De grens van Tajikistan en de douane
De beambten aan de grensposten van Uzbekistan zijn duidelijk die van de zondagdienst! Het gaat traag, tergend traag. En Lieve is voor de eerste maal lijfelijk gefouilleerd! Die van Tajikistan zijn iets minder langzaam maar ook hier duurt het langer dan we gewend zijn. De douane vraagt mij 35$. Ik probeer te weten te komen voor wat dit moet dienen en dan laat hij zijn rekenmachine zien met 25 erop. Dus nu nog 25$! Voor wat? Veel communicatie is niet mogelijk want de Internationale grenspost beambten spreken enkel Russisch als vreemde taal! Enfin, ik krijg een document in het Tadjieks waar ik geen jota van begrijp en vertrek met dat document naar een laatste controlepost. Opnieuw wordt in een register alles manueel nog eens ingevuld en ik mag vertrekken. Twee en een half uur, dat is wel de langste grensovergang die we tot nog toe hadden.
|
|
We rijden in Tajikistan. |
Wij rijden met zeer matige snelheid richting hoofdstad Dushanbe. Een 40 kilometer en we zijn in de stad. Maar alweer een registratie checkpunt. Dus ook hier in Tajikistan de registratie controles langs de weg. De paspoorten worden geregistreerd in dikke boeken. Voor de toeristen is er een boek apart. Ook de autodocumenten worden geregistreerd. Tot nog toe heeft geen enkele controlepost gemerkt dat de FJ ingeschreven is in Texas en niet in België!
Ik wil vertrekken en hoor een politiefluit. De man die mij naar de controlepost aan de overkant van de straat heeft begeleid doet teken en wijst naar een zwarte sedan. De man uit de sedan komt naar mij toe en toont zijn legitimatie kaart. Ik meen de man te herkennen als de douanier – zonder uniform – die mij de 25$ vroeg aan de grens. Ik moet mee naar zijn auto. Hij tatert in het Tadjieks en ik begrijp dat hij nog altijd de 25$ wil. Waarom, probeer ik hem te verstaan te geven? Hij wijst naar de benzinemeter van zijn auto. Haalt zijn rekenmachine boven en nu staat er 100 op. 100$ moet ik nu. Nergens heb ik gelezen dat de douane een of andere belasting heft en op het Tadjieks document dat de douanier me nu heeft afgenomen samen met de autodocumenten, staat geen enkel bedrag vermeld. Cijfers kan ik tenminste ook in het Tadjieks lezen. Ik moet 20 kilometer terug met hem naar de douanepost, nadat ik hem heb gevraagd om een ontvangstbewijs als ik zou betalen. Ik word wat bitsig en zeg hem dat ik niet terug rij en stap uit zijn auto terug naar de FJ. Hij komt mij achterna en door het openstaande portierraam gaat de discussie nog wat verder. Ik maak duidelijk dat het mij niet kan schelen – het autodocument is een kopij – en zeg hem dat ik bij de ambassade wil informeren. Daarop geeft hij mij de twee documenten terug en ik stuif weg richting Dushanbe (niet achtervolgd door de zwarte sedan).
|
|
Dushanbe is een groene stad. |
Voor meer foto's van Dushanbe klik hier |
Reis naar het dak van de wereld?
Dushanbe is alweer een Russische stad. Brede lanen met veel hoge bomen en grote parken. Ten Noorden van de stad achter de Amerikaanse ambassade moet ons hostel te vinden zijn. Maar we rijden nu al een half uur in een wirwar van smalle straatjes zonder succes. Het staat wel in de reisgids dat het onmogelijk is zonder hulp 'Adventurers Inn' te vinden. We zijn er dicht bij, maar waar is het potdorie? De mensen aan wie het vragen kennen het niet zelfs de straatnaam is hen onbekend.
De residentie van de Amerikaanse ambassadeur was inderdaad het referentiepunt maar tussen het hostel en die plaats loopt een rivier. Over een loopbrug kom je erover met de auto een hele omweg!
Het Equadoriaans restaurant met de naam Salsa was maar op loopafstand van onze slaapplaats daar moesten we naartoe gisterenavond. Het eten was er ok en de muziek was inderdaad salsa, we waanden ons effen terug in Latijns Amerika.
