit van Ölgyi naar de grens met Rusland is slechts 100 km. Hij begint op asfalt, maar 30 km verder verandert de baan in de typische Mongoolse pisteweg(en) en gaat naar 2.600 meter hoog. Op ongeveer 40 km van de grenspost met de Republiek Altai ligt nog een klein meer en een dorp met de naam Tsagaannuur.
|
|
Doorheen dit betoverend landschap verlieten we met spijt Mongolië. |
Eerst zijn er de gebouwen van de Mongoolse grensdiensten – wij zijn opnieuw 2.500 meter hoog- en ruim 20 km verder westwaarts zijn er de Russische.
We mogen binnen achter het metalen hek van de Mongoolse grenspost en er wordt gewezen in welk gebouw we moeten zijn voor immigratie en douane. Er staat een stevige koude wind als we de trap opstijgen naar het eerste verdiep voor het vervullen van de grensformaliteiten. Een man achter een bureel in een klein bureau wenkt ons en als we binnen zijn vraagt hij de deur te sluiten. Een wat vreemde bedoening maar al gauw wordt duidelijk dat deze beambte erop uit is wat extra geld te verdienen. Hij wil weten of we nog Tugrik hebben om te wisselen tegen een andere munt. We moeten hem teleurstellen. De andere collega’s zijn minder inhalig hoewel de douane toch wel zeer nieuwsgierig is.
Na een eerste Russische controlepost moeten we 15 km verder. De weg is asfalt en leidt ons naar diensten van Rusland. Eerst betalen om de wagen te ontsmetten en dan… wachten. Het is 12u35 en de grens is gesloten tot 14 uur. Ter informatie de grens is slechts open van 9 to 12 en van 14 tot 17 uur, op zondag is hij gesloten.
De rustpauze heeft wat langer geduurd en om 14 u 06 wordt het hekken opengezwaaid en mogen we binnen. Vijf minuten later komt de vrouwelijke politiebeambte pas in haar loket en vraagt stuurs naar onze paspoorten en de autopas. De rest van het personeel is heel wat vriendelijker. Ze zijn benieuwd over onze expeditie en staan met zijn allen om de FJ naar de wereldkaart op de deuren te kijken. |
|
Het mooie en ruwe Altai gebergte |
Geen uur later zijn we definitief op Russische bodem. De weg is nog steeds asfalt, er zijn wegmarkeringen en er zijn signalisatieborden. Na al die weken rondgereden te hebben in een land zonder enige signalisatie is dat erg opvallend.
Hoe verder we rijden hoe meer we het gevoel krijgen een beetje thuis te komen. De huisjes in de dorpjes zijn nog wel opgetrokken in hout maar we zien geen Gers meer en de wagens zijn iets nieuwer maar ook overwegend tweedehands uit Japan met het stuur rechts.
Het landschap wordt ook compleet anders. Grote rotsformaties en naarmate we vorderen hoge bergen die een steeds nauwere kloof vormen. Het is koud, slechts 6° en het ziet ernaar uit dat het gaat regenen. Plots is er metaalgeklapper te horen op het bagagerek. Ik stop en moet vaststellen dat we twee van onze drie Jerry cans missen. Alleen de riem hangt nog aan de staven van het bagagerek. 22.000 km op soms archieslechte wegen zijn ze blijven staan en nu op gladde weg… Ik vermoed dat de lage temperatuur de plastiek bussen heeft doen krimpen en de druk binnenin doen verminderen zodat ze minder klemden tussen de spanbanden. Ze zijn nu een leuke aanwinst voor de vinder. |
|
We reden over een heuse hangbrug |
Voor meer foto's over het Altai gebergte klik hier |
Door de Altai.
De Republiek Altai is niet groot (92.600 km²) en telt maar een goede 200.000 inwoners. Het is een bergachtig gebied in het midden van Azië. 7.000 meren en 60.000 km waterlopen en ruwe bergen met diepe en smalle kloven. Er is een continue seismische activiteit. De gemiddelde jaartemperatuur +1 tot -6,7 °C.