Maar nu zitten we met een probleem. De FJ staat in de tuin van het hotel achter een gesloten poort en we hebben de sleutels niet van het hangslot op de poort. Het is al 11 uur en we wilden vandaag tot in Kailaikhum geraken ongeveer 250 kilometer ver! Dat zal dus niet meer mogelijk zijn, dat wordt kamperen.
|
|
Op weg naar de Pamir |
We zijn de stad uit en de M41 slingert door het landschap, snel gaat het niet meer. Het decor wordt steeds interessanter en zeker nu we in een kloof komen met rechts een rivier. Maar het wordt ook later en in Tajikistan is de klok een uur achteruit ten opzichte van die van Oezbekistan of Kyrgyzstan. Dus om zes uur zal het pikdonker zijn.
De slaapplaats was weeral een 5 sterren. Over een bruggetje konden we aan de overzijde van rivier geraken en op een plaat,s een vijftal meter hoger dan de stroom, was er voldoende plek om de FJ horizontaal te stellen ver genoeg van de eerste huisjes om geen opdringerige pottenkijkers te hebben bij het klaarmaken van het avondmaal met wijn. Wij zijn ook hier in een Moslimland en enige gereserveerdheid is wel nodig.
|
|
Tanken doen ze hier zo. |
|
Het mooie Pamir gebergte |
Voor meer foto's van onze weg naar de Pamir
klik hier |
Een gevaarlijke weg.
Op onze tweede dag, donderdag 27 september, in de Pamir zijn we wat vroeger dan gewoonlijk op pad. De piste was gisteren al hier en daar van mindere kwaliteit, bochtig en smal met links verticale rotswanden en rechts een gapend ravijn met onderaan de kolkende rivier. En er rijden betrekkelijk veel vrachtwagens. Hoed af voor deze expert chauffeurs die millimeter precies moeten laveren tussen de afgrond en de rotswand en steile hellingen op en af moeten of redelijk korte bochten moeten nemen. Gelukkig zijn af en toe wat bredere stroken zodat voorbij steken en kruisen mogelijk is zonder al te veel adrenaline.
We stijgen snel in een smalle kronkelende kloof met steeds de rivier onderaan. In een dergelijk lange canyon met bijna verticale hoge rotswanden hebben we nog niet gereden. We zijn al bijna op 3.000 meter hoog en hier gaat het landschap wat open. 300 meter hoger en 4 kilometer verder zijn we aan 3.300 meter het hoogste punt van deze pas en nu gaat het op een stofferige piste snel naar beneden. 20 kilometer eerder op 3.300 meter nu opnieuw tussen de rotskloven op slechts 1.250 meter. |
|
Daar ligt onze weg..... |
|
Spectaculaire weg |
Hier liggen nog landmijnen.
Hier en daar staan borden langs de weg die aanduiden dat er rechts van ons landmijnen liggen ook zijn er borden die aangeven dat Zwitserse ontmijningsdiensten, opgericht door een Duitse organisatie, actief zijn met het ontmijnen van het gebied. We hebben ondertussen ook al een slachtoffer gekruist een man op houten krukken met slechts een been. Nog geen twintig jaar geleden, na de val van de USSR, staken de oude clantwisten de kop weer op. 60.000 mensen verloren het leven en een half miljoen moesten op de vlucht. In 92 en 93 hebben de Russen militaire controleposten langs de grens geïnstalleerd in een poging de regio tot rust te brengen
Opnieuw een wegblokkade. Alweer moeten we ons registreren! Nu is er een bijkomende check. Hebben we wel de nodige toelatingen om de Pamir te bereizen? De klus is zo geklaard, we mogen door, we hebben de goede vergunningen in onze pas. |
|
Opgepast, hier liggen nog mijnen |
Naar de grens met Afghanistan.
We naderen de Afghaanse grens en van Afghanistan komen opium en heroïne. De Tadzjiekse antidrug brigades zijn de kampioenen in het onderscheppen van drugstransporten. Zij onderscheppen ruwweg geschat 90% van alle drugs die onderschept worden in Centraal Azië. Men schat dat 100 tot 200 ton gesmokkeld wordt langs de 1.300 kilometer lange grens met Afghanistan. Zeer regelmatig kruisen we nu patrouilles van drie militairen op een afstand van 10 meter van elkaar lopend met machinegeweer in aanslag. In modern Centraal Azië zijn zijde en specerijen vervangen door Lada’s en treinladingen vol met heroïne. De zijderoute wordt hier een opium highway.
We zijn in Kailaikhum aangekomen, hier komen we aan de Afghaanse grens waar we nu een goede 200 kilometer zullen langs rijden.
De overzijde van de rivier is Afghanistan. Met regelmatige tussenpozen passeren we kleine oases aan de boorden van de rivier. Eenmaal liggen die in Tajikistan een andere maal is dat in Afghanistan. Aan de Afghaanse zijde is er geen grote weg, enkel een ezelpad loopt op en af de steile bergwanden langs de rivier. De huisjes zijn opgetrokken in leem en zijn bijna onzichtbaar op afstand omdat de kleur van de lemen bouwstenen dezelfde is als de grond waarop ze staan. We rijden steeds meer militaire patrouilles voorbij. Ze patrouilleren hier 24 op 24 uur. Het landschap blijft boeien en verrassen maar tegelijk heb ik alle aandacht nodig om de piste waarop we rijden goed in het oog te houden. Fouten zijn hier niet toegelaten.
|
|
Langs de overkant van de rivier ligt Afghanistan. Hier zien we mensen lopen op ezelspaden |
Voor meer foto's van onze weg door het Pamir gebergte klik hier |
Wij hebben geluncht in Kailaikhul op een terras aan de rivier. We hoeven dus niet lang voor donker te stoppen. Een uitgebreid diner klaar maken is niet meer nodig. Alweer een controlepost! Uitstappen en registreren. Terwijl ik met de reispassen aan het loketje sta in het hutje naast de weg komen de militie een kijkje nemen naar de FJ. Door het openstaande raam heeft er een ontdekt dat hij de audio-installatie harder kan zetten door op een van de knopjes op het stuurwiel te drukken. Er heeft zich ondertussen ook een burger bij het groepje gevoegd. Als ik terug aan de FJ kom krijgen we resoluut de vraag “ acuda?” Vanwaar zijn jullie? “Germania?” No, no Belgie, zeg ik dan en wijs naar het kleine stipje op de wereldkaart op de deuren van de FJ. De burger wil dan tonen waar Tajikistan ligt. Maar met zijn vinger zit hij in de omgeving van Soedan in Afrika.
Ondertussen wordt het stilaan donker en veel verder zullen we niet kunnen rijden. Na de controlepost is er een asfalt weg naar links en aardeweg schuin naar rechts! Het is die naar rechts die we op moeten, dat is de M41, de Pamir Highway. |
|
Ons potje koken op 2780 m |
Het dak van de wereld.
In een kleine zandgroeve met zicht op de vallei met de politiecontrolepost en de bergen rondom, hadden we gisterenavond opnieuw een 5 sterren slaapplaats onder een spectaculaire sterrenhemel. Geen maan en in honderden kilometer rondom ons geen overdaad van licht. Het weinige licht dat er al was in het dorpje beneden werd uitgeschakeld om 20 uur!
We rijden over een kleine pas en komen terug in de canyon met de rivier langs de Afghaanse grens.
De militairenpatrouilles zijn present. De late zomerzon is opnieuw van de partij en werpt lange schaduwen op de bergflanken. De temperatuur is al opgelopen tot 14°, we zijn terug op 2.000 meter hoog en rijden richting Khorog. In dat stadje – 27.000 inwoners groot –werd door de Aga Khan in 2003 200 miljoen dollar geïnvesteerd om een van de drie campussen op te richten van de Universiteit van Centraal Azië. Khorog heeft daardoor een van de slimste en best opgeleide bevolking van Centraal Azië. Khorog is de hoofdstad van de autonome regio Badakhshan.
De Pamirs zijn een smeltgroep van verscheidene etnische groepen en clans die dan ook nog vele verschillende talen spreken en behoren tot verschillende islamstrekkingen. Dat heeft in het verleden geleid tot vele clashes waar de Russen hun handen mee vol hadden. Na het uiteenvallen van de USSR is het in 1992 tot een burgeroorlog gekomen. Nog steeds zijn er politieke spanningen.
|
|
Khorog |
Khorog.