Waar we in Mongolië nog konden genieten van aangename dagtemperaturen – ’s nachts slechts 6°C – komen we hier in de herfst terecht met een temperatuur van minder dan 10 °. Tot overmaat is het gaan regenen. We moeten een hotel vinden want kamperen, zit er niet in. Na wat zoeken vinden we in Actaw een klein hotelletje, met een zure bazin. De kamer is goed en er is verwarming maar geen restaurant voor ontbijt of avondmaal. De regen heeft opgehouden als we op zoek gaan naar een plaats waar we kunnen eten. Er zijn geen geplaveide straten in het stadje en op de aardewegen staan de putten vol water. Tot onze verbazing is de berg wat verder noordwaarts van boven tot onder bedekt met verse sneeuw. |
|
Verse sneeuw op de bergen niet zo ver van ons vandaan |
Naast de hoofdweg ziet lieve een koe die en groene Lada voorttrekt. Bij nader zien is het de Lada die de koe drijft. Op minder dan 1 meter van de achterpoten drijft hij het beest vooruit. De koe kent geen wegen en de Lada moet dus van de groene strook naast de weg over de berm de straat op…
Wij hebben kunnen douchen met warm water, de bagage zit terug in de FJ, de zon schijnt. Wat willen we nog meer? Ontbijten natuurlijk. Het brood hebben we ondertussen gevonden in een kleine winkel bij het verlaten van het stadje. We zullen picknicken maar daarvoor moet het toch wat warmer worden. |
|
We genoten van ons ontbijt in een schitterend decor |
Uit de wind, in de zon, een uitgebreid ontbijt aan de rand van een klif met beneden een kolkende rivier, eenmalig! En een babbel met Philippe, hoofdingenieur bij Nissan Rusland. Hij is helemaal van Moskou naar hier gekomen met twee Nissan Pathfinders om die hier te testen. Bij het afscheid maant hij ons aan hem te contacteren mochten wij in Rusland ergens een probleem hebben. Dank je Philippe en Serge!
De weg naar Barnaul is nog 600 km maar door dit landschap toeren is een waar genoegen en haast hebben we niet. Ons transit visum is nog 6 dagen geldig en zo ook onze autoverzekering.
Naast de bergrivier die we al een heel eind volgen is er een grasstrook met vandaaruit opstijgende rookpluimen. Dat moet een BBQ plaats zijn en misschien ook een goede kampeerplaats.
Er liggen warempel nog houtblokken voor een kampvuur, op de plek waar we onze FJ hebben gesteld, op twee meter van de oever. Perfecte plaats om de nacht door te brengen en de lucht, is nog stralend blauw om 18 uur.
Waarom het midden in de nacht is gaan regenen is een raadsel. Maar blijkbaar is zoals in Mongolië het weer hier ook zeer wisselvallig. En het blijft regenen! We moeten dus nat opplooien en ergens anders ontbijten.
De regen heeft ons 250 km vergezeld tot in Biysk, nog een laatste onweer en daar is de zon. Nog 100 km naar Barnaul. Hoewel de wegsignalisatie in Rusland onberispelijk is zijn de meeste chauffeurs hier niet van onder de indruk. Voorbijsteken over witte lijnen, in bochten zonder overzicht of voor de top van de berg…niemand schijnt daar een probleem mee te hebben. |
|
En daar staat Lenin weer te pronken op het plein |
Barnaul, is het administratieve center van de Altai Krai en is 602.000 inwoners groot. De temperaturen kunnen er gaan van -40° tot plus 40 °C. Het is de stad met de grootste en meeste munitiefabrieken van Rusland. In het centrum van de stad, op een zijde van de grote binnenplaats met Lenin standbeeld, staat een vroeger Russisch hotel Het is volledig gerenoveerd en we hebben er een kamer met uitzicht op het grote plein met Lenin.
Op 1 september herstarten ook in Barnaul de scholen. Wij zetten na drie nachten verblijf hier, onze reis verder naar Kazakhstan richting Zuid West. Al gauw rijden we tussen immense rijpe korenvelden waarop volop wordt geoogst. Hoe verder we zuidwaarts rijden hoe meer de temperatuur oploopt het is al 28°!
De laatste Russische stad Rubtsovsk, 20 km voor de grens, een stad met 140.000 inwoners, ziet er van ver uit als een verlaten stad. Dat komt doordat er tal van vervallen fabrieksgebouwen aan de rand van de stad staan. Het geeft een troosteloze indruk. In deze stad is de echtgenote van Gorbachev geboren.
Nog nooit zijn we op deze trip zo snel over de grens gekomen in minder dan een uur. Wat een prestatie. De laatste bareel zwaait open we zijn terug in Kazakstan. |
We namen afscheid van Rusland - Western Siberië - Zuid Siberië met de Altai republiek ......hopelijk zien we je ooit eens terug. |
|
Voor onze juiste route zie op de beginpagina onder: Our route - GPS tracks of klik hier |
|