Tussen de hoge rijen populieren rijden we de langgerekte stad langs de Ab-I-Panj rivier binnen. Het valt op, de stad is modern. Dat hebben we sinds Duschanbe, 500 kilometer geleden niet meer gezien We willen hier wel even verpozen maar ons tijdschema is strikt we moeten maandag terug in Bisjkek zijn – onze visa en papieren je weet wel – en dat is nog een goede 1.500 kilometer ver met nog een zestal passen te overschrijden waarvan drie van meer dan 4.500 meter! We kunnen ook niet langs de mooie zuidelijke route nog verder langs de grens met Afghanistan. Deze route langs de Wakhan vallei is het ganse jaar open hoewel die door politieke onlusten in 2009 voor een tijd werd gesloten.
We hebben net aangenaam verpoosd bij een glas Baltika 7 bier, samen met Sabrina en Andy uit Rotterdam. Andy is geboren Antwerpenaar maar werkt nu bij de concurrentie! Zij zijn uit Zuid China vertrokken met gehuurd voertuig met chauffeur en zijn ook op doortocht door de Pamir.
|
|
Dit is een San Marco Polo schaap |
Corrupte politie.
We zijn net buiten de stad en weeral een registratiepost. Ik moet wachten met de passen in de hand, want de politieagent die het schrijfwerk moet doen is wat verder aan de praat met een autochauffeur. Ondertussen heeft zich bij de tweede politieman een vrachtwagen chauffeur aangemeld. Hij steekt zijn paspoort uit in de richting van de agent. Deze opent vlug de pas vindt er bankbriefjes, steekt die in zijn broekzak en geeft de pas terug. De vrachtwagen mag door. Inmiddels is de andere agent terug bij zijn kantoortje ik moet mee binnen. Nadat hij de passen heeft gecontroleerd maakt hij mij duidelijk dat onze toelating om in de Pamir te rijden enkel geldt als we de zuidelijke route nemen en niet deze van de M41. Onzin natuurlijk! Maar hij blijft aandringen ik kan verder maar ik moet extra 20$ neertellen! Geen haar op mijn kop dat eraan denkt toe te geven aan de druk van de man met het uniform. Het is moeilijk communiceren want hij kan naast de lokale taal van hier wel Russisch maar geen Engels. Mijn “njet” schijnt hij toch niet te willen begrijpen evenmin als mijn “no”. Ik word kwaad en zeg hem dat ik terugkeer en naar de politie ga. Daarop geeft de man mij onze paspoorten terug en zegt dat ik kan doorrijden.
We zijn 50 kilometer verder en 2.800 meter hoog. Het is nog slechts 17° en we zijn op zoek naar een kampeerplaats. Een dorp aan de andere zijde van de rivier en een inham in een klif lijkt ons geschikt om te overnachten.
We worden wakker geklopt. “Helloo.” De zon is net boven de bergen verschenen het is nog geen 8 uur. Een man in politie-uniform en een andere in burger vragen onze paspoorten. De man zonder uniform spreekt een paar woorden Engels en probeert ons duidelijk te maken dat we niet de juiste vergunning hebben. Dat verhaal ken ik al van gisteren. Ik bejegen de man nors maar Lieve wil toegeven. Finaal hebben we de “zogenaamde boete” van 20$ toch betaald zeer tegen mijn zin. Wij kregen in ruil een officieel uitziende A4 met de reden van de boete. Dat is dus niet direct een gebeurtenis om vrolijk van te worden! |
|
Een Ibex kijkt uit over de Gunt vallei |
De hoogvlakte naar Pamir. |
“De hoogvlakte wordt de Pamir genoemd en je hebt twaalf dagen nodig om er door te rijden het is een woestijn zonder enig groen, je moet alles mee hebben om er te overleven. De vlakte is winderig en koud je kunt er zelfs geen vogels zien. En ik moet noteren dat wegens die grote koude, het vuur niet zo helder is en dat het niet zoveel warmte geeft.”
Marco Polo: Beschrijving van de wereld.
|
Vandaag moeten we over 4.000 meter een rit van 257 km naar Murgab. Met de overnachting op 2.800 meter moeten we al een beetje geacclimatiseerd zijn. Lieve heeft nochtans hoogte problemen, duizeligheid en koppijn en het wordt er niet beter op. We zijn over de eerste pas van 4.300 meter heen en rijden nu in een vallei op 4.000 meter hoog. Beide zijden van de vallei zijn geflankeerd door bergkammen van 5.000 meter. Schijnbaar ongeschonden en ruw berglandschap over meer dan 100 kilometer al. Het hete bad in een warmwater bron was aanvankelijk vermoeiend maar heeft voor minder koppijn gezorgd. Af en toe komen we nog Chinese vrachtwagens tegen die van Murgab richting West rijden.
We hebben zopas kennis gemaakt met drie hogere Tadzjiekse politie officieren op weg naar China. We hebben hun het fake document van onze boete laten zien. Hun reactie was veelbetekenend. Vingers in de vorm van een pistool. Dit zijn lagere rang politiediensten, zulke mannen moeten worden gefusilleerd…! |
|
Het mooie landschap |
Voor meer foto's van de Pamir highway: van Vin naar Murgab klik hier |
Wij zijn wat gedaald en zijn nu op 3.850 meter. Weer een controlepost, we zien Murgab voor ons tegen een bergflank aan gebouwd. Het waait hard en de temperatuur is amper 7°. Murgab was een garnizoensplaats van de Tsaar net zoals Khorog. Maar Murgab is niet direct een charmerend oord. De huisjes schijnen kriskras door elkaar gebouwd te zijn tussen de M41 en parallel asfaltweg.
Hier kamperen is uitgesloten dan maar een ‘guest house’ zoeken. Het eerste dat we opzoeken heeft nog wel een kamer maar het squad toilet en de zogeheten douches zijn van die aard dat we liever iets anders zouden vinden. Ibrahim guest house heeft een groep van 25 man die moet aankomen en kan ons niet logeren maar in de reisgids wordt Sarikol Lodge vermeld en die is nieuw. Vijf kamers met matrassen op de grond zoals dat hier gebruikelijk is die uitgeven op een lange kamer met veel glas en blauwe plastiek golfplaten dak. Het is er nu heerlijk warm door het serre effect. Er is geen verwarming En dat belooft voor vannacht.
|
|
Murgab, het dorpje op 3850 m |
De zon is weer van de partij en het is gezellig warm in de voorkamer van de lodge, perfect voor het ontbijt. De rit vandaag gaat naar Osh in Kirgizstan. Twee passen van meer dan 4.500 meter, een grensovergang en 420 kilometer ver.
|
|
Hier moeten de mensen hun water nog putten. Hoe ze dit
's winters doen bij -45° is ons een raadsel |
Sinds gisteren rijden we al een poos langs de Chinese grens en dat is duidelijk te zien door de prikkeldraadafspanning die de grens afbakent. Net als het vroegere ijzeren gordijn, alleen is de afsluiting lager en staan er geen uitkijktorens. Waarom die afsluiting er staat is de vraag want we hebben hier en daar toch al gaten opgemerkt.
|
|
Dit is de Chinese grens |
We zijn het dorp Karakul voorbij. Het dorp ligt aan een azuurblauw zoutwatermeer, ooit eens gevormd door een meteoor inslag. Prachtig decor voor een reiziger, maar barre omstandigheden voor de mensen die hier op 4.000 meter moeten leven. De grens met Kirgizstan is niet meer veraf. De weg wordt steeds slechter we moeten er zelfs even af want de brug is weggespoeld.
|
|
Het indrukwekkend meer van Karakul op een hoogte van 4000 m |
|
|
|
We verlaten het meer van Karakul |
Voor meer foto's van de Pamir highway: van Murgab naar de grens van Kirgistan klik hier |
Terug naar de grens van Kirgizië
De Tadzjiekse grensgebouwen liggen op 4.200 meter. Het zijn barakken, geen gebouwen. Een nieuw complex is echter in opbouw. Binnen kleine lokaaltjes van twee bij drie meter waarin stapelbedden staan en een klein tafeltje. Alleen de drugsbrigade creëert wat moeilijkheden. Alles wordt doorsnuisterd. In de koelkast haalt de militair een voor een alles eruit. Hij wil een bierblikje. Ik refuseer. Het is duidelijk dat ze erop uit zijn om iets te krijgen….
Dertig kilometer verder en een paar honderd meter lager botsen we op de gebouwen van de Kirgizische grensposten. Op een wip zijn we door alle formaliteiten en zijn we terug in Kirgizië. |
|
Dit zijn de hoogtelijn-grafieken van onze route. Voor groter formaat klik op de grafiek |
|
Voor de gevolgde route per dag op GPS klik hier: dag 1 - dag 2 - dag 3 - dag 4 - dag 5 |
|
|